nl
101
Voedingskabel beschadigd.
De kabel controleren.
Thermische beveiliging of
Controleren en de componenten
smeltveiligheden niet geschikt eventueel vervangen.
voor stroom van de motor.
De elektropomp start maar na korte
Fase van de netstroom
De voeding controleren.
tijd schakelt de thermische beveiliging uitgevallen.
in of branden de smeltveiligheden
Voedingsspanning niet binnen De werkomstandigheden van de
door.
de grenzen van de motor.
elektropomp controleren.
Schakelkast op een te warme
De schakelkast tegen warmte
plaats geïnstalleerd of blootge bronnen en de zon beschermen.
steld aan rechtstreeks zonlicht.
De elektropomp start maar na een
Temperatuur van het
De werkomstandigheden van de
min of meer lange tijd schakelt de
aangezogen water te hoog
elektropomp controleren.
thermische beveiliging in.
.
Aanwezigheid van te grote
De elektropomp verwijderen en
vaste delen die de waaier
schoonmaken.
blokkeren.
Als het probleem voortduurt de
Aanwezigheid van draderig
werkomstandigheden van de
deeltjes die de waaier
elektropomp controleren.
blokkeren (voor de modellen
die niet uitgerust zijn met een
waaier van het "Vortex" type).
De elektropomp schakelt te vaak in.
Waterlekken via de balkeerklep De installatie controleren om de
of in de installatie.
lekken vast te stellen. Repareren
of de componenten vervangen.
Regeling van de vlotterschake De vlotterschakelaar controleren.
aar niet juist.
De elektropomp schakelt in maar de
Draairichting onjuist.
De draairichting controleren en
prestaties zijn niet voldoende.
indien nodig twee fases van de
aansluiting van de motor
verwisselen.
Persleiding verstopt,
De installatie controleren.
balkeerklep vuil of lucht in de
leidingen.
Elektropomp beschadigd of
De speciale aanwijzingen in de
inwendige delen ervan verstopt. gebruiksaanwijzing van de pomp
raadplegen.
De hoofdbeveiliging van de
Kortsluiting.
De aansluitkabels controleren.
installatie schakelt in.
De aardlekbeveiliging
Aardlekken.
De isolatie van de elektropomp
("aardlekschakelaar") van de
en van de kabels controleren.
installatie schakelt in.
9. Reserveonderdelen
Informatie voor de onderhoudsmonteur
Bij het aanvragen van technische informatie of het bestellen van reserveonderdelen bij onze verkoop- en
serviceafdeling bestelt moet altijd de juiste identificatiecode van het model tezamen met het constructie-
nummer vermeld worden.
Er mogen alleen originele reserveonderdelen gebruikt worden om eventuele versleten of defecte
onderdelen te vervangen.
Het gebruik van reserveonderdelen die niet geschikt zijn kan een abnormale werking en gevaren
voor personen en voorwerpen tot gevolg hebben.