
RVP165 - NLFREN - v1.0 - 10022015
13
NL
MACH
6.3 Kleurtest
1. Open de afdekkap (afb.1, 11) van de reiniger.
2. Verbind het verfpistool met de luchtslang (afb.1, 4).
3. Op de achterste deel van de rooster (afb.1, W6C - 25), plaats de kaart voor de kleurtest.
4. Voer de kleurtest uit, door de verf op de kaart discontinu te vernevelen.
6.4 Scheiding en verwijdering van de verf in zone A
1. Verwijder de rooster (afb.1, W6C) van de tank, giet de stollingspoeder in het vuile water en meng manueel met een stok,
zodat al de poeder nat wordt.
2. Open en regel de luchtdebiet regelaar (afb.1, W1), zodat het water van de tank niet overloopt. Na 8-10 minuten mengen,
sluit de luchttoevoer en controleer de stolling van de verf. Als de verf niet gestold is, herhaal deze operatie.
3. Open de regelaar (afb.1, W1) opnieuw, en met het water en de gestolde verf in beweging, open de afvoerklep (afb.A,
W30) en laat langzaam stromen, om overlopen in de prefilterzak (afb.1, W50) te voorkomen.
4. Open de controleklep van het water (afb.1, W23R) en de hendel (afb.1, W18C). Spoel de wasbak (afb.1, W2) met de
borstel (afb.1, W36).
5.
Na de water filtrering, zet de prefilter met de bezinksel in een externe container en breng deze naar een
afvalwaterverwerkingsbedrijf. Het water van de tank (afb.1, W53) kan hergebruikt worden.
6. Alvorens de reiniger opnieuw te gebruiken, breng met de borstel (afb.1, W36) ongeveer 10 liter water in de wasbak
(afb.1, W2) en ongeveer 30 liter in de tank (afb.1, W53).
7. Zet de rooster (afb.1, W6C) opnieuw op zijn plaats.
AANDACHT
Voor een goede stolling, geen andere producten zoals oplosmiddelen, reinigingsmiddelen,
additieven, enz. mogen in de tank (afb.1, W52) met het water of oplosmiddel toegevoegd worden.
6.5 Scheiding en verwijdering van de verf in zone B
Breng het oplosmiddel naar een afvalverwerkingsbedrijf, of gebruik een geschikte distilleerder op de verf van het oplosmiddel
te scheiden, en breng de residuen naar een afvalverwerkingsbedrijf.
7 Onderhoud en periodieke controles
• Ontkoppel de machine van de persluchttoevoer voor elke reparatie of onderhoud.
•
Het onderhoud moet door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden, dat de instructies van deze handleiding navolgt.
• Als een bediening- of controleelement op het bedieningspaneel niet meer werkt, verwijder de afdekkap (afb.1, 46) om
toegang naar de afzuigkap te hebben, en voer de reparatie of vervanging uit. Aan het einde van de operatie, is het
verplicht de inspectieopening opnieuw te sluiten, voor een betere afzuiging van de roken.
• Controleer regelmatig de goede werking van de veiligheidsvoorzieningen.
• Het is verboden de veiligheidsvoorzieningen te beschadigen of verwijderen.
• De pictogrammen (waarschuwingsbordjes) op de machine geven belangrijke aanwijzingen om ongevallen te voorkomen.
Deze pictogrammen moeten altijd schoon en leesbaar zijn. Een onleesbare of beschadigde pictogram moet onmiddellijk
vervangen worden. Het gebruik van de reinigen met ontbrekende of beschadigde pictogrammen is verboden.
• Voor het onderhoud en reparaties, gebruik enkel originele onderdelen.
• Controleer dat de machine altijd correct geaard is.
• Smeer 3-4 maal per jaar de pneumatische uitrusting als volgt:
- Ontkoppel de luchttoevoer van de aansluiting (afb.1, 12).
- Giet ongeveer 2 lepels olie voor vernevelaars in de koppeling.
•
Reinig of vervang de filterzak (afb.1, 20).
• Reinig de rooster (afb.1, 25 - W6C) regelmatig.
• Reinig de opvangbak (afb.1, 47).
•
Reinig de filter van het oplosmiddel (afb.1, 7F) en van het water (afb.1, W79F).
•
Controleer en reinig de luchtinlaatfilter in de koppeling (afb.1, 12), indien mogelijk zonder de koppeling zelf te
demonteren.
• Controleer dat het oplosmiddel in de tanken (afb.1, 27 en 28) niet overloopt.
• Controleer dat de slangen (afb.1, 7-W7-23-24-W23-26) niet gebogen, versleten of gebroken zijn, en dat ze correct in hun
tanken ingezet zijn.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC