63
NL
ning met de arbeidsomstandighe-
den en de uit te voeren activiteit.
Het gebruik van elektrisch gereed-
schap voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situa-
ties leiden.
h) Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of door zijn klantenservice-
afdeling of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen
worden om gevaren te vermijden.
5) SERVICE
a)
Laat uw elektrisch gereedschap
uitsluitend door gekwalificeerd,
vakkundig geschoold personeel
en enkel met originele reserveon-
derdelen repareren.
Daardoor wordt
verzekerd dat de veiligheid van het
elektrische gereedschap in stand ge-
houden wordt.
6) VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
KETTINGZAGEN
a)
Houd bij een in werking zijnde zaag
alle lichaamsdelen op een veilige
afstand tot de kettingzaag. Verge-
wis u vóór het starten van de zaag
dat de kettingzaag niets raakt.
Bij
het werken met een kettingzaag kan
een moment van onoplettendheid er-
toe leiden dat bekleding of lichaams-
delen door de kettingzaag vastgegre-
pen worden.
b)
Houd de kettingzaag altijd met
uw rechterhand aan de achterste
handgreep en uw linkerhand aan
de voorste handgreep.
Het vasthou-
den van de kettingzaag in een om-
gekeerde werkhouding verhoogt het
defect is.
Elektrisch gereedschap,
dat niet meer in- of uitgeschakeld kan
worden, is gevaarlijk en moet gerepa-
reerd worden.
c)
Trek de stekker uit het stop-
contact en/of verwijder de accu
voordat u apparaatinstellingen
doorvoert. Toebehoren wisselen
of het apparaat wegleggen.
Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt een
onopzettelijke start van het elektrische
gereedschap.
d)
Bewaar ongebruikt elektrisch ge-
reedschap buiten het bereik van
kinderen. Laat personen het ap-
paraat niet gebruiken, die daarmee
niet vertrouwd zijn of deze aanwij-
zingen niet gelezen hebben.
Elek-
trisch gereedschap is gevaarlijk als
het door onervaren personen gebruikt
wordt.
e)
Verzorg elektrisch gereedschap
met zorg. Controleer, of beweeg-
bare onderdelen foutloos func-
tioneren en niet klemmen, of er
onderdelen gebroken of zodanig
beschadigd zijn, dat de werking
van het elektrische gereedschap in
negatieve zin beïnvloed wordt. Laat
beschadigde onderdelen vóór het
gebruik van het apparaat repareren.
Tal van ongevallen hebben hun oor-
zaak in slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
f)
Houd snijd-/snoeigereedschap
scherp en netjes.
Zorgvuldig onder-
houden snijd-/snoeigereedschap met
scherpe snijdkanten geraken minder
gekneld en is gemakkelijker te bedie-
nen.
g)
Gebruik elektrisch gereedschap,
toebehoren, gebruiksgereedschap
enz. in overeenstemming met deze
aanwijzingen. Houd daarbij reke-