41
13. Wanneer een toestel beschadigd is of aan een val werd blootgesteld toestel, of wan
neer twijfel omtrent de veilige staat van de uitrusting bestaat, dient het onmiddellijk
buiten gebruik te worden gesteld. Het toestel mag pas na inspectie en schriftelijke vrij
gave door een daartoe door de fabrikant geautoriseerde of opgeleide deskundige opni
euw worden gebruikt.
14. Boven los gestort bulkgoed, waarin men kan wegzinken, mogen met reddingtakel uitge
ruste valbeveiligingsuitrustingen niet voor beveiliging van personen worden ingezet.
15. Al naar gelang de gebruiksintensiteit, maar ten minste om de twaalf maanden, moeten
metreddingtakel uitgeruste valbeveiligingsuitrustingen door de fabrikant of door de
fabrikantgeschoolde en geautoriseerde personen worden geïnspecteerd (afb.10). Dit
dient in hetbijgeleverde inspectielogboek te worden gedocumenteerd. De goede wer
king en deduurzame inzetbaarheid van de valbeveiligingsuitrusting zijn alleen gewaar
borgd bijegelmatige inspectie.
16. De voorschriften van DGUV R 112-198 (persoonlijke valbeveiliging) en
DGUV R 112 - 199 (redden) moeten worden nageleefd.
17. De binnenwerkse hoogte beneden de gebruiker moet bij plaatsing boven de gebruiker
2,4 m bedragen (afb.11).
18. Het IKAR hoogtebeveiligingsapparaat HRA met reddingstakel is conform EN 360 binne
neen temperatuurbereik van -40 °C tot +50° C inzetbaar (afb.12).
19. De nominale last bedraagt 136 kg (afb.13).
20. Hoogtebeveiligingsapparaten met reddingtakel moeten tegen de inwerking van lasvlam
men en –vonken, vuur, zuren, logen, oplosmiddelen e.d. worden beschermd.
21. Het aanbrengen van veranderingen aan het toestel is verboden.
22. Aanwijzing: Hoogtebeveiligingsapparaten met reddingtakel mogen uitsluitend door
personen worden bediend, die voor dat doel zijn opgeleid of anderszins deskundig zijn.
Deze moeten in een goede lichamelijke en geestelijke conditie verkeren ( geen alcohol
drugs-, medicijnen-, hart- of bloedsomloopproblemen)
23. De levensduur van het hoogtebeveiligingsapparaat dient bij de jaarlijkse inspectie te
worden bepaald, deze bedraagt afhankelijk van de gebruiksintensiteit/belasting ca.
10jaar.
24. Na elk gebruik van de reddingtakel dient het toestel door een door de fabrikant opgele
de deskundige worden gecontroleerd.
25. Bij gebruik van het HRA-apparaat moet valbelasting langs scherpe kanten of randen
zijn uitgesloten.
Gebruik en onderhoud
1. De lijn mag alleen onder belasting naar binnen lopen. De lijn in geen geval gehee-
luittrekken en loslaten, omdat daarbij de op het apparaat klappende karabijnhaak
deterugtrekveer kan doen breken..
2. Geadviseerd wordt bij apparaten die voortdurend aan regen en wind worden blootge-
steld de kabel geregeld met zuurvrije olie of vaseline in te vetten.
3. IKAR-hoogtebeveiligingsapparaten met reddingtakel liefst in droge, stof- en olievrije-
toestand in een geschikte container bewaren.
4. Het drogen van componenten die bij reiniging of gebruik nat geworden zijn, maguits-
luitend op natuurlijke wijze geschieden, dus niet in de nabijheid van vuur of vergelijk-
bare hittebronnen.
40
40
13
11
10
12
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Summary of Contents for HRA Series
Page 4: ...4 ...