7.6 Vet maaielementen vervangen
Vervang het vet in de maaielementen elke 500 werkuren of
na iedere 1000 hectaren.
Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen op.
- Verwijder de maaischijf.
- Neem het lagerhuis A (fig. 33) van het element. Let erop
dat de vulringen B op hun plaats blijven.
Wanneer meerdere lagerhuizen tegelijk worden
gedemonteerd, dient ervoor te worden gezorgd dat de
lagerhuizen later op de oorspronkelijke elementen
worden teruggeplaatst
.
- Verwijder het vet uit het element. Gebruik
geen
oplos-
middel omdat dit de afdichting van de lagers kan
aantasten en/of de vetvulling uit de lagers kan spoelen.
- Vul het element met 0,095 kg vet (vet-classificatie NLGI
0, type calcium-lithium zeep of lithium zeep / Shell
Alvania WR 0).
Pas de hoeveelheid vet nauwkeurig af. Afwijking van de
hoeveelheid kan leiden tot oververhitting en schade aan
het element
.
- Plaats het lagerhuis op het element. Draai de naaf C (fig.
33) zodanig dat deze in lijn staat met de naaf van het
naastliggende element (fig. 34).
- Breng Loctite 243 aan op de draad van de cilinder-
kopschroeven en draai deze vast met een aanhaalmoment
van 20 Nm (2 kgm).
- Controleer of de O-ring D (fig. 34) zich in het drukstuk
bevind.
- Monteer de maaischijf. Zet de kroonmoer vast met een
aanhaalmoment van 150-250 Nm (15-25 kgm) en borg
deze met een splitpen. Zorg ervoor dat de splitpen niet
boven het drukstuk uitsteekt.
20
!
33
36 Nm (3,6 kgm)
0,095 kg
C
A
B
34
150-250 Nm
(15-25 kgm)
!
D