Össur Balance OFM2, Instructions For Use Manual

Page: 65 / 113

65
Let op: als het hulpmiddel wordt gebruikt als vrij beweegbaar gewricht,
moet de ontgrendelingsschroef (D) worden aangehaald met een koppel
van 5 Nm en vastgezet met een middelsterk schroefdraadborgmiddel.
Van mechanisch naar vast
• De ombouw naar een vaste knie gebeurt in omgekeerde volgorde
door de ontgrendelingsschroef (D) naar links te draaien totdat de
ontgrendelingshefboom (C) vrij kan bewegen.
• Zet de ontgrendelingsschroef (D) weer vast met een middelsterk
schroefdraadborgmiddel en controleer of de ontgrendelingshefboom
(C) vrij kan bewegen.
Let op: voer na elke ombouw een functionele controle uit vóór de
dynamische uitlijning.
Let op: als het hulpmiddel wordt gebruikt met de vergrendelingsfunctie,
mag de ontgrendelingsschroef (D) de werking van de
ontgrendelingshefboom (C) niet belemmeren en moeten ze worden
vastgezet met een middelsterk schroefdraadborgmiddel om onbedoeld
losraken en onjuist functioneren uit te sluiten.
Opmerking: als het hulpmiddel wordt gebruikt met de
vergrendelingsfunctie, kan er enige speling ontstaan. Deze speling kan
worden verholpen door de stelschroef voor de extensiestop (E) naar
rechts te draaien. Hierdoor komt de extensiestop in beweging waardoor
de speling wordt gecompenseerd.
Als de ontgrendelingshefboom (C) niet gemakkelijk op zijn plaats klikt,
corrigeert u de positie van de extensiestop door de stelschroef voor de
extensiestop (E) naar links te draaien.
Let op: zorg er bij het opnieuw afstellen van de extensiestop met de
stelschroef (E) voor dat het hulpmiddel correct functioneert of
vergrendelt, en voer vóór de dynamische uitlijning een functionele
controle uit.
GEBRUIK
Reinigen en onderhoud
Veeg het hulpmiddel schoon met een zachte doek. Gebruik geen
oplosmiddelen.
Omgevingsomstandigheden
Voorkom dat het hulpmiddel in contact komt met schoon water, zout
water of chloorwater.
Let op: het hulpmiddel mag niet worden gebruikt in een stoffige
omgeving. Vermijd blootstelling aan zand, talk of iets dergelijks.
Het hulpmiddel kan worden gebruikt bij temperaturen tussen -15 °C en
50 °C.
ONDERHOUD
Het hulpmiddel en de gehele prothese moeten worden onderzocht door
een medische-zorgverlener. Met welke frequentie dit moet gebeuren,
moet worden bepaald op basis van de activiteit van de patiënt.
Een interval van 6 maanden wordt aanbevolen.
Controleer op schade, overmatige slijtage en vuil.
Neem het hulpmiddel af met een zachte doek met wat universele
smeerolie of naaimachineolie.