Daardoor wordt de accu ontzien en blijft bij bewaren in de acculader altijd
volledig opgeladen.
1. Druk op de ontgrendelingsknop
(A)
en verwijder de accu
(B)
uit de
accuhouder
(D)
.
2. Sluit de acculader
(C)
op een stopcontact aan.
3. Schuif de acculader
(C)
op de accu
(B)
.
Wanneer de accu-oplaadaanduiding
(Lc)
groen knippert, wordt de
accu opgeladen.
Wanneer de accu-oplaadaanduiding
(Lc)
op de acculader permanent
groen brandt, is de accu volledig opgeladen
(oplaadduur, zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS).
4. Controleer de oplaadtoestand tijdens het opladen met regelmatige
tussenpozen.
5. Wanneer de accu
(B)
volledig is opgeladen, kan de accu
(B)
uit de
acculader
(C)
worden verwijderd.
3.2 Betekenis van de aanduidingselementen:
3.2.1 Aanduidingen op de acculader [ afb. O3 ]:
Knipperlicht accu-
oplaadaanduiding
(Lc)
Het opladen wordt weergegeven door het
knipperen
van de accu-
oplaadaanduiding
(Lc)
.
Aanwijzing:
Het opladen is alleen mogelijk, wanneer de temperatuur
van de accu zich binnen het toegestane oplaadtemperatuurbereik
bevindt, zie 7. TECHNISCHE GEGEVENS.
Continulicht accu-
oplaadaanduiding
(Lc)
Het
continulicht
van de accu-oplaadaanduiding
(Lc)
geeft aan dat de
accu volledig is opgeladen,
of
dat de temperatuur van de accu zich
buiten het toegestane oplaadtemperatuurbereik bevindt en er daarom
niet kan worden opgeladen. Zodra het toegestane temperatuurbereik
is bereikt, wordt de accu opgeladen.
Zonder dat de accu ingestoken is, signaleert het
continulicht
van de
accu-oplaadaanduiding
(Lc)
, dat de stekker in het stopcontact is gestoken
en de acculader klaar voor gebruik is.
3.2.2 Laadtoestandsaanduiding van de accu
(P)
op het product
[ afb. O4 / O1 ]:
Nadat het product is gestart, wordt de laadtoestandsaanduiding
van de accu
(P)
gedurende 5 seconden weergegeven.
Laadtoestandsaanduiding van de accu
Laadtoestand van de accu
(L1)
,
(L2)
en
(L3)
branden groen
67 – 100 % opgeladen
(L1)
en
(L2)
branden groen
34 – 66 % opgeladen
(L1)
brandt groen
11 – 33 % opgeladen
(L1)
knippert groen
0 – 10 % opgeladen
Wanneer de LED
(L1)
groen knippert, moet de accu worden opgeladen.
Wanneer de fouten-LED
(Wp)
brandt of knippert,
zie 6. STORINGEN VERHELPEN.
3.3 Werkpositie [ afb. O5 ]:
v
Houd de takkenschaar met één hand vast aan het bovenste hand-
greepvlak
(U)
en met de andere hand aan de handgreep
(H)
.
3.4 Telescoopbuis uitschuiven (alleen voor art. 14774 / 14776)
[ afb. O6 ]:
De telescoopbuis
(2)
kan traploos tot 40 cm worden uitgeschoven.
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Bij het uitschuiven van de telescoopbuis kan de hand tussen de klem-
huls en de oranje moer bekneld raken, wanneer de takkenschaar daar-
bij naar boven wordt gehouden.
v
Houd de takkenschaar horizontaal bij het uitschuiven van de tele-
scoopbuis.
1. Draai de oranje moer
(12)
los.
2. Schuif de telescoopbuis
(2)
uit tot de gewenste lengte.
3. Draai de oranje moer
(12)
weer vast.
3.5 Snoeikop schuin zetten [ afb. O7 ]:
De snoeikop
(3)
kan in stappen van 20° van 0° tot 60° in 4 standen schuin
worden gezet.
1. Druk op de scharnierverstelling
(13)
en stel de snoeikop
(3)
in de gewens-
te hoek in.
2. Laat de snoeikop
(3)
in de gewenste hoek vastklikken.
Zorg ervoor dat de snoeikop is vastgeklikt.
3.6 Takkenschaar starten [ afb. O1 ]:
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Risico op letsel, wanneer het product bij het loslaten van de starthendel
niet stopt.
v
Omzeil de veiligheidsvoorzieningen of schakelaars niet.
v
Maak de starthendel bijvoorbeeld niet aan de handgreep vast.
3.6.1 Takkenschaar starten:
Het product is uitgerust met een dubbele veiligheidsvoorziening (startknop
en veiligheidsblokkering), waardoor onopzettelijk inschakelen van het pro-
duct wordt voorkomen.
1. Plaats de accu
(B)
in de accuhouder
(D)
, totdat deze hoorbaar vastklikt.
2. Open de kliksluiting
(14)
op de mesbescherming en verwijder deze van
het mes.
3. Houd de takkenschaar met één hand vast aan het bovenste hand-
greepvlak
(U)
en met de andere hand aan de handgreep
(H)
.
4. Schuif de veiligheidsblokkering
(10)
naar voren en druk de startknop
(11)
kort naar de handgreep
(H)
toe.
Het mes sluit minimaal en wordt daarna volledig geopend om te initiali-
seren.
De takkenschaar is nu gebruiksklaar.
5. Schuif de veiligheidsblokkering
(10)
naar voren en druk de starthendel
(11)
naar de greep
(H)
toe.
De takkenschaar sluit en blijft gesloten totdat de startknop wordt los-
gelaten. Daarbij wordt de laadtoestandsaanduiding van de accu
(P)
gedurende 5 seconden weergegeven.
6. Laat de veiligheidsblokkering
(10)
los.
3.6.2 Sleep-timerfunctie:
Wanneer de takkenschaar 15 minuten niet werd gebruikt, wordt deze
uitgeschakeld. Daarna moet voor een hernieuwde initialisatie de startknop
weer kort naar de handgreep worden gedrukt.
3.7 Takkenschaar transporteren:
1. Laat de starthendel
(11)
los.
De takkenschaar stopt.
2. Verwijder de accu.
3. Schuif de mesbescherming over het mes.
4. ONDERHOUD
GEVAAR!
Snijwonden door het blad!
Risico op snijwonden door onopzettelijk starten.
v
Draag veiligheidshandschoenen.
v
Verwijder de accu.
v
Schuif de mesbescherming over het mes.
4.1 Takkenschaar reinigen:
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar en risico op beschadiging van het product.
v
Reinig het product niet met water of een waterstraal (in het bijzonder
niet onder hoge druk).
v
Reinig niet met chemicaliën inclusief benzine of oplosmiddelen.
Sommige stoffen kunnen belangrijke kunststof onderdelen bescha-
digen.
De ventilatiegleuven moeten altijd schoon zijn.
nl
24
14772-20.960.01.indd 24
14772-20.960.01.indd 24
01.09.22 09:14
01.09.22 09:14