4/CONTROLE VAN HET LAADNIVEAU VAN DE BOOSTER:
Controleer of de BOOSTER niet aangesloten
is op de oplader. 12 Volt modellen, controleer of de BOOSTER niet aangesloten
is op de sigarettenaansteker-kabel.
Voor de Boosters van 12 Volt (B12.1A en B12.2A):
Druk op
de gele “Test”-knop op de BOOSTER
• Als
de groene LED brandt,
is dat de booster is
geladen of is aangesloten op de lader.
In dit geval koppelt u de
lader, controle van het laadniveau.
•
Als er één LED brandt, kan
de BOOSTER
gebruikt worden,
maar kan deze geen vermogen afgeven.
• Als
er alleen één of twee rode LED’s branden, moet de BOOSTER onmiddellijk opgeladen worden en kan
deze niet gebruikt worden.
Voor de Boosters van 24 Volt (B24.1 en B24.2):
Druk op
de gele “Test”-knop op de BOOSTER
• Als de
spanning zich in de RODE zone bevindt
(<24V), moet
de booster
onmiddellijk
opnieuw opgeladen worden
en mag deze niet gebruikt worden.
• Als de
spanning zich in de GELE zone bevindt
(>24V en <24,8V),
kan
de
booster gebruikt worden,
maar levert
deze niet al zijn vermogen. De booster moet dan zo snel mogelijk weer opgeladen worden.
• Als de
spanning zich in de GROENE zone bevindt
(>24,8 en <26,2), is de
booster opgeladen.
Het verdient echter
de voorkeur hem permanent te laten opladen.
5/GEBRUIK VAN DE BOOSTER:
Voor de Boosters van 12 Volt (B12.1A en B12.2A):
Controleer het laadniveau van de booster. Minstens één van de gele LED’s moet branden wanneer u op de testknop drukt.
Wordt aanbevolen dat de groene led brandt opdat de booster het volledige vermogen kan leveren.
Voor de Boosters van 24 Volt (B24.1 en B24.2):
Controleer het laadniveau van de booster. De spanning moet absoluut hoger zijn dan 24V wanneer u op de testknop drukt.
Wordt aanbevolen dat de voltmeter is in de groene zone bevindt om goede prestaties.
Voor alle Boosters van 12V en 24V:
- Controleer of de vermogensschakelaar op
OFF
staat.
- De booster moet op een stabiele ondergrond staan.
- Steek de rode klem «plusklem» op de pluspool van het voertuig.
- Steek de zwarte klem «minklem» op de minpool van het voertuig.
- Controleer of het alarm niet afgaat, want dit zou betekenen dat de polariteiten omgekeerd zijn.
- Schakel de stroomschakelaar
ON
-
Wacht niet! Schakel de startmotor van het voertuig maximaal 8 seconden in.
U moet
twee minuten wachten
tussen twee startpogingen.
- Onmiddellijk na het starten:
Maak de BOOSTER los te beginnen met de minpool (zwarte klem).
Maak vervolgens de
pluspool (rode klem) los.
- Zet de klemmen met de opgerolde kabels terug op hun plaats.
- Schakel de stroomschakelaar
OFF
- Laad de booster zo snel mogelijk weer op.
6/ GEBRUIK VAN DE BOOSTER MET DE KABEL VOOR DE SIGARETTENAANSTEKER:
Voor de Boosters van 12 Volt (modellen B12.1A en B12.2A):
In de volgende twee gevallen kan de BOOSTER aangesloten worden op een voertuig met behulp van een kabel voor de
sigarettenaansteker:
- Voor een extra oplading van de BOOSTER tussen twee toepassingen. Deze oplaadwijze vervangt niet een continue oplading
met behulp van de met uw FACOM booster meegeleverde oplader.
- Voor het opladen van een voertuig via een aanvullende aansluiting.
U MOET VOOR GEBRUIK CONTROLEREN OF DIT SOORT TOEPASSING GESCHIKT IS VOOR UW VOERTUIG.