38
N
L
NL
4.4. De afstandsbediening en de transmissiekabels voor
het binnen- en buitenapparaat aansluiten (Fig. 4-5)
• Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads) De “S”
op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor specificaties
van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buitenapparaat.
• Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die bij
de afstandsbediening zitten.
• Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met gebruik
van een kabel van 0,75 mm
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter is,gebruik dan
een 1,25 mm
2
aansluitkabel.
1
MA-afstandbediening
• Sluit de “1” en “2” op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Nietgepolariseerde tweeaderige kabel)
• DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
2
M-NET-afstandbediening
• Sluit de “M1” en “M2” op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
• DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
3
Draadloze afstandsbediening (Bij installatie van een draadloze signaalontvanger)
• Sluit de draad van de draadloze signaalontvanger (9-polige kabel) aan op CN90
van het bedieningspaneel binnen.
• Als meer dan twee toestellen als groep bediend worden met een draadloze
afstandsbediening, sluit u TB15 op elke aan met hetzelfde nummer.
• Om de instelling van het paarnummer te wijzigen, raadpleegt u de installatiehandleiding
van de draadloze afstandsbediening. (De standaardinstelling van de binnenunit en
afstandsbediening is paar nummer 0.)
A
Aansluitblok voor transmissiekabel binnen
B
Aansluitblok voor transmissiekabel buiten (M1(A), M2(B),
(S))
C
Afstandsbediening
D
Draadloze signaalontvanger
E
Draadloze afstandsbediening
4.5. De aansluitadressen instellen (Fig. 4-6)
(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
• Er zijn twee types draaibare schakelinstellingen beschikbaar: voor het instellen van
adressen 1 tot 9 en groter dan 10, en voor het instellen van aftakkingsnummers.
1
Adressen instellen
Voorbeeld: Voor adres “3” laat u SW12 (voor de tientallen) op “0” staan en zet u
SW11 (voor de eenheden) op “3”.
2
Aftakkingsnummers instellen met SW14 (alleen R2-serie)
Gebruik voor de koelleiding van het binnenapparaat het eindverbindingsnummer
van de BC-controller.
Laat andere instellingen dan die voor de R2-serie op “0” staan.
• Bij levering uit de fabriek zijn alle draaischakelaars op “0” ingesteld. Met deze
schakelaars kunt u de adressen van de apparaten en aftakkingsnummers
instellen.
• De mogelijke waarden voor adressen van binnenapparaten hangen van het systeem
ter plaatse af. Stel de adressen in zoals aangegeven in het Informatieblad.
4.6. De kamertemperatuur detecteren met de ingebouwde
sensor in een afstandsbediening
Zet SW1-1 op het bedieningspaneel op “ON” als u wilt dat de ingebouwde sensor
van een afstandsbediening de kamertemperatuur detecteert. Desgewenst kunt u met
SW1-7 en SW1-8 de luchtstroom instellen wanneer de verwarmingsthermometer
uitgeschakeld (OFF) is.
Fig. 4-6
1
2
Fig. 4-5
3
4. Elektrische aansluitingen
4.7. Elektrische karakteristieken
Model
Stroomtoevoer
IFM
Volt / Hz
- 10%
MCA (A)
Uitvoer (kW)
FLA (A)
PLFY-P15VCM-E
220-240 V / 50 Hz
Maximaal: 264 V
Minimaal: 198 V
0,24
0,008
0,19
PLFY-P20VCM-E
0,29
0,011
0,23
PLFY-P25VCM-E
0,29
0,015
0,23
PLFY-P32VCM-E
0,35
0,020
0,28
PLFY-P40VCM-E
0,35
0,020
0,28
Symbolen: MCA: Max. Circuit Amps (= 1,25×FLA) (Max. circuit amps) FLA: Full Load Amps (Volledige belasting amps)
IFM: Indoor Fan Motor (Motor binnenventilator) Uitvoer: Ventilatormotor nominale uitvoer
Summary of Contents for CITY MULTI PLFY-P25-40VCM-E
Page 102: ...102 ...
Page 103: ...103 ...