ProFlow Water softener, Installation & Operating Instruction, Page: 62 / 104

INSTALLATIE
NL - Nederlands
Pagina 62
INGANG & UITGANG

Controleer de waterdruk op de plaats van installatie;
deze mag nooit hoger zijn dan 8,3 bar.

Wanneer er zich veel onzuiverheden in het water
bevinden, raden wij de installatie aan van een sediment
filter vóór de waterontharder.

Wij raden ten sterkste het gebruik van flexibele slangen
aan voor de verbinding van de waterontharder aan het
leidingnetwerk; gebruik slangen met een grote diameter
teneinde het drukverlies te beperken.

Wij raden ten sterkste de installatie aan van een
bypass systeem (niet bijgeleverd bij dit product!) om de
waterontharder van het waterleidingnetwerk te isoleren
i.g.v. reparaties. Deze laat toe om de watertoevoer naar de
waterontharder af te sluiten, terwijl de toevoer van
(onbehandeld) water naar de gebruiker gehandhaafd blijft.

In geval van een Duplex/Triplex systeem, raden wij ten
sterkste aan de ingangs- en uitgangsleidingen naar alle
Simplex systemen zo identiek mogelijk te houden; op die
manier wordt de doorstroming gelijkmatig verdeeld over de
verschillende Simplex systemen.
SIMPLEX
met bypassblok (optioneel)
Afbeelding 2

= watertoevoer (onbehandeld water)

= ingang waterontharder (onbehandeld water)

= uitgang waterontharder (behandeld water)

= toepassing (behandeld water)
1.
Schroef het bypassblok op de in/uitgangspoorten van de
besturingsklep (

&

); vergeet de afdichtingen niet.
Draai de moeren handvast.
2. Schroef de aansluitset met moeren op het bypassblok
(

&

); vergeet de afdichtingen niet. Draai de moeren
handvast.
3. Sluit de watertoevoer aan op het koppelstuk op de
ingang van het bypassblok (

).
4. Sluit de toepassing aan op het koppelstuk op de uitgang
van het bypassblok (

).
SIMPLEX
met 3-kranen bypass (niet meegeleverd)
Afbeelding 3

= ingang waterontharder (onbehandeld water)

= uitgang waterontharder (behandeld water)
1.
Installeer de 3-kranen bypass.
2. Schroef de aansluitset met moeren op de
in/uitgangspoorten van de besturingsklep (

&

);
vergeet de afdichtingen niet. Draai de moeren handvast.
3. Sluit de IN kraan van de 3-kranen bypass aan op het
koppelstuk op de ingangspoort
(

) van de
besturingsklep.
4. Sluit de OUT kraan van de 3-kranen bypass aan op het
koppelstuk op de uitgangspoort (

) van de
besturingsklep.
5. Sluit de watertoevoer aan op de ingang van de 3-kranen
bypass.
6. Sluit de toepassing aan op de uitgang van de 3-kranen
bypass.
DUPLEX ALTERNEREND
met meerkranen-bypass (niet meegelev.)
Afbeelding 4

= ingang waterontharder (onbehandeld water)

= uitgang waterontharder (behandeld water)

= Serviceklep
1.
Installeer het meerkranen-bypasssysteem; neem de
externe debietmeter (met 1” mann. BSP in/uit
aansluitingen) op in de uitgangsleiding (= behandeld
water); zorg ervoor:

de stromingsrichting te respecteren (zie indicatiepijl
op de zijkant van de debietmeter);

hem te installeren na het samenkomen van de
uitgansleidingen van beide Simplex systemen.
2. Schroef de aansluitset met moeren op de
in/uitgangspoorten van de besturingsklep (

&

);
vergeet de afdichtingen niet. Draai de moeren handvast.
3. Schroef de Serviceklep (

) op het koppelstuk op de
uitgangspoort (

) van de besturingsklep; vergewis u
ervan de stromingsrichting te respecteren (zie
indicatiepijl op de onderkant van de Serviceklep);
gebruik een gepast afdichtmiddel.
4. Sluit de IN kraan van het bypasssysteem aan op het
koppelstuk
op de ingangspoort (

) van de
besturingsklep
5. Sluit de OUT kraan van het bypasssysteem aan op de
Serviceklep (

).
6. Herhaal stappen 2-5 voor beide Simplex systemen.
7. Sluit de watertoevoer aan op de ingang van het
bypasssysteem.
8. Sluit de toepassing aan op de uitgang van het
bypasssysteem.
