17
NL
PAS OP:
Het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel moet diagonaal naar achter lopen. U kunt de loop van de gordel aanpassen met
de verstelbare gordeldeflector van uw voertuig aan beide zijden.
a
A
B
KLIK
WAARSCHUWING:
Het kinderzitje is niet correct geïnstalleerd als kinderbeveiligingssysteem als de heup- en schoudergedeeltes van de
veiligheidsgordel niet op de juiste plaats zitten.
GROEP II, III (15-36 KG) MET ISOFIX
OPMERKING:
Wanneer u deze kinderbeveiliging in groep II of III gebruikt, verwijdert u het 5-puntsharnas, het driehoekig kussen en het slaapkussen.
1.
Plaats het kinderzitje op de juiste plaats, naar voren gericht (in de rijrichting), plat op de onderkant van de autostoel en tegen de rugleuning.
2.
Selecteer een voorwaarts gerichte positie 2 (rood).
3.
Druk op de ISOFIX-knop om de twee ISOFIX-vergrendelingsarmen aan de onderkant naar buiten te trekken.
U hoort een KLIK!
Controleer of de indicator rood kleurt, dit betekent dat de ISOFIX-bevestigingen ontgrendeld zijn.
OPMERKING:
De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen het oppervlak en de rugleuning van de autostoel.
4.
Plaats de ISOFIX-bevestigingen op één lijn met de metalen verankeringen aan de onderkant van de rugleuning van de autostoel en
druk deze erin tot ze vastklikken.
U hoort een KLIK! Controleer of de indicator van de ISOFIX-vergrendelingsarmen groen kleurt als
teken dat ze veilig bevestigd zijn.
PAS OP:
Controleer na de ISOFIX-installatie of het kinderzitje goed vastzit. Als het kinderzitje niet stabiel is en kan bewegen, installeer het
dan opnieuw.
5.
Trek eerst de gordel uit het oprolmechanisme. Schoudergordel door dezelfde kant van geleider 2, heupgordel door dezelfde kant van
geleider 1, trek vervolgens de schoudergordel en heupgordel samen door een andere kant van geleider 1.
6.
Om het kind vast te maken met de veiligheidsgordel moet de veiligheidsgordel van het voertuig over de twee onderste gordelgeleiders
lopen met de gesp aan de buitenkant van het kinderzitje.
7.
Plaats het schoudergedeelte in de bovenste gordelgeleider zodat de gordel goed over het kind ligt: op het sleutelbeen, binnenkant (A)
naar de schouder (B).
8.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit en trek de gordel strak aan zodat deze overal plat, glad en strak langs het kind loopt.
9.
Maak de veiligheidsgordel vast. U hoort een KLIK! Trek de veiligheidsgordel strak om te controleren of deze niet gedraaid zit.
PAS OP:
Het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel moet diagonaal naar achter lopen. U kunt de loop van de gordel aanpassen met
de verstelbare gordeldeflector van uw voertuig aan beide zijden.
a
A
B
KLIK
HET KIND BEVESTIGEN
WAARSCHUWING:
Als uw kind niet correct is bevestigd in het kinderzitje kan het tijdens een botsing door het voertuig worden geslingerd,
wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
1.
(Voor groep I):
Spreid de riemen van de vijfpuntsgordel open.
2.
Plaats uw kind in een zittende positie op het kinderzitje.
3.
Het kind moet plat op het kinderzitje zitten met de rug tegen de rugleuning, zonder dat er ruimte is achter het kind. Laat uw kind niet
naar voor hangen.
4.
(Voor groep 0+, I):
Steek de armen van het kind voorzichtig door de lussen van de vijfpuntsgordel.
Sluit de gespsluitingen. Controleer of
de schouderriemen op de juiste hoogte zitten. De riemen moeten goed vastzitten en mogen niet gedraaid zitten!
5.
(Voor groepen II, III): Trek aan de veiligheidsgordel. Trek aan de veiligheidsgordel. Leid het heupgedeelte van de veiligheidsgordel onder
de armleuningen naar het gordelslot. Steek de driepuntsgordel in het gordelslot tot u een klik hoort.
•
Een kinderzitje zorgt ervoor dat de veiligheidsgordel langs de sterke botten van de heupen en het bekken van uw kind loopt, en niet over
de buik, om uw kind tegen letsel te beschermen.
•
Het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel moet over de borst en het sleutelbeen worden geplaatst, tussen de hals en de schouder
van uw kind, zodat deze de hals niet raakt.
VERZORGING, REINIGING EN ONDERHOUD, BEWARING
•
WAARSCHUWING:
Het is gevaarlijk om dit product te wijzigen of er zaken aan toe te voegen zonder de goedkeuring van de
typegoedkeuringsinstantie. Het is ook gevaarlijk om de montage-instructies van de fabrikant van het kinderzitje niet op te volgen.
•
WAARSCHUWING:
Probeer het kinderzitje niet verder te demonteren dan volgens deze instructies is toegestaan.
•
WAARSCHUWING:
Alle kinderzitjes hebben een vervaldatum. Plastic en metalen onderdelen verslijten na verloop van tijd. Neem contact
op met de fabrikant als u niet zeker weet wanneer uw kinderzitje vervalt.