3
NL
M1.1.TZHD30S-50S.NLFREN - 15032019
1�1 Veiligheidsvoorschriften
Algemene veiligheidsvoorschriften
• Ken uw machine. Lees en begrijp de handleiding en de op de machine aangebrachte etiketten. Leer meer over de
toepassingen en beperkingen en de specifieke potentiële gevaren.
•
Aard de machine. Elektrocutie, brand of materiële schade kunnen optreden als de machine niet goed elektrisch
aangesloten en geaard is.
• Houd de werkruimte schoon en goed verlicht. Rommelige of donkere plaatsen zijn een bron van ongelukken.
• Houd kinderen en andere personen uit de buurt terwijl de machine in bedrijf is. Door verstrooidheid kunt u de controle
verliezen. Alle bezoekers moeten op een veilige afstand van de werkruimte gehouden worden.
• Kinderen zijn niet toegelaten in de werkplaats. Ongeschoolde gebruikers lopen het risico op zware of dodelijke letsels.
Laat alleen geschoolde/onder toezicht staande personen de machine bedienen.
• Koppel de machine altijd los alvorens de machine in te stellen of te onderhouden, of voordat u een gereedschap wisselt. Dit
voorkomt het risico op letsels bij onbedoeld opstarten of contact met onder spanning staande onderdelen.
• U kunt geschokt, verbrand of gedood worden door het aanraken van onder spanning staande onderdelen of onjuist
geaarde machine. Om dit risico te beperken, moeten alle werkzaamheden aan de elektrische installatie door een
gekwalificeerde elektricien uitgevoerd worden. Schakel de stroomtoevoer altijd uit voordat u toegang krijgt tot elektrische
apparatuur.
• Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik geen elektrisch gereedschap in vochtige ruimtes en stel het niet bloot aan regen.
Zorg voor een geschikte en goed verlichte werkruimte.
• Draag geschikt kleding. Draag geen losse kleding, handschoenen, stropdassen of sieraden (ring, horloge), omdat deze
in bewegende delen kunnen vast komen te zitten. Draag antislipschoenen. Bind lang haar samen. Rol de lange mouwen
boven de elleboog.
• Draag een veiligheidsbril. Een gewone bril is alleen schokbestendig maar geen veiligheidsbril. Draag ook een stofmasker
als uw werk stof produceert.
• Draag een gehoorbescherming bij het bedienen van lawaaierige machines. Langdurige blootstelling aan geluid zonder
bescherming kan leiden tot permanente gehoorverlies.
• De beschermingen en afdekkingen verminderen het risico van onbedoeld contact met bewegende of rondvliegende delen.
Maak zeker dat ze goed geïnstalleerd zijn, niet beschadigd en dat ze goed werken voordat u de machine gebruikt.
• Maak er een gewoon van om te controleren dat alle sleutels van de machine zijn verwijderd voordat u de machine
inschakelt.
• Zorg altijd voor een stabiele positie en een goede balans tijdens het werk. Vermijd onhandige handposities die het moeilijk
maken om het werkstuk onder controle te houden of het risico op onopzettelijke letsel te vergroten.
• Onderhoud het gereedschap zorgvuldig. Houd de gereedschappen schoon en scherp voor veilige prestaties. Volg de
instructies om de accessoires te smeren en te vervangen.
• Vermijd onbedoeld opstarten. Maak zeker dat de schakelaar op “Uit” staat voor het aansluiten van de machine.
• Gebruik het geschikt gereedschap. Forceer het apparaat of de accessoires niet voor werkzaamheden waarvoor ze niet
ontworpen zijn.
• Gebruik aanbevolen accessoires. Raadpleeg de handleiding voor de aanbevolen accessoires en volg de instructies van de
fabrikant. Het gebruik van ongeschikte accessoires kan naar gevaren leiden.
• Klim nooit op de machine. Gevaar voor zware letsels bij kantelen van de machine.
• Controleer voor ieder gebruik van de machine de goede werking van de beschermingen en andere onderdelen. Controleer
of de bewegende delen goed uitgelijnd zijn, of er geen gebroken onderdelen zijn, of alle onderdelen goed gemonteerd
en in goede staat zijn alvorens de machine te gebruiken. Beschadigde beschermingen of andere onderdelen moeten
gerepareerd of vervangen worden.
• Laat de machine nooit onbeheerd draaien. Zet de schakelaar op “Uit”. Verlaat het werkgebied niet totdat de machine
volledig tot stilstand gekomen is.
• Gebruik altijd een bescherming, een spouwmes en een terugslagvinger voor alle “doorzagen” operaties. Doosteekzagen
zijn de handelingen waarbij het zaagblad volledig door het werkstuk snijdt, zoals bij langssneden of dwarssneden.
• Houd het werkstuk altijd stevig vast tegen de verstekgeleider of langsgeleider.
• Gebruik altijd een duwstok op smalle stukken te zagen. Raadpleeg de instructies voor langssneden.
• Gebruik altijd de langsgeleider of verstekgeleider om het werkstuk te plaatsen en te geleiden.
• Sta nooit of laat nooit een deel van uw lichaam in lijn met het pad van het zaagblad.
• Reik nooit achter of onder het snijgereedschap, om welke reden dan ook.
• Verwijder de langsgeleider voor dwarssneden.
• Bij het snijden van sierlijsten mag het werkstuk nooit tussen de langsgeleider en de snijkop geleid worden. Raadpleeg de
instructies in de handleiding van het toebehoren voor het snijden van sierlijsten.
• Voedingsrichting. Voer het werkstuk naar het zaagblad in tegen de draairichting ervan.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC