62
e
Gebruik het systeem niet in de nabijheid van sterke elektrische
velden, elektromagnetische velden (bijv. MRI-scanruimte) en mobiele
draadloze communicatieapparatuur. Gebruik van het apparaat in een
onjuiste omgeving kan leiden tot storingen of schade.
e
De naleving van de EMC- en EMI-regelgeving kan niet gegarandeerd
worden door het gebruik van gewijzigde kabels of kabels die
niet voldoen aan dezelfde normen waaronder de apparatuur is
gevalideerd.
e
Het systeem mag niet worden gebruikt naast of ondersteund door
andere apparatuur.
e
De aanbevelingen van deze gebruikershandleiding moeten worden
nageleefd.
e
Gebruik geen andere accessoires, omvormers, interne onderdelen
van componenten en andere kabels dan vooraf door de fabrikant
gespecificeerd. Hierdoor kan de emissie toenemen of de
elektromagnetische immuniteit afnemen, met een onjuiste werking
tot gevolg.
e
Draagbare RF-communicatieapparatuur (met inbegrip van
randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes) mag
niet dichter dan 30 cm bij welk onderdeel van het ultrasone systeem
dan ook worden gebruikt, met inbegrip van de door de fabrikant
gespecificeerde kabels. Anders kunnen de prestaties van deze
apparatuur verslechteren.
e
Om de fundamentele veiligheid met betrekking tot elektromagnetische
storingen tijdens de verwachte levensduur te handhaven, moet het
systeem altijd in de gespecificeerde elektromagnetische omgeving
worden gebruikt en moeten de in deze gebruikershandleiding
beschreven onderhoudsaanbevelingen worden opgevolgd.
De volgende tabellen geven informatie over de conformiteit van de
apparatuur volgens de norm EN 60601-1- 2:2015.