81
12. Reiniging en onderhoud
a) Algemeenheden
Voor het reinigen of het onderhoud moet het voertuig worden uitgeschakeld en moet het accupack
volledig van de rijdregelaar worden losgekoppeld. Indien u voordien met het voertuig reed, laat u alle
delen (bijv. motor, rijdregelaar enz.) eerst volledig afkoelen.
Verwijder na het rijden stof en vuil van het volledige voertuig. Gebruik bv. een lange schone kwast en een stofzuiger.
Sprays met perslucht kunnen tevens zeer nuttig zijn.
U mag geen reinigingssprays of gewone schoonmaakmiddelen gebruiken. Daadoor kan de elektronica
beschadigd raken, bovendien leiden dergelijke middelen tot verkleuringen aan de kunststof onderdelen
of de carrosserie.
Voor het schoonvegen van de carrosserie kunt u een zachte en lichtjes bevochtigde doek gebruiken. Schuur niet te
hard, anders kunnen er krassporen ontstaan.
Met regelmatige tussenpozen moeten er onderhoudswerkzaamheden en functiecontroles aan het voertuig uitgevoerd
worden. Deze zorgen voor een stoorvrije werking en duurzame rijdprestaties.
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden kunnen er onderdelen en schroefverbindingen losraken.
Controleer daarom of de wielmoeren en alle schroefverbindingen nog stevig vastzitten. Hetzelfde geldt voor de ande-
re onderdelen van het voertuig.
Controleer of de banden nog juist op de velgen zitten en of de gelijmde elementen nog goed vastzitten.
Alle kogellagers en de versnellingsbak in het voertuig zijn door de fabrikant voorzien van geschikte smeermiddelen.
Deze hoeven in de regel niet nagesmeerd te worden. De scharnieren van het voertuig en de wiellagers moeten
afhankelijk van het gebruik van het voertuig af en toe gereinigd worden en opnieuw gesmeerd worden met geschikte
smeermiddelen (verkrijgbaar in een speciaalzaak). Hetzelfde geldt bij het vervangen van aandrijfdelen of tandwielen.
Verwijder altijd overtollige olie of vet aangezien dergelijke plaatsen altijd weer snel stof aantrekken.
Als er versleten of defecte onderdelen van het voertuig vervangen moeten worden, mag u enkel originele
reserveonderdelen gebruiken.
Let erop dat er geen kabels gebogen of platgedrukt worden.
Kijk de modelboot vóór elk gebruik op beschadigingen na. Indien u beschadigingen vaststelt, mag u de boot niet meer
gebruiken.