88
ń
De automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd vindt niet
plaats.
• De camera werkt met een centraalsluiter (de meeste compactcamera’s). Er
hoeft daarbij geen omschakeling naar een flitssynchronisatietijd plaats te
vinden.
• De camera werkt met FP-synchronisatie bij korte belichtingstijden (camera-
instelling). Daarbij vindt de omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
niet plaats.
• De camera werkt met een langere belichtingstijd dan de flitssynchronisatie-
tijd Afhankelijk van de camerafunctie wordt daarbij niet naar de flitssynch-
ronisatietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
De opnamen vertonen aan de onderzijde een schaduw.
• Door de parallax tussen objectief en flitser kan het onderwerp in het dicht-
bijbereik, afhankelijk van de brandpuntsafstand, aan de onderzijde van
het beeld niet geheel worden uitgelicht. Neig de hoofdreflector, c.q. zet de
groothoekdiffusor voor de reflector.
De opname zijn te donker.
• Het onderwerp ligt buiten het bereik van de flits. Let op: bij indirect flitsen
vermindert de reikwijdte van de flits.
• Het onderwerp bevat zeer lichte of reflecterende beelddetails. Daardoor
wordt het meetsysteem van de camera, c.q. van de flitser beïnvloed. Stel
met de hand een positieve correctie op de flitsbelichting van bijv. +1 EV in.
De opnamen zijn te licht.
• In het dichtbijbereik kunnen overbelichtingen (te lichte opnamen) voorko-
men, als u bijv. een langere dan de kortste flitsduur van de flitser gebruikt.
De minimale afstand tot het onderwerp moet minstens 10% van de aange-
geven reikwijdte bedragen.
De flitsparameters voor de lichtgevoeligheid ISO en de diafragmawaarde F
zijn op de flitser niet te verstellen.
• Tussen camera en flitser vindt een digitale uitwisseling van gegevens laats.
Daarbij worden de waarden van ISO en diafragma F automatisch op de
flitser ingesteld. Het verstellen van ISO en diafragmawaarde is alleen
mogelijk als er geen digitale uitwisseling van gegevens plaatsvindt, bijv.
met camera’s uit groep A.
24. Technische gegevens
Richtgetallen bij ISO 100/21°, Zoom 105 mm:
in het metersysteem: 58
in het feetsysteem: 192
Met de hand instelbare werkdiafragma's bij ISO 100 / 21°:
1 – 1,4 – 2 - 2,8 – 4 – 5,6 – 8 – 11 – 16 – 22 – 32 – 45
Bereik van de automatische werkdiafragma's bij ISO 100 / 21°:
F1,0 tot F45 inclusief de tussenwaarden
Met de hand instelbare deelvermogens:
P 1/1 ... P 1/256 in stappen van een derde
Flitsduur (zie Tabel 4, S. 175)
Meethoek fotosensor: Ong. 25°
Kleurtemperatuur: Ong. 5600 K
Lichtgevoeligheid: ISO 6 tot ISO 6400
Synchronisatie: Laagspannings-IGBT-ontsteking
Aantallen flitsen:
• Ong. 180 met Metz NiMH accupak 1600mAh
• Ong. 180 met super-alkalimangaanbatterijen
• Ong. 430 met Metz Power-Pack P76
(telkens bij vol vermogen)
Flitsvolgtijd:
• Ong. 5 seconden met NiMh accupak 1600mAh
• Ong. 5 seconden super-alkalimangaanbatterijen
• Ong. 2,5 seconden met Power Pack P76
(telkens bij vol vermogen)
706 47 0029-A3 58 AF-1 N 30.05.2007 8:05 Uhr Seite 88