Cassette Control
PAUSE
;
.............onderbreekt het lopen van de
band bij opname en
weergave
STOP/EJECT
9
/
/
...beëindigt alle bandloopfuncties
en opname, of opent bij stop
het cassettevak
F.FWD
Q
........voor versneld vooruitspoelen
van de band
REW
R
...........voor versneld terugspoelen
van de band
PLAY
A
..............start de weergave
OTR
0
...............(
O
ne
T
ouch
R
ecording) – start
het lopen van de band bij
opname
Achterkant
MAINS V~
– aansluiting voor netsnoer
Batterijvak
– voor het inleggen van 6 type R20,
UM1 of D batterijen
BEAT CUT
– voor onderdrukking van fluittonen
tijdens opnemen van AM/MW-programma’s
RADIO
29
NL
Radio-antennes
– Voor FM trekt u de telescoop-antenne helemaal
uit. Ter verbetering van de ontvangst de an-
tenne neerklappen en verdraaien. Als het ont-
vangen FM-signaal te sterk is (in de directe
omgeving van een zender) kunt u de antenne
in elkaar schuiven.
– Voor AM/MW (LW) beschikt het apparaat
over een ingebouwde antenne, dus de teles-
coop-antenne is dan niet nodig. U kunt de
antenne richten door het hele apparaat te
draaien.
Radio-ontvangst
• Zet de
MODE
-schakelaar op
RADIO
.
• Stel het geluid in met de regelaars
VOLUME
en
UBS
.
• Kies het golfbereik met de
BAND
-schakelaar.
FM: 87,5 – 108 MHz
AM (MW): 526,5 – 1606,5 KHz
LW: 148,5 – 283,5 kHz (bij uitv. RR 316 L)
• Als het FM STEREO-lampje
6
oplicht,
ontvangt u een FM-stereo-zender.
– Als het FM-stereosignaal zwak wordt gaat
FM STEREO
6
uit en is het FM programma in
MONO te horen.
• Het apparaat is uitgeschakeld als de
MODE
-
schakelaar op
TAPE
staat en de
recordertoetsen niet zijn ingedrukt.
KNOPPEN
ANTENNA
VOLUME
CASSETTE CONTROL
UBS
p
MODE
BAND
MIC
TUNING
FM STEREO
6
