44
GB
D
F
I
NL
E
P
GR
RU
TR
2. Afstandsbedieningskabels
9.1. Bedrading voedingskabel
•
De voedingskabels van de apparatuur mogen niet lichter zijn dan de 245 IEC
of 227 IEC norm.
•
Bij installatie moet er een schakelaar met een contactafstand van ten minste
3 mm tussen de polen worden opgenomen in het voedingscircuit van de air-
conditioning.
Dikte voedingskabel: meer dan 1,5 mm
2
[Fig. 9.1.1] (P. 4)
A
Schakelaar 16 A
B
Overstroombeveiliging 16 A
C
Binnenapparaat
D
Totale stroomsterkte moet minder dan 16 A zijn
E
Trekdoos
[Een stroombreker zonder zekering (NF) of een aardlekschakelaar (NV) se-
lecteren]
Om een NF of een NV in plaats van een combinatie van een Klasse B zekering
met schakelaar te selecteren, moet u het volgende gebruiken:
•
In het geval van een Klasse B zekering van 15 A of 20 A,
NF modelnaam (MITSUBISHI): NF30-CS (15 A) (20 A)
NV modelnaam (MITSUBISHI): NV30-CA (15 A) (20 A)
Gebruik een aardlekschakelaar met een gevoeligheid van maximaal
30 mA 0,1sec.
Voorzichtig:
Gebruik niets anders dan de correcte capaciteitsverbreker en zekering. Het
gebruik van een zekering, kabel of koperdraad met een te grote capaciteit
kan een defect of brand veroorzaken.
9.2. De afstandsbediening en de
transmissiekabels voor het binnen- en
buitenapparaat aansluiten
(Afstandsbediening is beschikbaar als optie)
•
Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De “S” op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor
specificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buiten-
apparaat.
•
Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die
bij de afstandsbediening zitten.
•
Sluit de “1” en “2” op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
•
Sluit de “M1” en “M2” op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstand-
bediening. (Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
•
Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met
gebruik van een kabel van 0,75 mm
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter
is, gebruik dan een 1,25 mm
2
aansluitkabel.
[Fig. 9.2.1]
(P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 9.2.2]
(P.4) M-NET-afstandbediening
A
Klemmenblok voor transmissiekabel binnenapparaat
B
Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C
Aafstandsbediening
Lengte
Kabeltypes
Kabeldiameter
Ongepantserde kabel voor tot en met 10 m; dezelfde speci-
ficatie als “1.” Bedrading transmissiekabels voor meer dan
10 m.
Meer dan 0,5 tot 0,75 mm
2
Voeg een gedeelte van meer dan 10 m bij tot binnen de
langst toegestane transmissiekabellengte van 200 m. (Ge-
pantserd gedeelte is meer dan 1,25 mm
2
)
Netwerk afstandsbediening
<Tabel 1>
Gebouw, kliniek, ziekenhuis of communicatie-
station zonder lawaai dat vermoedelijk ont-
wikkeld wordt door een gelijkstroom/wissel-
stroom-omzetter, een eigen stroomgenerator,
medische uitrusting met een hoge frequen-
tie, radiocommunicatie-uitrusting, enz.
Woonhuis of alleenstaande
winkel zonder lawaai
Gebouwen voorbeeld
(voor lawaaibeoordeling)
VCTF, VCTFK, CVV, CVS, VVR,
VVF, VCT of gepantserde CVVS
of CPEVS kabel.
Gepantserde CVVS of CPEVS kabel
Types transmissiekabel
Alle gebouwen
Systeemconfiguratie
Voor een enkelvoudig koelsysteem
Voor een meervoudig koel-
systeem
Lengte transmissiekabel
Maximaal 120 m
Minimaal 120 m
Onafhankelijk van de lengte
•
DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
•
DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
[Fig. 9.2.3]
(P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 9.2.4]
(P.4) M-NET-afstandbediening
A
Niet-gepolariseerd
B
Bovenste niveau (TB15)
C
Afstandbediening
D
Onderste niveau (TB5)
•
De MA- en M-NET-afstandbediening kunnen niet tegelijkertijd of afwisselend
worden gebruikt.
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden
breken of oververhit raken en brand veroorzaken.
•
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
•
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer te-
rug. Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volg-
orde.
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.
9.3. De elektrische aansluitingen maken
Controleer of de modelnaam op de gebruiksaanwijzingen op het deksel van de
besturingsdoos dezelfde is als de modelnaam op het naamplaatje.
Stap 1
Verwijder de schroeven waarmee het deksel van de besturingsdoos vast zit.
(2 schroeven)
[Fig. 9.3.1] (P. 4)
A
Schroeven
B
Deksel van aansluitdoos
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden
breken of oververhit raken en brand veroorzaken.
•
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
•
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer te-
rug. Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volg-
orde.
[Fig. 9.3.2] (P. 4)
A
Om ervoor te zorgen dat er geen trekkracht van buitenaf mechanische spanning
kan veroorzaken op de aansluitingen op het stroomtoevoer-aansluitblok, dient u
een bufferdoorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar) te ge-
bruiken.
B
Voedingsdraden
C
Trekkracht
D
Gebruik een normale doorvoer
E
Transmissiebedrading
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.
Summary of Contents for CITY MULTI PEFY-P-VMH-A-F Series
Page 79: ......