NL
52
Flitsalarm
U kunt zich laten waarschuwen voor stationaire ver-
keersradars. Deze functie moet proactief, via down-
load uit het internet, geactiveerd worden. In de leve-
ringstoestand is het flitsalarm niet geactiveerd.
Advies flitsalarm:
In enige landen is het gebruik en meevoeren van
bedrijfsklaar flitsalarm tijdens de rit niet toegestaan.
Overtuigt u zich ervan, dat dit verbod niet geldt voor
het land, waar u op dit moment rijdt. Het activeren en
het gebruik van het flitsalarm gebeurt op eigen risico.
Zwitserland:
De producten van FMI bevatten geen flitsalarmge-
gevens voor Zwitserland. Deze kunnen ook niet via
internet gedownload worden.
Duitsland:
“ Het gebruik van flitsalarm en het meevoeren van een
bedrijfsklaar flitsalarm is in het toepassingsbereik van
de verkeersreglementen volgens § 23, paragraaf 1b
STVO, niet toegestaan. Denk eraan, dat het flitsalarm
alleen gebruikt mag worden voor de routeplanning en
tijdens de rit uitgeschakeld moet zijn.”
Het flitsalarm starten, in 5 stappen
1. Installeer de Falk Navi-Manager op uw PC. Gede-
tailleerde informaties over de installatie van de Falk
Navi-Manager vindt u in hoofdstuk 6.
2. Sluit het navigatietoestel via een USB-kabel aan op
de PC. Uw PND wordt via ActiveSync herkend.
3. Start de Falk Navi-Manager op uw PC via Start/
Programma‘s /Falk Navi-Manager of door dubbel
klikken op de Falk Navi-Manager icoon op uw bureau-
blad.
4. Vervolgens wordt door de Falk Navi-Manager
gecontroleerd, of nieuwe gegevens klaarliggen om te
downloaden. Indien nieuwe flitsergegevens voorhan-
den zijn, zet dan een vinkje in het dialoogvenster, om
deze gegevens op uw toestel te laden.
Via de Navi-Manager kunt u ook definiëren, of u wenst,
bij elke programmastart automatisch naar nieuwe
updates voor het flitsalarm te laten zoeken.
5. PND: Wanneer u wenst, het flitsalarm te gebruiken,
moet u dit voor begin van de rit activeren. Kies, via het
hoofd menu, de buttons Instellingen. Kies vervolgens
de button Flitsalarm. Het flitsalarm is geactiveerd,
indien het symbool niet meer doorgestreept is.
Geselecteerde instellingen van de
Falk Navigator
U komt in het instellingsmenu, wanneer u, in het
hoofdmenu, de button Instellingen aanraakt. Het
instellingsmenu bestaat uit 5 pagina’s. Met de blauwe
pijl kunt u de pagina’s doorbladeren.
Volume
Maakt het mogelijk, de geluidssterkte van het naviga-
tietoestel te variëren. Het is ook mogelijk, de geluids-
sterkte van bepaalde functies afzonderlijk te regelen.
De toon van het toestel kan via het luidsprekersym-
bool onderdrukt worden.
Helderheid
Verandert de helderheidinstellingen van dag- en nacht-
aanzicht en biedt de mogelijkheid, de modus, die u
wenst te gebruiken, in te stellen.
Snelheidsalarm
De Falk Navigator is uitgerust met een snelheidsalarm
voor rijkswegen en autosnelwegen. Het snelheid-
salarm is bij levering gedeactiveerd.
Kies eerst de alarmmodus (bv. akoestisch & optisch)
en raak vervolgens Verder aan.
Geef daarna zo nodig een tolerantiegrens voor over-
schrijdingen aan (bv. +5km/h). Hierbij kunt u differen-
tiëren tussen stad, secundaire wegen en autosnelwe-
gen. Raak vervolgens Verder aan.
Indien u niet wenst rekening te houden met verande-
ringen van de snelheidsbeperkingen, samenhangend
met weer of tijd, raakt u de desbetreffende toets aan.
Straatnamen
Wanneer u dit schakelvlak aanraakt, legt u vast, of u
wenst, tijdens de navigatie/simulatie de straatnamen
te laten doorzeggen. Wanneer het symbool doorge-
streept is, worden de straatnamen niet doorgezegd.