90 NEDERLANDS
20.
Gebruik uitsluitend een zaagblad met een
diameter zoals aangegeven op het gereed-
schap of vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Het gebruik van een zaagblad met een verkeerde
afmeting, kan een goede bescherming of werking
van het zaagblad verhinderen, wat kan leiden tot
A
21.
Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
22.
Gebruik de zaag niet voor het zagen van iets
#.)(y#.
Y<]#%<j'.'<jY[yYY(]^)%'$)
materialen.
23.
(Alleen voor Europese landen)
Gebruik altijd een zaagblad dat voldoet aan
EN847-1.
Aanvullende instructies
1.
Houd de werkplaats kinderveilig met
hangsloten.
2.
Ga nooit op het gereedschap staan.
Er kan
ernstig letsel ontstaan als het gereedschap omvalt
$' AJ
aangeraakt.
3.
Laat het gereedschap nooit ingeschakeld
achter. Schakel de voeding uit. Laat het
gereedschap niet achter totdat het volledig tot
stilstand is gekomen.
4.
Gebruik de zaag niet zonder dat de
beschermkappen zijn aangebracht. Controleer
vóór elk gebruik of de beschermkap goed sluit.
Gebruik de zaag niet indien de beschermkap
niet goed beweegt en niet snel over het zaag-
blad sluit. Klem of bind de beschermkap nooit
in de geopende stand vast.
5.
Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad.
Voorkom contact met het nog nadraaiende
zaagblad. Het kan nog steeds ernstig letsel
veroorzaken.
6.
j)$#.yYX%)]y)%]))($%)'.).y\
<'[]<
de slede terug naar zijn achterste stand na elke
afkortzaagsnede.
7.
Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens
het gereedschap te dragen.
8.
De aanslagpen die de zaagkop in de onderste
y]#.)(^().)%]|Y(]#%%)).^);(<'$]YY(
het dragen en opbergen van het gereedschap
en niet voor zaagbedieningen.
9.
Controleer vóór het gebruik het zaagblad
zorgvuldig op barsten of beschadiging.
Vervang een gebarsten of beschadigd zaag-
blad onmiddellijk. Gom of hars dat op het
zaagblad is opgedroogd vertraagt het zaag-
blad en verhoogt de kans op terugslag. Houd
het zaagblad schoon door dit eerst van het
gereedschap te demonteren en het vervolgens
schoon te maken met een schoonmaakmiddel
YY(^Yj).
#(y
))]|#])(Y[$)(Yy'.)
Gebruik nooit benzine om het zaagblad
schoon te maken.
10.
Tijdens het uitvoeren van schuivend
"#^).$#.)).Q}+`+YX]()).}).
TERUGSLAG treedt op wanneer het zaagblad
vastloopt in het werkstuk tijdens het zagen en
et zaagblad snel in de richting van de gebrui-
ker wordt bewogen. Dit kan leiden tot verlies
van controle over het gereedschap en ernstig
persoonlijk letsel. Wanneer het zaagblad
;)^'.]#y]])%YX).]').y
)]"#^)."##^]<
niet verder maar laat u de schakelaar onmid-
dellijk los.
11.
+);(<'$#%%)).).").')YY(']^)())-
schap zijn bestemd.
12.
{#yYX#]<)#y)).").YY(#%
<.
montagevlak) of de bout niet beschadigt.
Beschadiging van deze onderdelen kan zaag-
bladbreuk veroorzaken.
13.
Zorg dat het draaibaar voetstuk goed vast-
^)")]'y"Y#]
)]]').y
)]"#^)..')]$#.
bewegen. Gebruik de gaten in het voetstuk
om de zaag te bevestigen op een stevig werk-
platform of een stevige werkbank. Gebruik het
gereedschap NOOIT wanneer de gebruiker in
een ongemakkelijke houding moet staan.
14.
Zet de asblokkering in de vrije stand alvorens
de schakelaar in te drukken.
15.
Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagste
positie niet in aanraking komt met het draai-
baar voetstuk.
16.
Houd het handvat stevig vast. Denk eraan dat
de zaag bij het starten en stoppen even op- en
neergaat.
17.
Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen niet
in contact is met het werkstuk.
18.
Laat het gereedschap een tijdje draaien
alvorens het op het werkstuk te gebruiken.
Controleer op trillingen of schommelingen die
op onjuiste montage of op een slecht uitgeba-
lanceerd zaagblad kunnen wijzen.
19.
Stop onmiddellijk met zagen indien u iets
abnormaals opmerkt.
20.
Probeer niet om de trekkerschakelaar in de
ingeschakeld stand te vergrendelen.
21.
Gebruik uitsluitend de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Het
^);(<'$#.Y.^)y\
'$])#\\)yyY'()y"Y#%y
y%'Xy\
').$#.%)]y)%)(YY("#$).
22.
Sommige materialen bevatten chemische
stoffen die giftig kunnen zijn. Wees voorzichtig
dat u geen stof inademt en het stof niet op uw
huid komt. Volg de veiligheidsinstructies van
de leverancier van het materiaal op.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor een
laser
1.
LASERSTRALING: KIJK NIET IN DE
LASERSTRAAL EN KIJK NIET DOOR
OPTISCHE INSTRUMENTEN RECHTSTREEKS
NAAR DE LASERSTRAAL. LASERPRODUCT
VAN KLASSE 2M.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Summary of Contents for LS1219
Page 2: ...Fig 1 10 11 12 14 15 3 2 4 5 8 7 9 13 6 1 16 17 18 19 20 21 Fig 2 2 ...
Page 3: ...7 8 5 6 1 2 3 4 9 10 11 15 13 12 14 Fig 3 1 2 Fig 4 1 3 2 4 Fig 5 3 ...
Page 4: ...1 3 2 Fig 6 1 Fig 7 1 Fig 8 3 1 2 Fig 9 1 Fig 10 1 2 3 4 6 5 Fig 11 4 ...
Page 5: ...1 Fig 12 1 Fig 13 1 3 2 Fig 14 1 2 Fig 15 1 3 2 4 Fig 16 1 Fig 17 5 ...
Page 6: ...1 Fig 18 1 2 Fig 19 1 Fig 20 1 Fig 21 1 Fig 22 3 2 1 Fig 23 1 2 3 Fig 24 6 ...
Page 7: ...1 Fig 25 1 Fig 26 A B Fig 27 1 Fig 28 3 1 2 Fig 29 7 ...
Page 8: ...3 1 2 Fig 30 2 3 1 4 5 Fig 31 1 2 Fig 32 1 2 3 4 5 6 Fig 33 3 1 2 Fig 34 8 ...
Page 9: ...1 2 Fig 35 1 Fig 36 1 2 Fig 37 1 2 4 3 2 1 3 4 Fig 38 2 3 1 Fig 39 1 2 3 4 Fig 40 9 ...
Page 10: ...1 2 3 Fig 41 2 1 Fig 42 1 Fig 43 1 Fig 44 Fig 45 10 ...
Page 11: ...1 2 3 Fig 46 1 2 3 Fig 47 2 3 1 4 Fig 48 1 2 3 4 Fig 49 1 4 2 3 Fig 50 2 1 Fig 51 11 ...
Page 13: ...1 Fig 60 2 1 Fig 61 1 2 3 Fig 62 Fig 63 1 2 Fig 64 13 ...
Page 14: ...4 5 1 3 2 Fig 65 1 4 2 3 5 Fig 66 1 2 Fig 67 1 Fig 68 1 Fig 69 14 ...