87
9. Ingebruikneming van de zender
De praktijk heeft uitgewezen dat eerst de zender in gebruik moet worden genomen en daarna de vliegaccu
met behulp van de zender moet worden opgeladen. Tijdens het opladen kan het model worden klaarge-
maakt.
a) Afstandsbedieningsmodus selecteren
Met behulp van de modus-omschakelaar (zie ook afbeelding 1, pos. 3) kan de afstandsbediening in modus 1 of 2
worden gebruikt. Als de schakelaar in de linkerstand wordt geschoven, is modus 1 geactiveerd. Als de schakelaar in
de rechterstand wordt geschoven, is modus 2 geactiveerd.
Beide modi onderscheiden zich enkel door de rangschikking van de stuurfuncties van de betreffende stuurknuppels.
Modus 1:
• Rechter stuurknuppel vooruit en terug:
Motorfunctie (THRO)
• Rechter stuurknuppel rechts en links:
Richtingsroerfunctie (RUDD)
• Linker stuurknuppel vooruit en terug:
Hoogteroerfunctie (ELEV)
Modus 2:
• Rechter stuurknuppel vooruit en terug:
Hoogteroerfunctie (ELEV)
• Rechter stuurknuppel rechts en links:
Richtingsroerfunctie (RUDD)
• Linker stuurknuppel vooruit en terug:
Motorfunctie (THRO)
Meer informatie met betrekking tot de besturing van het modelvliegtuig vindt u in het hoofdstuk „Controleren van de
stuurfuncties“.
Afbeelding 2