NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
17/41
LED PULSAR
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van plaatsen waar men mag
lopen en zitten.
Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren of de minimum puntbelasting van de
installatieplaats 10 keer het gewicht van het toestel bedraagt.
Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12 keer het gewicht
van het toestel kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging moet zo worden aangebracht dat
geen deel van het toestel meer dan 20 cm vallen kan als de hoofdbevestiging faalt.
Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montage mag zelfs niet gedacht
worden.
Bedek geen enkele ventilatieopening om oververhitting te vermijden.
De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de veiligheid en de
technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken. Elk
jaar moeten de installaties worden gekeurd door een vakman om te controleren of de veiligheid nog
steeds perfect in orde is.
HOE GEBRUIKEN:
Belangrijk: De elektrische installatie behoort uitsluitend uitgevoerd te worden door bevoegd
personeel, volgens de in uw land geldende regels betreffende elektrische en mechanische
veiligheid.
1. Standalone 1 toestel:
DMX startadres MOET ingesteld staan op 001. (eerste DIP schakelaar = ON, alle andere = OFF)
Sluit daarna gewoon het toestel aan op het stroomnet en zet wat muziek op. Het toestel zal automatisch
beginnen werken op het ritme van de muziek.
U kunt en optionele CA-8 controller of een draadloze RF-8 controller gebruiken om enkele automatische
functies van op afstand te kiezen. Zie #3 voor meer info.
2. Twee of meerdere toestellen in master/slave opstelling:
Verbind 2 of meerdere toestellen met elkaar door middel van symmetrische microfoonkabels van goede
kwaliteit. Het eerste toestel in de keten moet ingesteld worden als Master en mag er mag geen kabel op
de DMX ingang aangesloten worden. Alle andere toestellen moeten ingesteld worden als Slaven en
zullen de commando's van de Master volgen.
Stel het DMX adres als volgt in:
Master toestel:
DMX startadres MOET ingesteld staan op 001. (eerste DIP schakelaar = ON, alle
andere = OFF)
Slave toestellen: het DMX startadres mag om het even welke waarde hebben, maar NIET 001 (bvb:
de eerste 3 Dip schakelaars = ON)
U kunt en optionele CA-8 controller of een draadloze RF-8 controller gebruiken om enkele automatische
functies van op afstand te kiezen. Zie #3 voor meer info.
3. Sluit een optionele CA-8 of RF-8 controller aan voor een betere controle:
De CA-8 of RF-8 controller kan enkel gebruikt worden in Standalone of master/slave modus:
CA-8 controller met kabel:
Sluit de controller aan op de jack ingang van het eerste toestel
(master).
Draadloze RF-8SET controller: deze bestaat uit 2 onderdelen:
RF-8T: kleine RF zender die tot 5 verschillende effecten kan aansturen.
NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
18/41
LED PULSAR
RF-8R: kleine RF ontvanger die u moet aansluiten op de vijfpolige DIN aansluiting van de LED
Pulsar. Raadpleeg de installatiehandleiding van de ontvanger voor meer info.
Nu kunt u alle aangesloten toestellen controleren:
4. Installatie in DMX modus voor het gebruik met een DMX controller:
Het DMX protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om lichtuitrustingen te bedienen. U moet
uw DMX bediening en alle units met een symmetrische kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Sluit het eerste toestel aan op de DMX controller of op het vorige licht effect in de DMX ketting.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, de XLR-3pin is echter meer populair
aangezien deze kabels compatibel zijn met symmetrische audiokabels (microfoonkabels).
Pin lay-out XLR-3pin:
Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin lay-out XLR-5pin:
Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~ Pin 4+5 = niet
gebruikt.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen,
moet u een afsluitweerstand van 90
Ω
tot 120
Ω
aan het eind van de keten
gebruiken. Gebruik nooit een Y splitterkabel, dit zal gewoon niet werken!
Verzeker u ervan dat alle toestellen op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando’s van de controller het moet ontcijferen. In de volgende sectie zal u leren hoe het DMX
adres in te stellen.
Hoe moeten de DIP schakelaars ingesteld worden om het gewenste startadres te bekomen:
Op de achterzijde van de Led Pulsar zult u zien dat elk van de eerste 9 DIP schakelaars overeenstemt
met een bepaalde waarde:
Dip
#1
#2
#3
#4
#5
#6
#7
#8
#9
#10
Waarde
1
2
4
8
16
32
64
128
256
ON = 1 kanaalsmodus
OFF = 6 kanaalsmodus
U kunt de waarden van deze schakelaars combineren om om het even welk startadres tussen 1 en 512
te bekomen:
Startadres = 01
schakelaar 1=ON
waarden: 1
Startadres = 07
schakelaar 1+2+3=ON
waarden: 1+2+4 = 7
Startadres = 13
schakelaar 1+2+4=ON
waarden: 1+4+8 = 13
Startadres = 19
schakelaar 1+2+5=ON
waarden: 1+2+16
= 19
....
Stand-by
Black-out
Functie:
1. Witte synchrone strobo
2. Witte geluidgestuurde strobo
3. Geluidgestuurde strobo in
kleur
Kies een kleur
Kies een show
1-6
Modus
Strobo (LED UIT)
LED AAN
LED knippert
