background image

TECHNICAL NOTICE 

ASTRO BOD FAST 

 

C0061900C (301018)

12

NL

In deze bijsluiter wordt uitgelegd hoe u uw materiaal juist moet gebruiken. Er komen hierin 

slechts enkele technieken en toepassingen aan bod. 

De waarschuwingsborden geven u bepaalde mogelijke gevaren aan rond het gebruik van uw 

materiaal, maar we kunnen hier uiteraard niet alles behandelen. Lees daarom de nieuwste 

updates en aanvullende info op Petzl.com. 

U bent zelf verantwoordelijk om met elke waarschuwing rekening te houden en uw materiaal 

juist te gebruiken. Elk verkeerd gebruik van dit materiaal zal aan de oorsprong liggen van 

bijkomende gevaren. Neem bij twijfel of onduidelijkheden contact op met Petzl.

1. Toepassingsveld

Persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen hoogtevallen. 

Gordel voor rope-access met te openen ventraal punt en een geïntegreerde CROLL L 

stijgklem. Maximale nominale last: 140 kg. 

Dit product mag niet méér belast worden dan toegelaten en mag niet gebruikt worden in 

situaties waarvoor het niet bedoeld is.

Verantwoordelijkheid

LET OP 

De activiteiten die het gebruik van deze uitrusting vereisen, zijn van nature 

gevaarlijk. 

U staat zelf in voor uw daden, beslissingen en veiligheid.

Voordat u deze uitrusting gebruikt, moet u: 

- Alle gebruiksinstructies lezen en begrijpen. 

- Een aangepaste training volgen voor het gebruik van deze uitrusting. 

- Zich vertrouwd maken met uw uitrusting, en de prestaties en beperkingen ervan leren 

kennen. 

- De inherente risico’s begrijpen en aanvaarden.

Het niet-respecteren van een van deze waarschuwingen kan leiden tot 

ernstige of dodelijke verwondingen.

Dit product mag enkel gebruikt worden door (personen die onder direct visueel toezicht staan 

van) bevoegde en beraden personen. 

U staat zelf in voor uw daden, beslissingen en veiligheid, en neemt dan ook persoonlijk de 

gevolgen op zich. Indien u niet in staat bent om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen of 

de gebruiksinstructies niet goed begrepen hebt, gebruik dit apparaat dan niet.

2. Terminologie van de onderdelen

Borstgordel:

(1) Dorsaal inbindpunt, (2) Gesp achteraan voor het afstellen van het dorsale inbindpunt, (3) 

Gesp vooraan voor het afstellen van de schouderriemen, (4) FAST gesp voor het afstellen van 

de schouderriemen, (5) Sternaal inbindpunt, (6) Ventrale stijgklem CROLL L, (7) Blokkeerpal, (8) 

Veiligheidspal, (9) Elastische doorsteeklussen voor bandlussen, (10) Velcro doorsteeklus voor 

ASAP’SORBER, (11) Karabinerhouder van de antivalleeflijn, (12) Valstopindicator.

Zitgordel:

(13) Te openen ventraal inbindpunt, (13a) Inbindpunt in textiel, (13b) Kleine metalen D-ring, 

(13c) Grote metalen D-ring, (13d) Inbindpunt van het zitje, (13e) Sleutel, (14) Heupriem, (15) 

Beenlussen, (16) Laterale inbindpunten, (17) Inbindpunt achteraan voor werkplaatsbeperking, 

(18) Regelbare DOUBLEBACK PLUS gespen van de bandlussen, (18 bis) FAST LT gespen 

van de beenlussen, (19) Materiaallus, (20) Doorsteeklussen voor het TOOLBAG materiaalzakje, 

(21) Regelbare DOUBLEBACK gespen van de verbinding beenlussen-heupriem, (22) 

Doorsteeklussen voor de CARITOOL materiaaldrager.

Voornaamste materialen:

- Bandlussen in polyester, regelbare gespen in staal, ventrale inbindpunten in aluminiumlegering 

en roestvrij staal. 

- CROLL L: body in aluminiumlegering, spanveer in roestvrij staal.

3. Check: te controleren punten

Uw veiligheid is afhankelijk van uw volledige uitrusting. 

Petzl beveelt op zijn minst een grondige 12-maandelijkse controle door een bevoegd persoon 

aan (conform de geldende normen in uw land en de omstandigheden waarin u het product 

gebruikt). Leef de gebruiksregels na zoals vermeld op Petzl.com. Vermeld de resultaten op 

de fiche van uw PBM: type, model, gegevens van de fabrikant, serienummer of individueel 

nummer, data van fabricage, aankoop, eerste ingebruikneming, volgende periodieke nazichten; 

gebreken, opmerkingen, naam en handtekening van de inspecteur.

Vóór elk gebruik
Gordel

Kijk de bandlussen ter hoogte van de inbindpunten, de regelbare gespen en de 

veiligheidsstiksels na. Let op doorgesneden of uitgerokken vezels. 

Controleer op scheuren, slijtageverschijnselen en schade ten gevolge van het gebruik, hitte, 

chemische producten enz. Check de goede werking van de DOUBLEBACK, DOUBLEBACK 

PLUS en FAST gespen. 

Controleer de valstopindicator. Deze indicator is rood als het dorsale inbindpunt een schok van 

meer dan 400 daN heeft ondergaan. 

Gebruik uw gordel niet langer als de valstopindicator zichtbaar is.

Te openen ventraal inbindpunt

Controleer op de afwezigheid van scheuren, vervormingen, corrosie enz. Zorg ervoor dat de 

schroeven geplaatst en stevig vastgezet zijn.

CROLL L

Zie het product na op de afwezigheid van scheuren, vervormingen, vlekken, slijtage, corrosie ... 

Controleer de staat van de body, verbindingsogen, blokkeerpal, veiligheidspal, spanveer en 

veren. Zorg ervoor dat de spanveer op de juiste as ligt. 

Controleer de mobiliteit van de spanveer en de doeltreffendheid van de veer. 

Zorg ervoor dat de tanden van de spanveer van alle vuil ontdaan zijn.

Tijdens het gebruik

Check regelmatig of de regelbare gespen goed aangespannen zijn. Het is belangrijk om 

regelmatig de staat van het product te controleren, alsook zijn verbindingen met de andere 

onderdelen van het systeem. Vergewis u ervan dat alle elementen goed geplaatst zijn ten 

opzichte van elkaar.

4. Verenigbaarheid

Gelieve na te zien of dit product compatibel is met de andere elementen van het systeem in uw 

toepassing (compatibiliteit = een goede functionele interactie). 

De elementen die u samen met uw gordel gebruikt, moeten voldoen aan de normen die van 

kracht zijn in uw land (bv. karabiners EN 362).

5. Aantrekken van de gordel

- Zorg ervoor dat u het overtollige deel van de bandlussen (goed platgedrukt) in de elastische 

doorsteeklussen opbergt. 

- Let op losse voorwerpen die de goede werking van de FAST automatische gespen kunnen 

hinderen (steentjes, zand, kledij ...). Controleer of ze goed vergrendeld zijn (zie schema).

Te openen ventraal inbindpunt

Op dit punt kunt u verschillende materialen installeren: een PODIUM zitje op de as, een CROLL 

L stijgklem op de kleine D-ring, een afdaalapparaat op de grote D-ring. 

De twee schroeven moeten aanwezig zijn en stevig aangespannen zijn. 

Volg nauwgezet de instructies voor (de)montage: zie pijltjes. U hoeft de schroef niet volledig te 

verwijderen om de as los te maken. Bij verlies van een schroef: neem contact op met de dienst 

na verkoop van Petzl.

Eenmalige afstelling van het dorsale inbindpunt

Pas de afstelling van dit dorsale inbindpunt aan uw lichaamsbouw aan: plaats hem ter hoogte 

van de schouderbladen. 

Let op: het is belangrijk dat u de achterste gespen van de heupriemen aanpast als u het 

dorsale punt gebruikt.

Afstelling en ophangingstest

Uw gordel moet zo goed mogelijk op uw lichaam aansluiten om het risico op verwondingen 

bij een val te beperken. 

De gebruiker dient een ophangingstest op elk inbindpunt en verschillende bewegingen met 

zijn uitrusting uit te voeren, om er zeker van te zijn dat dit de gepaste maat is en voldoende 

comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en dat alles optimaal afgesteld is.

6. Antivalgordel

De dorsale en sternale inbindpunten moeten verbonden zijn met een valstopsysteem dat 

conform de geldende normen is. 

Enkel deze inbindpunten dienen voor het verbinden van een valstopsysteem zoals een mobiele 

antivalbeveiliging op touw, een energieabsorber ... Tijdens een val wordt het inbindpunt 

geactiveerd om de val te stoppen. U moet rekening houden met deze 0,6 m (maximaal) bij de 

berekening van de tirant d’air. Houd bij de berekening van de tirant d’air rekening met de lengte 

van de karabiners die de valhoogte beïnvloedt.

7. Gordel voor werkpositionering of 

werkplaatsbeperking

Het ventrale inbindpunt, het sternale inbindpunt en de laterale inbindpunten zijn bedoeld om 

de gebruiker in positie te houden op zijn werkplaats of om hem te verhinderen een plaats te 

bereiken waar een valrisico bestaat. 

Het ventrale inbindpunt en de laterale inbindpunten zijn niet geschikt voor toepassingen in een 

antivalbeveiliging. 

Gebruik steeds beide laterale inbindpunten samen door ze te verbinden met een leeflijn voor 

werkpositionering zodat u comfortabel gesteund wordt in de heupriem. 

Houd de leeflijn mooi onder spanning.

8. CROLL L ventrale stijgklem

De CROLL L is een stijgklem voor verplaatsingen naar boven op het werktouw. De CROLL L 

is geen antivalbeveiliging.

Toegelaten touwdiameter

Semistatisch touw met een diameter van 10 tot 13 mm (kern + mantel).

Principe en werkingstest

Deze stijgklem is een apparaat voor het voortbewegen op touw. De stijgklem glijdt langs het 

touw in één richting en blokkeert in de andere richting. 

De tanden van de spanveer starten het klemmen en daarna blokkeert de spanveer het touw 

door het vast te knijpen. De gleuven in de spanveer dienen voor de evacuatie van neerslag 

op het touw.

Installatie en verwijderen van het touw

Trek de blokkeerpal naar beneden en vergrendel hem op de body van het apparaat. De 

spanveer blijft zo in open positie. 

Plaats het touw in de voorziene gleuf. Respecteer het teken ‘Onder’ en ‘Boven’. Ontgrendel de 

pal zodat de spanveer tegen het touw kan drukken. In deze stand voorkomt de veiligheidspal 

dat de spanveer ongewild open gaat. 

Om het touw te verwijderen, laat het apparaat naar boven glijden op het touw en verwijder 

gelijktijdig de spanveer door de pal over te halen.

Opklim op touw

Gebruik de CROLL L samen met een andere stijgklem, bv. een BASIC en een voetlus. Vergeet 

niet om u met een geschikte leeflijn op deze tweede stijgklem te verbinden.

In geval van schuine oversteek

Vertrek op schuin touw: steek uw been door het touw om in de as van de touwdoorsteek van 

de CROLL L te zitten.

Korte afdaling

Laat het apparaat iets naar boven glijden op het touw en duw gelijktijdig de spanveer in met 

de wijsvinger. Kom niet aan de veiligheidspal, want er is een gevaar dat de spanveer ongewild 

open gaat. 

Opgelet: voor gebruikers die meer dan 100 kg wegen, raadpleeg onze informatie ‘Oplossingen 

voor gebruikers van meer dan 100 kg’ op Petzl.com.

9. Materiaallus

De materiaallussen mogen uitsluitend gebruikt worden voor het transporteren van materiaal. 

LET OP - GEVAAR: gebruik de materiaallussen niet voor het beveiligen, voor afdalingen, om u 

in te binden of om u te verbinden met een leeflijn. 

U kunt de Velcro doorsteeklus gebruiken om de absorber van uw mobiele antivalbeveiliging in 

hoge positie te houden.

10. Karabinerhouder van de antivalleeflijn

A. Mag enkel gebruikt worden als karabinerhouder van een niet-gebruikte antivalleeflijn. 

B. Bij een val laat de karabinerhouder van de leeflijn de karabiner op het einde van de leeflijn 

los om de activering van de energieabsorber niet te hinderen. 

Let op: dit is geen antivalinbindpunt.

11. Accessoires

Het PODIUM zitje en de verbindingsarmen voor het PODIUM zitje.

12. Aanvullende informatie ANSI

- De gebruiksinstructies moeten geleverd worden aan de gebruiker van deze uitrusting. 

- De gebruiksinstructies, bepaald in de bijsluiter van elke uitrusting geassocieerd met dit 

product, moeten worden gerespecteerd. 

- Noodplan: voorzie de nodige reddingsmogelijkheden om snel te kunnen reageren bij 

eventuele moeilijkheden. 

- Let op: er kan zich een gevaar voordoen tijdens het gebruik van meerdere uitrustingen 

waarbij de veiligheidsfunctie van een van de apparaten kan beïnvloed worden door de 

veiligheidsfunctie van een ander apparaat. 

- Let op: chemische producten, de warmte, corrosie en uv-stralen kunnen uw gordel 

beschadigen. Neem bij twijfel contact op met uw lokale Petzl verdeler. 

- Waakzaamheid is vereist als u in de buurt van elektriciteitsbronnen, mobiele apparaten, of 

scherpe of ruwe oppervlakken werkt.

13. Extra informatie

Afschrijven:

LET OP: een uitzonderlijk voorval kan u ertoe brengen het product af te schrijven na één enkel 

gebruik (type en intensiteit van gebruik, gebruiksomgeving: agressieve milieus, zeewater, 

scherpe randen, extreme temperaturen, chemische producten ...). 

Een product moet worden afgeschreven wanneer: 

- Het ouder dan 10 jaar is en samengesteld uit plastic of textiel. 

- Het een belangrijke val of belasting heeft ondergaan. 

- Het resultaat van de controles van het product geen voldoening geeft. U twijfelt aan de 

betrouwbaarheid ervan. 

- U zijn volledige gebruikshistoriek niet kent. 

- Het product in onbruik is geraakt (wijziging van de wetgeving, normen of technieken, 

onverenigbaarheid met de andere delen van de uitrusting ...). 

Vernietig deze afgeschreven producten om een verder gebruik te vermijden.

Pictogrammen:

A. Levensduur: 10 jaar - B. Markering - C. Toegelaten temperatuur - D. 

Gebruiksvoorschriften - E. Reiniging/desinfectie - F. Droging - G. Berging/transport - H. 

Onderhoud - I. Veranderingen/herstellingen

 (verboden buiten de Petzl ateliers, behalve voor 

vervangstukken) 

- J. Vragen/contact

3 jaar garantie

Voor fabricage- of materiaalfouten. Met uitzondering van: normale slijtage, oxidatie, 

veranderingen of aanpassingen, slechte berging, slecht onderhoud, nalatigheid of 

toepassingen waarvoor dit product niet bestemd is.

Waarschuwingsborden

1. Situatie die een dreigend risico op een ernstige of dodelijke verwonding inhoudt. 2. 

Blootstelling aan een mogelijk risico op een incident of verwonding. 3. Belangrijke informatie 

over de werking of de prestaties van uw product. 4. Niet compatibel met ander materiaal.

Markering en tracering van de producten

a. Nummer van de bevoegde instantie die de productie van dit PBM controleert - b. 

Keuringsorganisme - c. Tracering: datamatrix - d. Maat - e. Individueel nummer - f. 

Fabricagejaar - g. Fabricagemaand - h. Lotnummer - i. Individuele identificatie - j. Normen - k. 

Lees aandachtig de technische bijsluiter - l. Identificatie van het model - m. Maximale nominale 

last - n. Adres van de fabrikant - o. Fabricagedatum (maand/jaar)

Bijlage A - ANSI

ANSI/ASSE Z359 gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van een 

compleetgordel

NB: deze bijsluiter bevat de voorschriften en algemene informatie van de norm ANSI/ASSE 

Z359. We verwijzen u echter ook steeds naar de technische bijsluiter van de fabrikant, want hij 

kan strengere gebruiksbeperkingen opleggen. 

1.

 De gebruikers moeten een gepaste opleiding volgen over het gebruik van het materiaal, met 

name de specifieke veiligheidsprocedures voor die bepaalde werkplaats. De norm ANSI/ASSE 

Z359.2 verduidelijkt de minimale vereisten betreffende de beschermingsprogramma’s tegen 

vallen, stelt de voorschriften en vereisten op betreffende de beschermingsprogramma’s tegen 

vallen, ingevoerd en beheerd door de werkgever, i.e. de regels, verantwoordelijkheden en 

opleidingen, de procedures voor de bescherming tegen vallen, de wegwerking en het beheer 

van de risico’s op een val, de procedures voor noodgevallen, de studies van de incidenten en 

balans van de doeltreffendheid van het ingevoerde programma. 

2.

 De juiste afstelling van de compleetgordel is essentieel voor een optimaal gebruik ervan. De 

gebruiker moet goed opgeleid zijn voor het kiezen van de juiste maat en moet toezien op de 

juiste afstelling van zijn compleetgordel. 

3.

 De gebruiker moet de voorschriften van de fabrikant voor de keuze van de juiste maat en 

afstelling volgen. Hij let hierbij vooral op: gespen correct verbonden en uitgelijnd, beenlussen 

en schouderriemen goed aangespannen, sternale bandlussen in het midden van de 

borst en beenlussen gepositioneerd en aangespannen om, bij een val, elk contact met de 

geslachtsorganen te vermijden. 

4.

 Een compleetgordel conform de norm ANSI/ASSE Z359.11 moet voorzien zijn van een 

individueel antivalsysteem dat de valimpact tot maximaal 8 kN beperkt. 

5.

 Het Harnass Suspension Trauma (HST) is een ernstig fenomeen, dat kan voorkomen 

worden met een degelijke gordel, een snelle reddingsactie en hulpmiddelen die de druk 

op het lichaam na een val verlichten. Indien de gebruiker nog bij bewustzijn is, kan hij een 

apparaat inschakelen om het hangen in de gordel en de druk op de benen te verlichten, 

om zodoende de bloedcirculatie te verbeteren en HST zo veel mogelijk uit te stellen. Een 

connector van een verbindingselement is niet bedoeld voor de rechtstreekse verbinding met 

een verankering of een verbinding van de antivalverankering. U moet een energieabsorber 

gebruiken om de valimpact tot maximaal 8 kN te beperken. De lengte van een connector van 

een verbindingselement kan een invloed hebben op de valhoogte en de berekening van de 

tirant d’air. 

6.

 De elasticiteit van een compleetgordel, i.e. de capaciteit van een element van het individuele 

antivalsysteem om zich uit te trekken en zich te vervormen tijdens een val, kan bijdragen tot 

de algemene rek van het systeem bij een val. U moet rekening houden met de verhoging 

van de valhoogte als gevolg van de elasticiteit van een compleetgordel, de lengte van de 

verbinding van de compleetgordel, wegzinking van het lichaam in de compleetgordel en alle 

andere factoren die van belang zijn bij de berekening van de tirant d’air van een specifiek 

antivalsysteem. 

7.

 Wanneer ze niet gebruikt worden, moeten de leeflijnen die verbonden zijn met het inbindpunt 

in D-vorm van de compleetgordel, niet verbonden worden met een positioneringsapparaat 

of andere structurele elementen van de compleetgordel, behalve wanneer een bevoegd 

persoon of de fabrikant van de leeflijn deze verbinding als aanvaardbaar beschouwt. Dit is 

vooral belangrijk bij gebruik van bepaalde leeflijnen in Y-vorm, want de valimpact kan zich 

overzetten op de gebruiker via het niet-gebruikte uiteinde, indien dit niet los kan van de gordel. 

Het opbergpunt van een leeflijn zit gewoonlijk ter hoogte van het borstbeen om het risico op 

belemmering of struikelen te beperken. 

8.

 De uiteinden van de bandlussen kunnen verstrikt raken in een machine of een regelapparaat 

loshaken. Elke compleetgordel moet voorzien zijn van doorsteeklussen of andere elementen 

om de uiteinden van de bandlussen in vast te steken. 

9.

 Rekening houdend met de aard van de geweven inbindpunten, is het raadzaam om ze 

enkel te verbinden met andere geweven bandlussen of met karabiners. Het gebruik van een 

haakkarabiner is afgeraden, behalve in specifieke gevallen die de fabrikant goedkeurt.

De punten 10-16 bevatten extra informatie over de plaatsing en het gebruik 

van de verschillende inbindpunten van een compleetgordel.
10. Dorsaal

Het dorsale inbindpunt moet gebruikt worden als belangrijkste inbindpunt in een 

valstopsysteem, behalve wanneer de gebruiksomstandigheden een ander inbindpunt toelaten. 

Het dorsale inbindpunt kan ook dienst doen als inbindpunt voor werkplaatsbeperking of 

reddingsoperaties. Wanneer het dorsale inbindpunt de gebruiker bij een val vasthoudt, moet 

de gordel zo ontworpen zijn dat hij de last via de schouderriemen en beenlussen verplaatst. 

Het dorsale inbindpunt houdt de gebruiker na de val vast en houdt hem mooi rechtop, 

lichtjes voorovergebogen en met een lichte druk op de borstkas. Voor de keuze tussen een 

verstelbaar en vast dorsaal inbindpunt moet u rekening houden met verschillende elementen. 

Een verstelbaar dorsaal inbindpunt is gemakkelijker te verstellen tussen gebruikers van 

verschillende grootte en houdt de gebruiker na een val in een meer verticale positie, maar 

maakt de compleetgordel iets elastischer.

11. Sternaal

Het sternale inbindpunt kan dienst doen als secundair inbindpunt in een valstopsysteem 

wanneer een bevoegd persoon het dorsale inbindpunt beschouwt als slecht aangepast en 

wanneer er enkel een risico is op een val met de voeten eerst. Een sternaal inbindpunt is 

geschikt voor de volgende toepassingen (niet-exhaustieve lijst): een ladder opklimmen met 

een antivalsysteem, een ladder opklimmen met een automatisch intrekbare antivalleeflijn, 

werkpositionering en het werken op touw. Het sternale inbindpunt kan ook dienst doen als 

inbindpunt voor werkplaatsbeperking of reddingsoperaties. 

Wanneer het sternale inbindpunt de gebruiker bij een val vasthoudt, moet de gordel zo 

ontworpen zijn dat hij de last via de schouderriemen en beenlussen verplaatst. 

Wanneer het sternale inbindpunt de gebruiker vasthoudt bij een val, zal dit punt de gebruiker in 

zittende of gebogen positie brengen, en de last wordt hoofdzakelijk verplaatst naar de benen, 

het zitvlak en de onderrug. 

Bij werkpositionering blijft de gebruiker rechtop dankzij het sternale inbindpunt. 

Wanneer het sternale inbindpunt dienst doet als antivalinbindpunt, moet de bevoegde persoon, 

die de gebruiksomstandigheden evalueert, zich ervan vergewissen dat er enkel een risico 

bestaat op een val met de benen eerst. In dit geval moet u de toegelaten valafstand mogelijk 

beperken. Een sternaal inbindpunt, voorzien van een verstelbare sternale bandlus, kan ervoor 

zorgen dat het touw naar boven glijdt en de gebruiker de adem afsnoert bij een val, extractie of 

ophanging. Voor dergelijke toepassingen moet de bevoegde persoon dus een compleetgordel 

met een vast sternaal inbindpunt overwegen.

12. Ventraal

Het ventrale inbindpunt dient als verbinding voor een antivalapparaat tijdens het opklimmen op 

een ladder waarbij de gebruiker enkel met de voeten eerst zou vallen. Dit ventrale inbindpunt 

kan ook gebruikt worden voor werkpositionering. Na een val of tijdens de werkpositionering 

brengt het ventrale inbindpunt de gebruiker in zittende positie met de borst verticaal en 

de last wordt hoofdzakelijk verplaatst naar de benen en het zitvlak. Wanneer de gebruiker 

ondersteund wordt door het ventrale inbindpunt, moet de compleetgordel de last direct 

verplaatsen naar de beenlussen en de bandlus onder het zitvlak. 

Wanneer het ventrale inbindpunt dienst doet als antivalinbindpunt, moet de bevoegde persoon, 

die de gebruiksomstandigheden evalueert, zich ervan vergewissen dat er enkel een risico 

bestaat op een val met de benen eerst. In dit geval moet u de toegelaten valafstand mogelijk 

beperken.

13. Schouderriemen

U moet beide inbindpunten van de schouderriemen tegelijk gebruiken. Het gebruik ervan 

is mogelijk tijdens een reddingsoperatie en afdaling/recuperatie. De inbindpunten van de 

schouderriemen mogen niet gebruikt worden als antivalinbindpunten. Het is raadzaam om 

de inbindpunten van de schouderriemen tegelijk te gebruiken en met een spreider om de 

schouderriemen van een compleetgordel uit elkaar te houden.

14. Heupriem, achterkant

U mag het inbindpunt achteraan de heupriem enkel gebruiken voor werkplaatsbeperking. 

U mag het inbindpunt achteraan de heupriem niet gebruiken als antivalinbindpunt. Het is 

verboden om het inbindpunt achteraan de heupriem voor iets anders te gebruiken dan 

werkplaatsbeperking. Het inbindpunt achteraan de heupriem mag maar een minimale last 

ondergaan die naar de heupriem van de gebruiker wordt verplaatst en mag nooit gebruikt 

worden om het volledige gewicht van de gebruiker te ondersteunen.

15. Lateraal

De laterale inbindpunten moeten samen gebruikt worden, en enkel voor werkpositionering. 

De laterale inbindpunten mogen niet gebruikt worden als antivalinbindpunten. De ventrale 

inbindpunten worden vaak gebruikt door boomsnoeiers voor werkpositionering, door 

hoogtewerkers voor de beklimming van een mast en door bouwvakkers voor het metselen van 

muurankers of het klauteren op een bekisting. Het is afgeraden om de laterale inbindpunten (of 

elk ander stijf punt van de compleetgordel) te gebruiken voor het wegbergen van het uiteinde 

van een antivalleeflijn. Dit zou immers een risico inhouden op struikelen of, in het geval van 

meerdere dubbele leeflijnen, zou dit kunnen leiden tot een onevenwichtige verplaatsing van de 

last naar de compleetgordel en dus de gebruiker, door het niet-gebruikte deel van de leeflijn.

16. Zitje voor hangend werken

De laterale inbindpunten van een zitje moeten samen gebruikt worden, en enkel voor 

werkpositionering. De inbindpunten van een zitje mogen niet gebruikt worden als 

antivalinbindpunten. De inbindpunten van een zitje worden vaak gebruikt bij langdurig hangend 

werken, zodat de gebruiker zich kan neerzetten op het zitje tussen de twee inbindpunten. 

Bijvoorbeeld voor het wassen van de ramen van een groot gebouw.

CONTROLE, ONDERHOUD EN BERGING VAN HET MATERIAAL DOOR DE 

GEBRUIKER

De gebruikers van antivalsystemen moeten op zijn minst de voorschriften van de fabrikant voor 

de controle, het onderhoud en de berging van het materiaal naleven. De onderneming of de 

organisatie van de gebruiker moet een exemplaar van de bijsluiter van de fabrikant bijhouden 

en beschikbaar maken voor alle gebruikers. Zie de norm ANSI/ASSE Z359.2: de minimale 

voorschriften van een antivalprogramma voor de controle, het onderhoud en de berging van 

het materiaal door de gebruiker. 

1. Bovenop de controlevoorschriften van de fabrikant wordt het materiaal ook gecontroleerd 

door de gebruiker vóór elk gebruik en binnen een periode van één jaar door een bevoegd 

persoon (niet de gebruiker) op de volgende punten: 

- afwezige of onleesbare markeringen, 

- afwezige elementen met een impact op de vorm, de afstelling of de werking van het 

materiaal, 

- kapotte of beschadigde metalen elementen, i.e. scheuren, snijdende randen, vervormingen, 

corrosie of schade als gevolg van chemische producten, oververhitting, wijziging of overmatige 

slijtage, 

- kapotte of beschadigde bandlussen of touwen, i.e. uitrafeling, splitsing, ontstrengeling, 

torsing, knopen, losse vezels, gescheurde of losgekomen naden, overmatige uitrekking of 

schade als gevolg van chemische producten, overmatig vuil, wrijving, wijziging, overmatige 

smering, ouderdom of overmatige slijtage. 

2. De controlecriteria van het materiaal moeten door de onderneming of organisatie van de 

gebruiker opgesteld zijn. Deze criteria moeten conform of zelfs strenger zijn dan de bepalingen 

van de norm ANSI/ASSE Z359 of de fabrikant. Leef steeds de strengste criteria na. 

3. Wanneer tijdens de controle een fout, schade of ongepast onderhoud wordt vastgesteld, 

moet het materiaal onmiddellijk afgeschreven worden of vóór elk nieuw gebruik opnieuw op 

punt worden gezet door de fabrikant of diens vertegenwoordiger.

Onderhoud en berging

1. Het onderhoud en de berging van het materiaal moeten steeds voorzien worden door de 

onderneming of de organisatie van de gebruiker, en conform de voorschriften van de fabrikant. 

Elk specifiek probleem voor een bepaalde situatie moet worden gemeld en behandeld in 

overeenstemming met de fabrikant. 

2. Elk materiaal dat onderhoud nodig heeft of bedoeld is voor onderhoud, wordt aangeduid 

met het teken ‘onbruikbaar’ en mag niet gebruikt worden. 

3. Al het materiaal wordt zo opgeborgen om schade als gevolg van de volgende 

omgevingsfactoren te vermijden: temperatuur, uv-stralen, vochtigheid, olie, chemische 

producten of bijbehorende dampen en alle andere beschadigende elementen.

Summary of Contents for Astro Bod Fast

Page 1: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 1...

Page 2: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 2...

Page 3: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 3...

Page 4: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 4...

Page 5: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 5...

Page 6: ...ganization c Traceability datamatrix d Sizing e Serial number f Year of manufacture g Month of manufacture h Batch number i Individual identifier j Standards k Read the Instructions for Use carefully...

Page 7: ...datamatrix d Taillant e Num ro individuel f Ann e de fabrication g Mois de fabrication h Num ro de lot i Identifiant individuel j Normes k Lire attentivement la notice technique l Identification du mo...

Page 8: ...all oder Verletzungsrisiko 3 Wichtige Information ber die Funktionsweise oder die Leistungsangaben Ihres Produkts 4 Inkompatibilit t zwischen Ausr stungsgegenst nden R ckverfolgbarkeit und Markierung...

Page 9: ...Numero di lotto i Identificativo individuale j Norme k Leggere attentamente l istruzione tecnica l Identificazione di modello m Carico nominale massimo n Indirizzo del fabbricante o Data di fabbricaz...

Page 10: ...trix d Tallaje e N mero individual f A o de fabricaci n g Mes de fabricaci n h N mero de lote i Identificador individual j Normas k Lea atentamente la ficha t cnica l Identificaci n del modelo m Carga...

Page 11: ...rolo de produ o deste EPI b Organismo de certifica o c Rastreio datamatrix d Tamanho e N mero individual f Ano de fabrico g M s de fabrico h N mero de lote i Identificador individual j Normas k Ler at...

Page 12: ...roduct 4 Niet compatibel met ander materiaal Markering en tracering van de producten a Nummer van de bevoegde instantie die de productie van dit PBM controleert b Keuringsorganisme c Tracering datamat...

Page 13: ...ld eller alvorlige kv stelser 2 Potentiel faresituation som kan f re til mindre alvorlige kv stelser 3 Vigtig information om produktets funktion og ydeevne 4 Inkompatibelt Sporbarhed og m rkning a Ide...

Page 14: ...ar en verh ngande risk f r allvarlig skada eller d dsfall 2 Exponering f r m jlig risk f r olycka eller skada 3 Viktig information g llande produktens funktion eller prestation 4 Inkompatibilitet av u...

Page 15: ...l suojaimen tuotannon valvojaksi ilmoitetun laitoksen tunnistenumero b Sertifioinnin suorittava organisaatio c J ljitett vyys tietomatriisi d Koko e Sarjanumero f Valmistusvuosi g Valmistuskuukausi h...

Page 16: ...er annen bruk enn det produktet er beregnet for Advarselssymboler 1 Situasjonen skaper overhengende fare for alvorlig skade eller d d 2 Eksponering for potensiell ulykke eller skade 3 Viktig informasj...

Page 17: ...zeniem Znaki ostrzegawcze 1 Sytuacja gro ca nieuchronnym ryzykiem powa nego obra enia lub mierci 2 Nara enie na potencjalne ryzyko incydentu lub zranienia 3 Wa na informacja na temat dzia ania lub par...

Page 18: ...CARITOOL CROLL L 3 12 Petzl com PLUS 400 daN CROLL L 4 EN 362 5 FAST PODIUM D S CROLL L D L 6 0 6 m 7 8 CROLL L CROLL L CROLL L 10 13 mm CROLL L BASIC CROLL L 100 kg Petzl com Solutions for workers o...

Page 19: ...TECHNICAL NOTICE ASTRO BOD FAST C0061900C 301018 19 12 13 14 15 Y 16 ANSI ASSE Z359 2 1 2 ANSI 3 1 2 3...

Page 20: ...ky z ruka Na vady materi lu a vady vznikl ve v rob Nevztahuje se na vady vznikl b n m opot eben m a roztr en m oxidac pravami nebo opravami nespr vn m skladov n m nedostate nou dr bou nedbalost nespr...

Page 21: ...a 4 Nezdru ljivost opreme Sledljivost in oznake a tevilka prigla enega organa ki izvaja nadzor nad proizvodnjo te OVO b Organizacija za certificiranje c Sledljivost matrica s podatki d Velikost e Seri...

Page 22: ...ia Minden gy rt si vagy anyaghib ra A garancia nem vonatkozik a k vetkez kre norm lis elhaszn l d s m dos t sok vagy h zilagos jav t sok helytelen t rol s hanyags g nem rendeltet sszer haszn lat Vesz...

Page 23: ...tzl 12 Petzl com DOUBLEBACK DOUBLEBACK PLUS FAST 400 CROLL L 4 362 5 FAST PODIUM CROLL L D D Petzl 6 0 6 7 8 CROLL L CROLL L CROLL L 10 13 CROLL L BASIC CROLL L 100 100 Petzl com 9 Velcro 10 A B 11 PO...

Page 24: ...2 Petzl com PPE DOUBLEBACK DOUBLEBACK PLUS FAST 400daN CROLL L 4 EN 362 5 FAST PODIUM D CROLL L D Petzl 6 0 7 8 CROLL L CROLL L CROLL L 10 13 CROLL L BASIC CROLL L 100 Petzl com 100 9 Velcro 10 A B 11...

Page 25: ...l com DOUBLEBACK DOUBLEBACK PLUS FAST 400 daN CROLL L 4 EN 362 5 FAST PODIUM CROLL L D D Petzl 6 0 6 m 7 8 CROLL L CROLL L CROLL L 10 13 mm CROLL L BASIC CROLL L 100 kg 100 kg Petzl com 9 10 A B 11 PO...

Page 26: ...OL CROLL L 3 PPE PPE DOUBLEBACK DOUBLEBACK PLUS FAST 400 daN CROLL L 4 EN 362 5 FAST PODIUM D CROLL L D 6 0 6 m 7 8 CROLL L CROLL L CROLL L 10 13 mm BASIC CROLL L CROLL L 100kg Petzl com 100kg 9 Velcr...

Page 27: ...e 14 15 16 17 18 DOUBLEBACK PLUS 18 bis FAST LT 19 20 TOOLBAG 21 DOUBLEBACK 22 CARITOOL CROLL L 3 Petzl 12 PPE DOUBLEBACK DOUBLEBACK PLUS FAST 400 daN CROLL L 4 EN 362 5 folded flat FAST PODIUM CROLL...

Page 28: ...E Z359 1 ANSI ASSE Z359 2 2 3 4 ANSI ASSE Z359 11 1800 8 kN 5 Suspension trauma Orthostatic intolerance 1800 8 kN 6 FBH FBH FBH FBH FBH 7 D ring Y style 8 9 snap hooks Sections 10 16 FBH full body har...

Reviews: