NL16
NL17
Nederlands
Menu
Hoeveelheid
(portie voor 4)
Automatisch programma
Extra blenderen
(Gebruik handmatige
bediening)
Opmerkingen
Eerste instelling
Tijd aanpassen
Snelheid
Sap
Sap met een smakelijke en
gladde structuur.
1200 mL
3 balkjes (1 min 30 s)
1-5 balkjes
(Aangeraden)
●
Zachte ingrediënten:
1 balkje
●
Harde ingrediënten:
5 balkjes
Begin met
1 balkje en
verhoog
geleidelijk naar
9 balkjes.
・
Bij het plaatsen van ingrediënten in de blenderbeker,
doe er eerst de vloeistoffen in en dan de resterende
ingrediënten. Dit zorgt ervoor dat de ingrediënten
gelijkmatig gemixt worden.
Smoothie
Maak dikke smoothies met
minder vloeistof dan sap.
800 mL
3 balkjes (1 min.)
・
Bij het plaatsen van ingrediënten in de blenderbeker,
plaats de vloeistoffen eerst.
・
Bij gebruik van ingrediënten met minder watergehalte,
zal het mes stil staan. In dat geval moet u vloeistof
toevoegen of de stamper gebruiken om te circuleren.
Puree
Maak een gladde puree voor
gebruik bij het koken.
400
g
3 balkjes (1 min 10 s)
1-5 balkjes
(Aangeraden)
●
Ingrediënten met veel
vloeistof: 1 balkje
●
Ingrediënten met minder
vloeistof: 5 balkjes
Begin met
1 balkje en
verhoog
geleidelijk naar
9 balkjes.
・
Gebruik de stamper om ingrediënten met minder
watergehalte, zoals gekookte spinazie, pompoen of
zoete aardappelen te helpen met circuleren. Wanneer
extra water wordt toegevoegd aan zulke ingrediënten
is het gemakkelijk om een puree te maken.
・
Als de stamper de ingrediënten niet kan bereiken,
voeg dan ingrediënten toe.
Soep
Maak een gladde soep terwijl
het verwarmt tot 60 - 90
º
C.
1000 mL
8 balkjes (7 min 40 s)
Pas de snelheid aan
volgens de
temperatuur van de
soep voordat u het in
the blenderbeker
schenkt:
●
40
°C
soep:
6 balkjes
●
30
°C
soep:
7 balkjes
●
20
°C
soep:
8 balkjes
●
10
°C
soep:
9 balkjes
●
5
°C
soep: 10
balkjes
Begin met
1 balkje en
verhoog
geleidelijk naar
9 balkjes.
・
Bij het blenderen van soepen, zal de temperatuur van de
blenderbeker verhogen. Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de blenderbeker en het uitnemen van het mengsel.
・
Ingrediënten die niet rauw gegeten mogen worden,
zoals aardappelen, bonen, uien, vlees en vis,
moeten worden voorgekookt voor het blenderen.
・
Bij het gebruik van zetmeelrijke ingrediënten zoals
aardappelen, pompoen, bonen met zetmeel, havermout
of rijst, verlaag dan de tijdsinstelling met een balkje.
・
Verzeker uzelf ervan dat de tijdsinstelling juist is.
・
Houdt de blender in de gaten gedurende gebruik.
Malen
Maalt ingrediënten tot een fijn
poeder.
100
g
2 balkjes (15 s)
1-3 balkjes
(Aangeraden)
●
Zachte ingrediënten:
1 balkje
●
Harde ingrediënten:
3 balkjes
8 balkjes met
de pulse knop
(Druk een aantal
maal)
・
Zorg ervoor dat de blenderbeker helemaal droog is
voordat u ingrediënten toevoegt.
・
Wanneer noten te lang worden geblenderd kunnen
ze boterachtig worden.
・
Voordat u extra blenderen, schraap de noten van de
binnenzijde van de blenderbeker af.
Bevroren
Maak een glad dessert van
alleen bevroren fruit.
400
g
3 balkjes (1 min 35 s)
1-4 balkjes
(Aangeraden)
●
Gedeeltelijk ontdooid:
1-2 balkjes
●
Bevroren:
3-4 balkjes
Begin met
1 balkje en
verhoog
geleidelijk naar
9 balkjes.
・
Bij het bevriezen van ingrediënten moet u ze zodanig
verspreiden dat ze elkaar niet raken.
・
Ontdooi bevroren ingrediënten op kamertemperatuur
tot dat een vork hun kern kan bereiken.
・
Stamp de ingrediënten met de stamper gedurende
het blenderen. Houdt de deksel vast om beweging
of kantelen te voorkomen. Het is eenvoudig om fruit
te stampen dat gedeeltelijk is ontdooid.
Opmerking
・
Structuur en consistentie van de ingrediënten zal
variëren, afhankelijk van de ingrediënten en/of
hoeveelheid van het mengsel. Wanneer u bevroren
fruit met zaden blendert met het bevroren menu
dan kan dat invloed hebben op de structuur.
・
Wanneer u de stamper moet gebruiken, kijk dan
naar pagina NL19.
・
Voor extra blenderen begint u met 1 balkje en verhoog
geleidelijk de snelheid. (Behalve voor de menu selectie Malen.)
Pas de blendertijd aan door de conditie van het
mengsel te controleren.
・
Wanneer u een tijd probeert in te stellen die buiten
het bereik ligt dan hoort u een biepgeluid.
・
Voeg geen hete ingrediënten toe (heter dan 40
º
C)
in de blenderbeker.
・
Voeg eerst de lichte en zachte ingrediënten toe.
<Voorbereiden Ingrediënten>
•
Harde ingrediënten: Snijd in blokjes van minder dan 3 cm
・
wortelen
・
aardappelen
・
Pompoen enz.
•
Zachte ingrediënten: Snijd in blokjes van 5 cm
・
bananen
・
perzikken
・
tomaten enz.
•
Bladergroenten: Snijd in stukken van 3-5 cm breed.
•
Noten:
Verwijder de schil en het vel.
Voor gebruik van de menuselectie “Bevroren” snijd de
ingrediënten in blokjes van 3 cm vóór het bevriezen.
<Verboden ingrediënten>
•
Kurkuma (in blokjes)
•
Bonito (in stukjes)
•
Gedroogde zeeoren
•
Niet eetbare materialen
<Niet aangeraden ingrediënten>
・
Citrusfruitschil: Voegt een bittere smaak toe.
・
Maiskolf en harde zaden: Structuur is niet goed.
■
Automatische programma’s zijn voorgeprogrameerde snelheden en duur die elk van elkaar verschillen en automatisch stoppen.
Handleiding voor Menu’s en Functies
voor Automatische programma’s
Opmerking
Temperatuur kan verhoogt
worden terwijl u soeprecepten
blendert.
Opmerking