100
g) Aansluiten van het rijaccu op de rijdregelaar
Voor u het rijaccu op de rijregelaar aansluit, neemt u de zender in gebruik (zie hoofdstuk 9. c), d) en 9. e). Controleer
bovendien of de rijregelaar uitgeschakeld is.
§
Uit
Aan
¨
Om te vermijden dat de wielen plots beginnen te draaien en zodoende ook het voertuig begint te rijden
(bijv. als de trimming voor de aandrijving versteld is), moet u het modelvoertuig op een geschikte ondergrond
plaatsen (of een startbox), zodat de wielen bij een storing vrij kunnen draaien.
Steek uw hand niet in de aandrijving! Houd de roeren niet vast.
Sluit nu pas de rijaccu aan op de rijregelaar. Let op de juiste polariteit (plus/+ = rode kabel, min/- = zwarte kabel).
h) Rijregelaar inschakelen
Schakel de rijregelaar in (zie hoofdstuk 9. g, afbeelding 2) Wacht dan een paar seconden (gas-/remhendel op de
zeder in de neutrale stand laten, niet bewegen).
Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.
Voor een programmering van de rijregelaar let u bitte op hoofdstuk 11.
In hoofdstuk 11 a) is beschreven, aols een programmering van neutrale stelling en de volgaspositie voor
voorwaarts en huiswaarts door te voeren. Dit moet bij de eerste ingebruikname gebeuren wanneer de
stuurservo misschien wel juist reageert, maar de motor van het voertuig toch niet aanloopt.
In hoofdstuk 11 b) vindt de beschrijving van de rest van de proogrammeerblokken van de rijregelaar (vb.
remsfunctie, handrem, enz.) De fabrikant heeft al een bijzonder strijdvol voorprogramma uitgedoktertd.
Dit mag u voor de eerste rijpogingen niet veranderen.
Als de aandrijving van het voertuig start, hoewel de gas/remhendel op de zender in neutrale stand bevindt, dan verzet
u de trimming op de zender (Trimmregelaar "TH.TRIM" voor gas/remmen, zie afbeelding 1, pos. 8) tot de motor staat.
§
Afb. 2
Summary of Contents for 23 73 30
Page 119: ...118 ...
Page 120: ...119 ...