
8
BE
S
CHRIJVING V
AN HET APP
AR
AA
T EN HET DISPLA
Y
5. Trigger/burst-knop ( )
Programma 1:
Door het indrukken van de triggerknop wordt de signaalfrequentie van 4Hz naar 99Hz verhoogd. Om de hoogfrequentie-
triggermodus uit te schakelen drukt u nogmaals op de triggerknop.
Programma 2 en 3:
Wanneer de burstknop eenmaal wordt ingedrukt, wordt de burstmodus ingeschakeld. Druk nogmaals op deze knop om de
burstmodus uit te schakelen. Als tijdens Programma 2 de burstmodus wordt geselecteerd, levert het apparaat een signaal met
een frequentie van 99 Hz bij een pulsduur van 120
µ
s gedurende 3 seconden. Vervolgens gaat het gedurende 1,5 seconden terug
naar de normale programmafrequentie en pulsduur. Als tijdens Programma 3 de burstmodus wordt geselecteerd, levert het
apparaat een signaal met een frequentie van 4 Hz bij een pulsduur van 120
µ
s gedurende 3 seconden voordat het gedurende 3
seconden teruggaat naar de normale programmafrequentie en pulsduur.
Programma 4 en 5:
Wanneer de triggerknop eenmaal wordt ingedrukt, wordt de triggermodus ingeschakeld. De tweede keer wanneer de knop
wordt ingedrukt, begint het apparaat met een samentrekkingscyclus die zolang duurt als de knop wordt ingedrukt. Wanneer de
knop wordt losgelaten, begint het apparaat met een ontspanningscyclus. Wanneer de triggermodus wordt uitgeschakeld (door
op de intensiteitsknop te drukken), gaat de stimulatie in 2 seconden geleidelijk over op het vooraf ingestelde amplitudeniveau.
4.0
Beschrijving van het Apparaat en het Display
Batterij-informatie
Het apparaat wordt gevoed door één 9 volt-gelijkspanningsbatterij. Het batterijvakje bevindt zich aan
de achterkant van het apparaat. Gebruik van een alkalinebatterij wordt aanbevolen. De MediTens XP
heeft een indicator die de batterijstatus laat zien. Wanneer de batterij leeg begint te raken, knippert de
omtrek van de batterij. Volg de instructies op pagina 13 om de batterij te plaatsen, te vervangen of te
controleren.
Aansluitkabels
Onder aan het apparaat bevinden zich twee contacten waar de aansluitkabels in kunnen worden
gestoken (afb. 2). De aansluitkabels worden door middel van speciaal gevormde pennen op de elektroden
aangesloten. De elektroden en aansluitkabels zijn verwisselbaar en kunnen indien nodig worden
vervangen. Elke aansluit-kabel is een afzonderlijk kanaal. De ene is lichtblauw en de andere donkerblauw.
Aan het uiteinde van elke aansluitkabel zitten twee pennen met een plastic omhulsel.
Afb. 2
MediTens XP IM W Europe_Layout 1 01/12/2010 12:30 Page 90