1. Bediening van de schakelaar
De werking wordt gestart door de startschakelaar in te
drukken. Laat de schakelaar los om de werking te stoppen.
2. Gebruik van de klem (standaard toebehoren)
(Afb. 11)
(1) De bankschroef kan worden bevestigd aan de linker
geleider {Geleider (B)} of aan de rechter geleider
{Geleider (A)} door de 6 mm bout (A) los te draaien.
(2) De schroefhouder kan worden verhoogd of verlaagd
overeenkomstig de hoogte van het werkstuk door de
6 mm vleugelbout (B) los te draaien. Draai de 6 mm
vleugelbout (B) na verstelling weer strak aan zodat de
schroefhouder wordt ge
fi
xeerd.
(3) Draai de bovenknop vast om het werkstuk stevig op zijn
plaats te bevestigen.
WAARSCHUWING
U moet het werkstuk altijd stevig aan de geleider
vastmaken of klemmen; anders kan het werkstuk van de
tafel geworpen worden en persoonlijk letsel veroorzaken.
LET OP
Let er altijd op dat de motorkop de klem niet kan raken
wanneer u deze omlaag brengt om te zagen. Als er de
kans bestaat dat dit gebeurt, dient u de 6 mm vleugelbout
los te draaien en de klem te verplaatsen naar een plek
waar deze het zaagblad en dergelijke niet kan raken.
3. Positioneren van het tafel-inzetstuk (Afb. 12)
Op de draaitafel zijn tafel-inzetstukken gemonteerd. Bij
het verlaten van de fabriek zijn de tafel-inzetstukken
zo vastgemaakt dat deze geen contact maken met het
zaagblad. Het braam aan de onderkant van het werkstuk
wordt aanzienlijk verminderd als het tafel-inzetstuk
zodanig bevestigd wordt dat de spleet tussen het zijvlak
van het tafel-inzetstuk en het zaagblad minimaal is.
Voordat u het gereedschap gebruikt, dient u deze spleet
als volgt te elimineren.
(1) Afzagen in een rechte hoek
Draai de drie 6 mm machineschroeven los, maak
vervolgens het linker tafel-inzetstuk los en draai tijdelijk
de 6 mm machineschroeven aan beide uiteinden vast.
Bevestig daarna een werkstuk (ongeveer 200 mm breed)
in de klem en snijd het af. Nadat het snij-oppervlak met
de rand van het tafel-inzetstuk is uitgelijnd, draait u de
6 mm machineschroeven aan beide uiteinden stevig
vast. Verwijder het werkstuk en draai de middelste 6
mm machineschroef stevig vast. Stel het rechter tafel-
inzetstuk op dezelfde wijze af.
(2) Linkse en rechtse afschuiningen
Regel het tafelinzetstuk volgens dezelfde procedure als
voor het versnijden van een rechte hoek.
LET OP
Nadat het tafel-inzetstuk is afgesteld voor het snijden
van rechte hoeken, zal het tafel-inzetstuk een klein stukje
ingesneden worden wanneer het voor het snijden van
afschuinhoeken wordt gebruikt.
Indien u een afschuinhoek wilt maken, dient u het tafel-
inzetstuk voor het maken van afschuinhoeken af te
stellen.
4. Controle bij gebruik van de subgeleider (Afb. 13)
Deze afkortzaagmachine is uitgerust met een
subgeleider. Gebruik de subgeleider bij het snijden
van een directe hoek of een afschuinhoek. U kunt
dan bij het snijden van een linker afschuinhoek, een
rechter afschuinhoek of een directe hoek een stabiele
snijbewerking van het materiaal met een breed
achtervlak verkrijgen.
WAARSCHUWING
Bij links afschuinen dient u de veiligheidskap tegen de
klok in te draaien (
Afb. 13
). Wanneer de subgeleider
rechtsom wordt gedraaid, kan het gereedschap of het
zaagblad in contact komen met de subgeleider, met
letsel tot gevolg.
5. Gebruik van een inktstreep (Afstellen van de
bescherming)
(1) Snijden van een rechte hoek
Draai de 6 mm knopbout los en breng het uiteinde van de
afscherming in contact met het werkstuk.
Lijn de inktstreep op het werkstuk uit met de groef in
de afscherming om het werkstuk langs de inktstreep te
snijden.
(2) Versteksnijden en samengesteld snijden (Versteksnijden
+ Afschuiningssnijden)
Wanneer u het motorgedeelte laat zakken, komt
de onderste afscherming omhoog en verschijnt het
zaagblad.
Lijn de inkstreep uit met het zaagblad.
LET OP
Wanneer de draaitafel bij sommige opstellingen wordt
rondgedraaid, zal de afscherming bij de geleider naar
buiten steken. Draai de 6 mm knopbout los en duw de
afscherming naar de ingetrokken positie. Til nooit de
onderste afscherming omhoog terwijl het zaagblad
ronddraait. Bij het snijden naar rechts onder een hoek
van 45° of meer moet de afscherming naar achteren
worden geschoven.
De afscherming en geleider kunnen anders contact
maken en de snijprestatie nadelig beïnvloeden, en
tevens kan dit resulteren in beschadiging van de
afscherming.
6. Het installeren van de zijgreep (Afb. 1)
Installeer de zijgreep die bij het gereedschap wordt
geleverd.
7. Positie van de laserstreep afstellen (alleen voor
model C8FSHE / C8FSHE(S))
De inktstreep kan gemakkelijk aan de
lasermarkeerinrichting worden gekoppeld. De
lasermarkeerinrichting wordt met een schakelaar
ingeschakeld (
Afb. 14
).
Afhankelijk van uw snijkeuze kan de laserlijn worden
uitgelijnd met de linkerkant van de snijwijdte (zaagblad),
of de inktstreep aan de rechterkant.
Bij het verlaten van de fabriek wordt de laserstreep
afgesteld op de breedte van het zaagblad. Stel de positie
van het zaagblad en de laserstreep af overeenkomstig
de hierna volgende instructies.
(1) Laat de lasermarkeerinrichting oplichten en maak een
groef van ongeveer 5 mm diep in het werkstuk dat 20
mm hoog en 150 mm breed is. Houd het gegroefde
werkstuk dan in de klem vast en beweeg het niet. Zie
“19. Procedure voor het zagen van groeven” voor details
betre
ff
ende het maken van groeven.
(2) Draai aan de afsteller en verschuif de laserstreep. (Als
u de afsteller naar rechts draait, schuift de laserstreep
naar rechts; als u de afsteller naar links draait, schuift
de laserstreep naar links.) Wanneer u werkt met de
inktstreep uitgelijnd met de linkerkant van het zaagblad,
dient de laserstreep met het linker eind van de groef te
worden uitgelijnd (
Afb. 15
).
Wanneer u uitlijnt op de rechterkant van het zaagblad,
breng de laserstreep dan in lijn met de rechterkant van
de groef.
(3) Nadat de positie van de laserstreep is uitgelijnd, trekt u
een haakse inktstreep op het werkstuk en lijnt dan de
inktstreep uit met de laserstreep. Bij het uitlijnen van
de inktstreep schuift u het werkstuk steeds een klein
stukje en bevestigt het dan met behulp van de klem op
de plaats waar de laserstreep de inktstreep overlapt.
Werk opnieuw aan de groef en controleer de positie van
de laserstreep. Als u de positie van de laserstreep wilt
veranderen, moet u de afstellingen beschreven in de
stappen (1) t/m (3) opnieuw maken.
WAARSCHUWING
○
Zorg dat het hoofdapparaat en de lasermarkeerinrichting
zijn uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
59
Nederlands
0000Book̲C8FSHE.indb 59
0000Book̲C8FSHE.indb 59
2017/03/23 12:13:02
2017/03/23 12:13:02