Bedrading voor 1-fase-stroomtoevoer voor IT-elektriciteitsnet
1. Aardedraad (PE)
2. Fasedraad (L2)
3. Fasedraad (L1)
Bedrading voor 3-fase-stroomtoevoer
1. Aardedraad (PE)
2. Neutrale draad (N)
3. Fasedraad (L1, L2, L3)
4. Zorg ervoor dat de draden niet met elkaar in contact
kunnen komen.
5. Vergewis u ervan dat alle draden goed zijn
aangesloten op de connectoren van het laadstation.
Bedrading
Bedrading voor 1-fase-stroomtoevoer
1. Aardedraad (PE)
2. Neutrale draad (N)
3. Fasedraad (L)
Configuratie van de DIP-schakelaar
1. Vergewis u ervan dat alle draden goed zijn aangesloten
op de connectoren van het laadstation.
2. Schakel de DIP-schakelaars in voor de juiste
stroomnetwerktopologie en het juiste voedingsvermogen
afhankelijk van de locatie.
Gevaar:
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer voor het
laadstation is losgekoppeld vóór de installatie. Schakel
de stroom niet in voordat de elektrische bedrading
klaar is.
Voorbeeld van DIP-schakelaarposities voor
Charlie-1
met laadstroom van 32 A
DIP S2
Instellingen voor de laadstroom
DIP S1
DIP S2
Instellingen voor de laadstroom
DIP S1
Voorbeeld van DIP-schakelaarposities voor
Charlie-3
met laadstroom van 32 A
Innohome |
L
aadstation voor elektrische voertuigen | Bedienings- en onderhoudsinstructies
95