nl
• Omgevingstemperatuur van -5°C tot +40°C .
Gebruik:
Voor informatie over de elektropompen en de schakelkasten moeten de betreffende gebruik-
saanwijzingen geraadpleegd worden.
Het product mag niet in stoffige omgevingen gebruikt worden waar zuren, corrosieve en/of ontv-
lambare gassen enz. voorhanden zijn.
De elektropomp mag ook niet gebruikt worden om gevaarlijke of ontvlambare vloeistoffen te ver-
pompen.
• Omgevingstemperatuur: van +0°C tot +40°C
• Maximum hoogte boven de zeespiegel: 1000 meter
• Temperatuur van de verpompte vloeistof: van + 1°C tot + 35°C voor pompen van de DOMO
serie, van + 1°C tot + 25°C voor alle andere pompen
• Aard van de verpompte vloeistof
- Modellen met een één of twee kanaals waaier: schoon water, vuil en rioolwater met zwevende
vaste delen maar zonder chemisch agressieve bestanddelen en zand
Type
Vrije doorgang (mm)
DOMO 7
35
DOMO 10 – 15 – 20
50
DL 80 – 90 – 105
45
DL 109 – 125
50
- Modellen met Vortex-waaier: schoon water, vuil en rioolwater met zwevende vaste delen en
vezelige delen maar zonder chemisch agressieve bestanddelen en zand
Type
Vrije doorgand (mm)
DOMO 7 VX
35
DOMO 10 VX – 15 VX – 20 VX
50
MINIVORTEX – VORTEX
45
DLV 100
50
• Mogelijkheid van installatie binnen (souterrains, kelders enz.) of buiten (boven- of onder-
gronds).
• De spanning en de frequentie van het elektrische voedingsnet moeten overeenstemmen met
de gegevens die op het typeplaatje van de elektropomp staan.
(Normaal is voor de monofase pompen een spanning van 230 V ± 10% 50 Hz voorzien en voor
de driefase pompen een spanning van 400 V ± 10% 50 Hz. In ieder geval moeten de gege
vens die op de typeplaat van de pomp vermeld zijn aangehouden worden).
• Maximaal aantal keer starten per uur, op gelijk verdeelde wijze: zie de gebruiksaanwijzing van
de elektropomp.
4.1 Pompstations met schakelkast en/of pompen met uitwendige condensatorhouder (extra vereisten
naast datgene wat hierboven vermeld is)
• Omgevingstemperatuur: van +0°C tot +40°C
• Maximum relatieve luchtvochtigheid: 50% bij +40°C mits er geen condensatieverschijnselen
zijn
89