83
DE
FR
NL
ES
IT
EN
10.1. Zender instellen
Druk de toets
/TUN. +
of
/Tun.-
kort in om een specifieke frequentie in te
stellen.
Houd een van de toetsen ingedrukt om automatisch naar de volgende zender te
zoeken.
De frequentie van de radiozender wordt in stappen van 0,05 MHz
gewijzigd.
Dit wordt echter niet weergegeven. In plaats daarvan knippert het
laatste cijfer eenmalig zonder te veranderen.
Druk de toets
/TUN. +
of
/Tun.-
in tot u de gewenste frequentie heeft
ingesteld.
10.2. Zenders opslaan en oproepen
10.2.1. Zenders automatisch opslaan
Houd de toets
/
PAIR
/
SCAN
ingedrukt totdat het zoeken naar zenders
automatisch start.
Alle gevonden zenders worden nu automatisch op volgorde opgeslagen,
beginnend bij de laagste frequentie. Al opgeslagen zenders worden zonder verdere
vragen overschreven.
Druk opnieuw op de toets
/TUN.+
of
/Tun.-
om automatisch opslaan te
beëindigen.
10.2.2. Zenders handmatig opslaan
Stem af op een radiozender die u wilt opslaan.
Druk op de toets
P-MODE/M
.
Op het display knippert de aanduiding van de zenderplaats (bijv.
P01
).
Selecteer met de toets
10/M./FOLD.
of
10/M./FOLD.
de gewenste
zenderplaats waar de radiozender moet worden opgeslagen.
Druk opnieuw op de toets
P-MODE/M
om het opslaan af te sluiten.
10.2.3. Zenders oproepen
Druk een of meerdere keren op de toets
10/M./FOLD.
of
10/M./FOLD.
Op het display verschijnt de aanduiding van de voorkeuzelocatie (bijv.
P01
).
11. USB-geheugenstick plaatsen
Verwijder het afdekkapje en steek de USB-stick in de gewenste USB-aansluiting.
Druk één of meerdere keren op de toets
FUNCTION/
om de gewenste
bedrijfsmodus te selecteren:
USB1
verschijnt als de USB1-poort wordt gebruikt.