Korte handleiding
Functiebereik
De zes toetsen worden hieronder kort beschreven.
Het juiste gebruik wordt in de desbetreffende hoofdstuk-
ken uitgelegd. In deze beschrijvingen worden de namen
van de functietoetsen op dezelfde manier gebruikt.
Set (kort indrukken)
Met deze functietoets worden programmeringen opgeroe-
pen.
De geprogrammeerde gegevens worden opgeslagen.
Set (langer indrukken)
Bij de weergave van alle segmenten oproep “individuele
instellingen”
Reset
Met deze functietoets wordt het actuele veld gewist voor
een nieuwe start.
Program
Met deze functietoets worden de diverse programma’s
gekozen.
Nogmaals indrukken
> volgende programma.
Langer indrukken
> programmadoorloop
Min – / Plus + toetsen
Met deze functietoetsen worden voor de training in de
diverse menu’s waardes gewijzigd en tijdens de training
de belasting (niveaus) gewijzigd.
verder “Plus”
of terug “Min”
langer indrukken > snelle wisseling
“Plus” en “Min” samen indrukken:
belasting springt op
niveau 1
Programma’s springen op
oorsprong
Waardeprogrammering springt op
uit (Off)
Recovery
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart.
Verdere functies van de toetsen worden op de betreffende
plaats in de bedieningshandleiding uitgelegd.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 3 bronnen plaatsvinden:
1. Oorclip-
De stekker wordt in de bus gestoken, de handsensoren
worden daarbij uitgeschakeld;
2. Handsensoren
De aansluiting bevindt zich aan de achterzijde van de
computer.
3. Borstgordel
A.u.b. de daarbij horende handleiding raadplegen.
Opmerking:
Trainings- en bedieningshandleiding
52
NL
G
G
G