70
6. Batterijen en accu´s
• Houd batterijen/accu´s buiten bereik van kinderen.
• Laat batterijen/accu´s niet achteloos liggen; er bestaat het gevaar dat deze door kinderen of huisdieren worden
ingeslikt. In zo´n geval moet u onmiddellijk een geneesheer of een dierenarts raadplegen!
• U mag batterijen/accu´s nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er bestaat explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken; draag in dit geval
beschermende handschoenen.
• Gewone niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Alleen
oplaadbare batterijen opladen; gebruik hiervoor geschikte opladers.
• Let bij het plaatsen van de batterijen/accu´s en bij de aansluiting van de vliegaccu op de juiste polariteit (plus/+ en
min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bv. als u het opbergt), moet u de batterijen (of accu´s) uit de
afstandsbediening nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen. Koppel het accupack
los van de rijdregelaar.
Laad accu´s ongeveer om de 3 maanden op, omdat anders door de zelfontlading de zogeheten diepontlading kan
optreden, waardoor de accu´s onbruikbaar worden.
• Vervang steeds de volledige set batterijen of accu´s. Gebruik geen volle en halfvolle batterijen of accu´s door elkaar.
Gebruik steeds batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken! Gebruik voor de afstandsbediening batterijen of accu´s.
De afstandsbediening (zender) kan zowel met accu´s als batterijen gebruikt worden.
Door de lagere capaciteit en lagere spanning van accu´s (accu = 1.2V, batterij = 1.5V) zal het product
wel een kleinere bedrijfsduur hebben. Dit speelt echter normaal gezien geen rol, omdat de bedrijfsduur
van de zender veel langer is dan die van de accupack in het voertuig.
Als u batterijen voor de afstandsbediening gebruikt, raden wij aan om hoogwaardige alkalinebatterijen
te gebruiken.