69
NL
om de vergrendeling van de conussen te verbreken.
Laat, om de boorkop of de “morseconus” boorbeitel te
verwijderen, de drijfspil zakken en houd hem in positie. Zoek
de uitstootsleuf in de behuizing van de drijfspil, draai de spil
totdat de uitstootsleuven in lijn liggen met die in de behuizing
van de drijfspil (Fig. 25) (25.1). Aan de zijkant van de drijfspil
zijn de uitstootsleuven zichtbaar (Fig. 25). Het uitsteeksel
van de boorkop is via de uitstootsleuf zichtbaar. Gebruik een
tapse drevel om de conus te verbreken. Breng de drevel in de
sleuf boven het uitsteeksel van de boorkop of de boorbeitel in.
Neem een zachte hamer en tik hiermee op de drevel totdat de
conusverbinding wordt verbroken. Nu zullen de boorkop en de
“morsconus” mof uit de motoras vallen.
Er worden talrijke soorten “morseconus” beitelpunten
aangeboden, compleet met verloopmoffen.
SCHAKELAAR VOOR NOODSTOP BIJ
NULSPANNING (FIG. 26)
Deze machine is voorzien van een “nulspanningsschakela
ar”, die in geval van stroomonderbreking of als de stekker uit
het stopcontact wordt genomen voordat de machine wordt
uitgeschakeld, verhindert dat de machine onverwachts weer
opstart nadat de stroom is teruggekeerd of de stekker weer in het
stopcontact wordt gestoken. De machine zal dan ook pas starten
nadat hij is ingeschakeld met behulp van de aan/uit schakelaar.
De schakelaar is ook voorzien van een noodstopkapje. Til dit
kapje op (Fig. 26) (26.1) en druk op de groene inschakelknop
(Fig. 26.2) om de machine te starten. Druk daarentegen op de
rode uitschakelknop om de machine te stoppen (Fig. 26) (26.3).
Druk in geval van nood op het noodstopkapje (Fig. 26) (26.4).
Hierdoor wordt de machine uitgeschakeld en wordt het kapje
mechanisch in positie geblokkeerd, zodat de machine niet
ingeschakeld kan worden zolang de mechanische vergrendeling
niet wordt opgeheven. Druk, om de mechanische vergrendeling
op te heffen, op de noodstopknop en schuif hem naar boven
(Fig. 26) (26.5).
AFSTELLING VAN DE BOORDIEPTE (FIG. 27)
Deze voorziening is nuttig indien men gaten van gelijke diepte
in een stuk wil boren. Zet het te bewerken stuk vast in de
machineklemschroef en breng vervolgens de gewenste beitel
in de boorkop aan. Breng de boorbeitel in contact met het
werkoppervlak. Draai de borgknop los (Fig. 27) (27.1) en draai
de ring met schaalverdeling naar nul (Fig. 27) (27.2). Kies nu de
gewenste diepte en draai de ring met schaalverdeling naar de
gewenste diepte ten opzichte van de wijzer. Draai de borgknop
weer vast. Op die manier zal de boor elke keer op de ingestelde
diepte stoppen.
MC350:
Stel met behulp van de diepteborgmoeren (Fig. 27B)
(27B.1) en de diepteschaalverdeling (Fig. 27B) (27B.2) de
gewenste diepte van het gat in. Zet nu de diepteborgmoeren
vast: op die manier zal de boor elke keer op de ingestelde
diepte stoppen.
WIJZIGING VAN DE SPILSNELHEID (FIG. 28 EN 29)
EN GRAFIEK 1 (PAG. 15)
Draai de kruiskopschroef vast die de poeliebescherming
bevestigt. Hef de poeliebescherming op om het poeliesysteem
bloot te leggen. Bepaal de benodigde spilsnelheid. Identificeer
de poelieopstelling die de spilsnelheid oplevert die het dichtst
in de buurt ligt van de snelheid die vereist is wanneer de
grafiek van de spilsnelheden wordt geraadpleegd. Draai de
twee vleugelmoeren aan weerszijden van het gietstuk los (Fig.
28) (28.1). Verplaats, om de spanning van de aandrijfriem te
verminderen, de riemspanhendel naar links (Fig. 28) (28.2).
Nu verplaatst de motor, die zich aan de achterkant van de
machine bevindt, zich op twee leibanen, waardoor de spanning
op de aandrijfriem wordt geëlimineerd. Duw, om de aandrijfriem
naar de gewenste poelieopstelling te verplaatsen, de riem
op de grootste drijfspilpoelie in de richting van de een slag
kleinere poelie, en draai tegelijkertijd de drijfspil met de hand
totdat de aandrijfriem op die poelie wordt gebracht. Herhaal
deze procedure voor de leipoelie en de motorpoelie, totdat de
gewenste poelieopstelling wordt bereikt.
MC350:
Draai de riemspanknop los (Fig. 28B) (28B.1): hierdoor
neemt de spanning op de aandrijfriem af. De motorunit is
scharnierend uitgevoerd om het spannen van de aandrijfriem
mogelijk te maken.
Zie voor de poelieopstellingen Grafiek 1.
NB:
Kruis de riem niet om tussenliggende snelheden te
bereiken, want dit veroorzaakt beschadiging van de machine.
HET SPANNEN VAN DE RIEM
Span, zodra de gewenste poelieopstelling is bereikt, de
aandrijfriem door de riemspanhendel naar rechts te verplaatsen.
Druk, om de correcte spanning te controleren, met een vinger
op het midden van de aandrijfriem (Fig. 29). Die moet circa 13
mm doorbuigen. Draai de twee vleugelmoeren weer vast om de
motor op de twee leibanen vast te zetten.
MC350:
Span, zodra de gewenste polieopstelling is bereikt,
de aandrijfriem door de scharnierend uitgevoerde motor in de
richting van de pijl te verplaatsen (Fig. 30) (30.1). Druk, om de
correcte spanning te controleren, met een vinger op het midden
van de aandrijfriem (Fig. 31), die circa 13 mm moet doorbuigen
(Fig. 31) (31.1). Draai nu de riemspanknop weer vast.
ONDERHOUD
Deze boormachine vereist zeer weinig onderhoud. Alleen
moeten alle ongeverfde oppervlakken beschermd worden door
een dun laagje vloeibare olie.
Houd de machine vrij van krullen, die op de voorgeschreven
wijze verwerkt moeten worden, en dus niet bij het normale
huisvuil gevoegd mogen worden.
Inspecteer en controleer altijd de instellingen en afstellingen
alvorens de machine te gebruiken.