21
Starten en Stoppen
Zet de maaier op een vlakke ondergrond. Niet op een
grindpad of iets dergelijks. Vul de benzinetank met
ben zine,
geen oliemengsel. Nooit benzinetank vullen
terwijl de mo tor draait.
• Om een koude motor te starten duwt u (3) keer op
het voorinspuitpompie, voordat u gaat starten. Druk
stevig. Deze stap is gewoonlijk niet nodig wanneer
u een motor srart die reeds enkele minuten gelopen
heeft.
• Houd de motorrembeugel aangetrokken. Druk op de
startknop.
• Schakel de motor uit door de bedieningshendel los
te laten.
N.B.:
Bij koeler weer kan het nodig zijn om de voorin-
spuitstappen te herhalen. Bij warm er weer kan te veel
voorinspuiten ertoe leiden dat de motor verzuipt en niet
start. Als u de motor verzuipt, moet u enkele minuten
wachten alvorens hem te starten en de voorinspuitstap-
pen NIET herhalan.
Avviamento e Arresto
Portare il tosaerba su fondo piano (non su ghiaia, sassi
o simili). Riempire il serbatoio,
con benzina pura.
Non
versare bezina nel serbatoio mentre il motore è in
marcia.
• In caso di motore freddo, premere (3) volte il cic-
chetto prima dell'avviamento. Premere con decisione.
Quest'operazione non è generalmente necessaria
nel caso di un motore che abbia già funzionato per
qualche minuto.
• Tenere la leva del frein-motore. Premere il pulsante di
avviamento.
• Fermare il motore rilasciando il comando.
N.B.:
Nei climi freddi può rendersi necessario ripetere
le fasi di iniezione del carburante col cicchetto. Nei
climi più caldi l'uso eccessivo del cicchetto può causare
l'ingolfamento del motore. In caso di ingolfamento,
attendere qualche minuto pri ma di tentare di avviare
nuovamente il motore. NON ripetere le fasi di iniezione
col cicchetto.
"START"
Drive
• Forward drive is engaged (1) and disengaged (2) with
the clutch bar at the top of the handle.
Lauf
• Das Ein- (1) und Asschalten (2) des Antribes geschieht
mit Hilfe des Kupplungsbügels zuoberst am Handgriff.
Mise en service
• La mise en fonction (1) et l'arrêt (2) se font grâce au
guidon d'embrayage fixé à la partie supérieure du
mancheron.
Funcionamiento
• El embrague y (1) el desembrague (2) de la propul-
sion son manejados con la abrazadera de embrague
situada en la parte superior de la guia.
Aandrijving
• Het aan- (1) en uitschakelen (2) van de aandrijving
geschiedt met de koppelingsbeugel bovenop het
stuur.
Guida
• L'innesto (1) ed il disinnesto (2) della marcia avviene
a mezzo della leva della frizione in alto sul manubrio.
2
1