- 75 -
Voor in gebruik name
10.15
13.4
Lasprocédé met elektrode
Elektrodelaskabel aansluiten
Sluit de elektrodelaskabel aan op de aansluitbus min 8 of
plus 7 en borg de kabel door deze rechtsom te draaien.
Let op bij de keuze van een geschikte be-
klede elektrode op de aanwijzingen van de
fabrikant. De elektrodediameter is afhan
-
kelijk van de dikte van het te lassen ma
-
teriaal.
Elektrodelassen met een positive (+) elektro-
de
Â
Sluit de laskabel met de lastang aan de pluspool 7
van het lasapparaat en zet deze vast door het naar
rechts draaien van de stekker.
Elektrodelassen met een negatieve (–) elek-
trode
Â
Sluit de laskabel met de lastang aan de minuspool 8
van het lasapparaat en zet deze vast door het naar
rechts draaien van de stekker.
Â
Druk de hevel aan de greep van de lastang in. Span
een elektrode, aan het blanke einde, tussen de bek-
ken in. Let daarbij op dat de elektrode boven en on-
der in de inkervingen ligt.
13.5
TIG-lassen
Gevaar door elektrische schok!
Bij gekozen functie HF-ontsteken staat
er een hoge ontstekingsspanning op de
toorts. Raak bij ingeschakeld apparaat
nooit de laselektrode of onderdelen die
lasspan-ning voeren aan.
Elektrode plaatsen
53
54
52
51
50
55
Abb. 31: Toorts
Â
De spankap 55 losschroeven en afnemen.
Â
Trek de elektrode 54 uit de spanhuls 53.
Â
Slijp de elektrode 54.
Â
Schuif de elektrode 54 in de spanhuls 53.
Â
Plaats de elektrode 54 in de toorts en schroef de
spankap 55 vast
.
Demonteer het spanhulshuis 51 en het
gasmondstuk 50 niet.
Bij het ombouwen van de toorts naar een
andere elektrodediameter dient op het vol
-
gende te worden gelet.
Spanhuls 53, spanhulshuis 51 en elektrode 54 die-
nen dezelfde diameter te hebben.
Het gasmondstuk 50 dient op de elektrodediameter
te worden afgestemd.
TIG-toorts aansluiten
Gevaar door elektrische schok!
Aan de aansluitbus 9 mag alleen de
stuurstekker van de lastoorts worden
aangesloten. Nooit iets anders voor
aansturing insteken zoals bijvoorbeeld
een relaiscontact van een automatise-
ringsbesturing omdat aan deze aan-
sluitbus de volledige ontsteekspanning
voorhanden is, ook als de stuurstekker
niet is aangesloten.
57
9
8
58
Abb. 32: TIG-toorts aansluiten
Â
Sluit de TIG-toorts 58 aan de minpool 8 aan en zet
deze vast door naar rechts te draaien.
Â
Steek de stuurstekker van de lastoorts 57 in de aan-
sluitbus 9 van het apparaat.
i
i