32
NL
햲
햵
햶
햷
햸
Fig. 4
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 5
• Onderste spanplaat
햶
van de zijkant in de
veer plaatsen
Fig. 1
.
• Spindel inclusief drukstuk en aandrijving
van onderen door de wieldraagarm en de
veer naar boven tot aan de klem schuiven.
• Bovenste spanplaat
햵
op de spindel draai-
en
Fig. 2
.
• De zeskantkap van de spindel van boven in
de uitsparing van de bovenste spanplaat
laten zakken
Fig. 3
.
• Controleren of de zeskantkap goed zit
Fig. 3
.
• Het systeem voorspannen en controleren
of de veer rondom de binnengeleiding goed
zit
Fig. 4
.
• Met behulp van de pijpsleutel
햷
en de
omkeer ratelsleutel
햹
de aandrijving bedie-
nen
Fig. 5
.
• Bij het losmaken de veer uit de
houders/rubberen bevestigingen m.b.v. de
Pijpsleutel
햸
tegenhouden
Fig. 5
om het
verdraaien/meedraaien te voorkomen.
햹
Constructie en werking
Summary of Contents for 4902/6
Page 39: ...39 ...
Page 40: ...222437 I 9 05 0 5 be DKD ...