58
ACCU
De accu in dit apparaat kan niet door de gebruiker worden vervangen. De accu is niet
volledig opgeladen wanneer het apparaat wordt aangeschaft, maar bevat voldoende
vermogen om de telefoon in te schakelen. Voor een optimaal accuvermogen en een
optimale acculevensduur, laat u de accu gedurende de eerste drie laadcycli eerst
volledig ontladen, voordat u hem daarna volledig oplaadt.
OPLADEN VAN DE ACCU
Sluit de USB-kabel aan op de USB-ingang aan de onderzijde van het apparaat. Sluit
het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de ingang van de voeding. Na het
opladen verwijdert u de USB-kabel uit het laadapparaat. Het apparaat ondersteunt
draadloze laadapparaten die voldoen aan de QI-norm. Het inductieve laadgebied
bevindt zich aan de achterzijde van de behuizing onder het ATEX-merkteken.
ACCUGEBRUIK
Tijdens feitelijk gebruik kan de gebruiksduur van het apparaat variëren op basis van
netwerkstatus, gebruiksomgeving en gebruik. Wanneer de lading van de accu lager
is dan normaal, zal op het apparaat worden aangegeven dat u de accu moet opladen.
Laad de accu op; anders kunt u bestanden kwijtraken die niet zijn opgeslagen.
Wanneer u gedurende een lange periode de accu niet oplaadt, zal het apparaat
automatisch worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Het apparaat mag alleen worden opgeladen bij omgevingstemperaturen binnen het
bereik van 5°C … 35°C. Gebruik de oplaadapparatuur niet wanneer de temperatuur
buiten dit bereik valt.
INSTALLEREN VAN DE SIM-KAARTEN
Het apparaat is voorzien van twee SIM-kaartsleuven. De sleuven zijn bereikbaar
door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde van het apparaat te
verwijderen.Wanneer u twee SIM-kaarten hebt geplaatst, kunt u uw primaire kaart
selecteren in
<Instellingen> <SIM-beheer>
.
WAARSCHUWING
Verwissel alleen van SIM-kaart wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Let er ook op
dat geen oplader op het apparaat is aangesloten, wanneer u de SIM-kaart vervangt.
De SIM-kaart kan beschadigd worden wanneer u hem vervangt terwijl een oplader is
aangesloten.
INSTALLEREN VAN DE microSD-KAART
Het apparaat is voorzien van een sleuf voor een microSD-kaart. De sleuf is bereikbaar
door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde van het apparaat te ver-
wijderen. Als de SD-kaart niet wordt herkend, moet opnieuw worden opgestart. Dit kan
worden gestart door de AAN / UIT-knop ongeveer 15 seconden ingedrukt te houden.
Wanneer u de microSD-kaart wilt verwijderen, dient u ervoor te zorgen dat de kaart
58
ACCU
De accu in dit apparaat kan niet door de gebruiker worden vervangen. De accu is niet
volledig opgeladen wanneer het apparaat wordt aangeschaft, maar bevat voldoende
vermogen om de telefoon in te schakelen. Voor een optimaal accuvermogen en een
optimale acculevensduur, laat u de accu gedurende de eerste drie laadcycli eerst
volledig ontladen, voordat u hem daarna volledig oplaadt.
OPLADEN VAN DE ACCU
Sluit de USB-kabel aan op de USB-ingang aan de onderzijde van het apparaat. Sluit
het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de ingang van de voeding. Na het
opladen verwijdert u de USB-kabel uit het laadapparaat. Het apparaat ondersteunt
draadloze laadapparaten die voldoen aan de QI-norm. Het inductieve laadgebied
bevindt zich aan de achterzijde van de behuizing onder het ATEX-merkteken.
ACCUGEBRUIK
Tijdens feitelijk gebruik kan de gebruiksduur van het apparaat variëren op basis van
netwerkstatus, gebruiksomgeving en gebruik. Wanneer de lading van de accu lager
is dan normaal, zal op het apparaat worden aangegeven dat u de accu moet opladen.
Laad de accu op; anders kunt u bestanden kwijtraken die niet zijn opgeslagen.
Wanneer u gedurende een lange periode de accu niet oplaadt, zal het apparaat
automatisch worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Het apparaat mag alleen worden opgeladen bij omgevingstemperaturen binnen het
bereik van 5°C … 35°C. Gebruik de oplaadapparatuur niet wanneer de temperatuur
buiten dit bereik valt.
INSTALLEREN VAN DE SIM-KAARTEN
Het apparaat is voorzien van twee SIM-kaartsleuven. De sleuven zijn bereikbaar
door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde van het apparaat te
verwijderen.Wanneer u twee SIM-kaarten hebt geplaatst, kunt u uw primaire kaart
selecteren in
<Instellingen> <SIM-beheer>
<SIM-beheer>
.
WAARSCHUWING
Verwissel alleen van SIM-kaart wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Let er ook op
dat geen oplader op het apparaat is aangesloten, wanneer u de SIM-kaart vervangt.
De SIM-kaart kan beschadigd worden wanneer u hem vervangt terwijl een oplader is
aangesloten.
INSTALLEREN VAN DE microSD-KAART
Het apparaat is voorzien van een sleuf voor een microSD-kaart. De sleuf is bereikbaar
door de deksel van het kaartcompartiment aan de achterzijde van het apparaat te ver-
wijderen. Als de SD-kaart niet wordt herkend, moet opnieuw worden opgestart. Dit kan
worden gestart door de AAN / UIT-knop ongeveer 15 seconden ingedrukt te houden.
Wanneer u de microSD-kaart wilt verwijderen, dient u ervoor te zorgen dat de kaart