De gemeten waarde wordt weergegeven.
6.
Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk op OK.
Opmerking: Het scherm kan automatisch naar de volgende stap vooruitgaan.
7.
Meet de geleidbaarheid (of andere parameter) waarde met een tweede verificatie-instrument.
Gebruik de pijltjestoetsen voor het invoeren van de gemeten waarde en druk op OK.
8.
Bekijk het kalibratieresultaat:
• "De kalibratie is voltooid."—De sensor is gekalibreerd en gereed voor het meten van monsters.
De helling en/of offsetwaarden worden weergegeven.
• "De kalibratie is mislukt." —De kalibratiehelling of -offset bevindt zich buiten de toegestane
limieten. Herhaal de kalibratie met verse buffer. Reinig de sensor indien nodig.
9.
Druk op OK om verder te gaan.
10.
Laat de sensor het proces weer voorzetten en druk op OK.
Het uitgangssignaal keert terug naar de actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt
weergegeven op het meetscherm.
4.4.5 Temperatuurkalibratie
Het instrument is gekalibreerd in de fabriek voor nauwkeurige temperatuurmeting. De temperatuur
kan worden gekalibreerd om de nauwkeurigheid te vergroten.
1.
Plaats de sensor in een houder met water.
2.
Meet de temperatuur van het water met een nauwkeurige thermometer of onafhankelijk
instrument.
3.
Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Apparaten
. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
4.
Selecteer de sensor en selecteer
Apparaatmenu
>
Kalibratie
.
5.
Selecteer
1-puntskalibratie
(of
Temperatuurafstelling
).
6.
Vul de exact temperatuurwaarde in en druk op OK.
7.
Plaats de sonde terug in het proces.
4.4.6 Afsluiten van de kalibratieprocedure
1.
Druk op het terugpictogram om een kalibratie af te sluiten.
2.
Selecteer een optie en druk OK.
Optie
Beschrijving
Kalibratie afsluiten
(of Annuleren)
Stop de kalibratie. Een nieuwe kalibratie moet vanaf het begin starten.
Keer terug naar kalibratie
Terugkeren naar de kalibratie.
Kalibratie verlaten
(of Afsluiten)
Verlaat de kalibratie tijdelijk. De toegang tot andere menu's is toegestaan. Een
kalibratie voor een tweede sensor (indien aanwezig) kan worden gestart.
4.4.7 Kalibratie resetten
De kalibratie kan worden teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen. Alle sensorinformatie is
weg.
1.
Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Apparaten
. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2.
Selecteer de sensor en selecteer
Apparaatmenu
>
Kalibratie
.
3.
Selecteer
Standaardkalibratiewaarden resetten
of
Reset naar kalibratiestandaarden.
(of
Instellingen resetten
), en druk vervolgens op OK.
4.
Druk nogmaalsOK.
Nederlands
137
Summary of Contents for D3433B8.99
Page 218: ...2 1 1 2 1 2 2 2 SC4500 2 3 1 218...
Page 219: ...1 1 0 5 4 CIP 2 0 75 5 3 Teflon 0 75 6 3 3 1 1 2 232 224 2 T 219...
Page 220: ...2 1 NPT 4 7 2 NPT 5 CIP 3 6 3 2 SC SC SC sc sc SC sc 4 220...
Page 224: ...4 4 7 25 psi 50 kPa MSDS SDS 4 4 1 K T T 4 4 2 sc 1 2 3 4 15 60 14 14 15 13 ID 224...
Page 225: ...4 4 3 1 2 3 4 5 6 OK 7 OK 8 9 OK 10 4 4 4 1 2 3 1 4 225...
Page 226: ...5 OK 6 OK 7 OK 8 9 OK 10 OK 4 4 5 1 2 3 4 5 1 6 OK 7 4 4 6 1 2 OK 226...
Page 227: ...4 4 7 1 2 3 OK 4 OK 4 5 Modbus Modbus 5 1 2 7 25 psi 50 kPa MSDS SDS 5 1 Borax 227...
Page 229: ...6 3 4 4 sc sc sc sc sc 6 4 229...
Page 231: ...6 100 C 0 C 221 0 4 C 0 200 C 6 6 7 7 K K 231...
Page 290: ...2 1 1 2 1 2 2 2 SC4500 2 3 1 290...
Page 291: ...1 1 0 5 4 CIP 2 0 75 5 3 0 75 6 3 3 1 1 2 304 296 2 291...
Page 292: ...2 1 NPT 4 7 2 NPT 5 CIP 3 6 3 2 SC SC SC sc sc SC sc 4 4 1 292...
Page 296: ...4 4 50 MSDS SDS 4 4 1 K T T 4 4 2 sc 1 2 3 4 15 60 14 15 14 13 296...
Page 297: ...4 4 3 1 2 3 4 0 5 6 7 8 9 10 4 4 4 1 2 3 1 4 297...
Page 298: ...5 6 7 8 9 10 4 4 5 1 2 3 4 5 1 6 7 4 4 6 1 2 298...
Page 299: ...4 4 7 1 2 3 4 4 5 Modbus Modbus 5 1 2 50 MSDS SDS 5 1 299...
Page 300: ...1 2 2 3 3 4 5 5 5 2 3 6 6 6 1 6 2 299 1 2 3 3 1089 1106 23 27 C 5 5 300...
Page 301: ...6 3 4 4 sc sc sc sc sc 6 4 301...
Page 303: ...6 100 C 0 C 293 0 4 C 0 200 C 6 6 7 7 K K 303...
Page 376: ...2 1 1 2 1 2 2 2 SC4500 2 3 1 376...
Page 377: ...1 1 0 5 in 4 CIP 2 0 75 in 5 3 Teflon 0 75 in 6 3 3 1 1 2 390 382 Mounting examples 2 377...
Page 378: ...2 1 NPT 4 7 2 NPT 5 CIP 3 6 3 2 SC SC SC sc sc SC sc 4 378...
Page 382: ...4 4 7 25 psi 50 kPa MSDS SDS 4 4 1 K T 4 4 2 sc 1 2 382...
Page 383: ...3 4 15 60 14 14 15 13 ID 4 4 3 1 2 3 4 0 5 6 OK 7 OK 8 9 OK OK 10 4 4 4 383...
Page 384: ...1 2 3 1 4 5 OK 6 OK 7 OK 8 9 OK 10 OK 4 4 5 1 2 3 4 5 1 6 OK 7 384...
Page 385: ...4 4 6 1 2 OK 4 4 7 1 2 3 OK 4 OK 4 5 Modbus Modbus Web 5 1 2 7 25 psi 50 kPa MSDS SDS 385...
Page 387: ...3 6 3 4 4 sc sc service sc sc sc 387...
Page 389: ...6 5 6 6 300 000 300 000 100 C 0 C 379 0 4 C 0 200 C 6 6 7 389...
Page 390: ...7 Event OK K K ADC flash Flash 20 200 C 7 390...
Page 430: ...2 1 2 2 2 SC4500 2 3 1 1 1 0 5 4 2 0 75 5 3 0 75 6 430...
Page 431: ...3 3 1 1 2 442 435 2 T 2 1 T T NPT 4 7 2 T NPT 5 3 6 431...
Page 438: ...5 1 2 7 25 50 MSDS SDS 5 1 1 2 3 4 5 5 5 6 6 6 1 438...
Page 444: ......
Page 445: ......