34
35
4. MONTAGEVOORWAARDEN
• Installatie in de toevoer van de verwarmingsinstallatie daarbij min. 0,3 m afstand tot pompen
behouden
• Montage in de horizontale buisleiding met afloopaansluiting naar beneden
• Montagelocatie moet vorstbestendig en goed verlucht zijn
• Montagelocatie moet goed toegankelijk zijn:
• vereenvoudigt het onderhoud
• Manometer op de drukverminderaar kan goed worden geobserveerd
• Rusttraject van 5 x DN achter navulcombinatie voorzien (conform DIN EN 806)
• Bij PT-DBP, PT-FCS resp. PT-FCSD moet een netwerkaansluiting (230V/50Hz)
beschikbaar zijn
• Afwateringsaansluiting (bijv. kunststof buis HT 40 of afvoertrechter) voorzien
• Ter bescherming tegen mogelijke waterschade moet een voldoende bodemafloop
beschikbaar zijn
5. MONTAGE
Om het volume van het stagnatiewater zo klein mogelijk te houden, moet de navulcombina-
tie zo snel mogelijk op de toevoerleiding worden aangesloten!
Bij de montage gelden de regels van de tapwaterverordening.
1. Buisleiding goed doorspoelen
2. Verwarmingsvulstation monteren
• Montage in horizontale buisleiding met afloopaansluiting naar beneden
• Doorstroomrichting in acht nemen (pijlrichting)
• spannings- en buigmomentvrij monteren
• Rusttraject van 5 x DN achter navulcombinatie voorzien (conform DIN EN 806)
3. Afloopleiding positioneren
PT-FCSD5000
PT-FCS5000
PT-FCS5000 en PT-FCSD5000
Bestaande uit:
①
Demineraliseringseenheid permasoft PT-PS5000FD
②
Aparte afsluitkleppen aan in- en uitgangszijde
③
Elektronica met verlicht 4-inch-display
④
Ontluchtingskraan met spoelslang
⑤
Fixatiebeugel met schroevenset
⑥
Systeemscheider (conform DIN EN 1717) type BA met
Aansluiting op HT buis, geïntegreerde vuilvanger
en terugstroomblokkering aan ingangszijde,
Drukverminderaar met manometer
⑦
Magneetklep
Installatieboek conform VDI 2035
Isoleerschalen
Voedingseenheid 24 V
Aansluitkabel voor magneetklep
Aansluitkabel 60 cm voor relais- / impulsuitgang
⑥
①
②
②
③
④
⑤
⑦
NL
Summary of Contents for PT-DA-CH5000
Page 72: ...142 143...