4.5 Positie maaier naast tractor
De positie van de maaier is te variëren d.m.v. drie gaten waar
de trekboomcilinder in kan aangrijpen.
De positie hangt af van de plaats van het zwad en “sporen”
van de machine.
De plaats van het zwad wordt bepaald door eventueel gebruik
van een frontmaaier c.q. stand van de zwadborden.
Het sporen van de machine hangt af van de bodemdruk
(maaibalk) en de bodemgesteldheid.
Gat A (fig. 12): hartafstand maaier - tractor maximaal.
Gat B (fig. 13): hartafstand maaier - tractor tussenstand.
Gat C (fig. 14): hartafstand maaier - tractor minimaal.
12
12
A
13
B
14
C