4
9
NL
S
ta
rten
en
gebruik
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden
gebruikt om de oven te beschermen.
Voor gebruik is het absoluut noodzakelijk om het
plasticfolie aan de zijkanten van het apparaat te
verwijderen.
Plaats nooit voorwerpen direct op de bodem van
de oven. U zou hierdoor de email laag kunnen
beschadigen.
De oven starten
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. Kies de aangeraden temperatuur voor het
betreffende programma of de door u gewenste
temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te
draaien.
Een lijst met kooktijden en aanbevolen
kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale
tabel (
zie Kooktabel oven
).
Tijdens het koken kunt u nog altijd:
het kookprogramma veranderen met behulp van
de PROGRAMMAKNOP;
de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
de duur en het einde van de kooktijd
programmeren (
zie onder
);
het koken onderbreken door de
PROGRAMMAKNOP weer op stand 0 te zetten.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen. Bij
bereidingen met het draaispit dient u uitsluitend
stand 1 van de oven te gebruiken.
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.
Co
ntr
ol
e
lamp
j
e
THER
M
OSTAAT
Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven
aan het verwarmen is. Het licht gaat uit als de
geselecteerde temperatuur is bereikt. Vanaf dit
moment gaat het controlelampje aan en uit, hetgeen
aangeeft dat de thermostaat werkt en de
temperatuur in de oven constant houdt.
Ov
en
v
er
l
i
ch
t
i
ng
De verlichting gaat aan door de PROGRAMMAKNOP
in een willekeurige stand (behalve 0) te zetten. Hij
zal aanblijven totdat de oven werkt. Door met de
knop
te selecteren gaat het licht aan zonder dat
de verwarming wordt ingeschakeld.
V
ent
i
la
t
o
r
Om de oven van buiten niet te heet te laten worden,
brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom teweeg
die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar
buiten komt.
Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien
totdat de oven voldoende is afgekoeld.
D
eurb
lo
kk
er
i
ng
.
Sommige modellen
beschikken over een
deurblokkering die zich
tussen het
bedieningspaneel en
de ovendeur bevindt.
Om de deur te openen
drukt u op het
mechanisme "
A
" dat
wordt afgebeeld in de
figuur.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
A