B VERPLAATSEN VAN DE
KNEUSROTOR
Wanneer de kneuzer in een lang gewas regelmatig verstopt
raakt, is het aan te bevelen de kneusrotor naar achteren te
plaatsen. Dit is als volgt uit te voeren:
- Demonteer de snarenkast teneinde de snaren te kunnen
ontspannen
- Ontspan de snaren
- Demonteer het draadeind van de spaninrichting door de
bout A (fig. B-1) te verwijderen
- Demonteer in zijn geheel de bovenste bout B (fig. B-2) van
het lagerblok (links en rechts)
- Draai de onderste bout van het lagerblok gedeeltelijk los
- Verplaats de kneusrotor naar achter, van positie
naar
positie
, zet dan beide lagerblokbouten weer vast
- Monteer het draadeind van de spaninrichting
- Span de snaren. Stel de snaarspanning zodanig af, dat een
kracht van 70 N op het midden van de snaar een indrukking
van 10 mm geeft (fig. B-1)
- Monteer de snarenkast
- Monteer en borg de bussen (C) die de uiterste stand van de
regelplaat begrenzen (fig. B-3).
Achterste stand: één bus aan bovenzijde van de borgclip en
één bus aan de onderzijde van de borgclip (regelplaat moet
meer verplaatst kunnen worden, dus meer draadgangen
creëren om spindel in te draaien).
24
Bijlage B
B-1
10 mm
70 N
(7 kg)
A
B-3
C
B-2
B