7.6
Vet maaielementen vervangen
Vervang het vet in de in de maaielementen elke 500 werkuren
of na iedere 1000 hectaren.
Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen op.
- Verwijder de maaischijf.
- Neem het lagerhuis A (fig. 23) van het element. Let erop
dat de vulringen B op hun plaats blijven.
NB!
Wanneer meerdere lagerhuizen tegelijk worden gede-
monteerd, dient ervoor te worden gezorgd dat de lager-
huizen later op de oorspronkelijke elementen worden
teruggeplaatst.
- Verwijder het vet uit het element. Gebruik
geen
oplos-
middel omdat dit de afdichting van de lagers kan aantasten
en/of de vetvulling uit de lagers kan spoelen.
- Vul het element met 95 gram vet .
(vet-classificatie NLGI 0, type calcium-lithium zeep of
lithium zeep / Shell Alvania WR 0).
Pas de hoeveelheid vet nauwkeurig af. Afwijking van de
hoeveelheid kan oververhitting en schade aan het element
tot gevolg hebben
.
- Plaats het lagerhuis op het element. Draai de naaf C
(fig. 23) zodanig dat deze in lijn staat met de naaf van het
naastliggende element (fig. 24).
- Breng Loctite 243 aan op de draad van de cilinder-
kopschroeven en draai deze vast met de volgende aanhaal-
moment van 39 Nm (3,9 kgm).
- Controleer of de O-ring zich in het drukstuk bevindt.
- Monteer de maaischijf. Zet de kroonmoer vast met een
aanhaalmoment 150-250 Nm (15-25 kgm). Borg de
kroonmoer met een splitpen. Zorg ervoor dat de splitpen
niet boven het drukstuk uitsteekt.
18
23
39 Nm
(3,9 kgm)
C
A
B
24
150-250 Nm
(15-25 kgm)
!