-
Plaats twee batterijen van het type AA/Mignon in het batterijvak. Houd rekening met de juiste
polariteit (plus/+ en min/-). Sluit het batterijvak weer.
-
Direct na het plaatsen van de batterijen geeft het basisstation kort alle displaysegmenten weer
en is er een geluidssignaal te horen. Als er alleen vreemde tekens op de display verschijnen,
druk dan op de „RESET“-toets (16), bijv. met een tandenstoker.
Eventueel kunnen de beide batterijen gedurende enkele seconden worden verwijderd en weer
opnieuw geplaatst.
c) Zoeken naar beschikbare buitensensoren
-
Na het plaatsen van de batterijen begint het basisstation automatisch, na het geluidssignaal,
de beschikbare buitensensoren te zoeken. Dit zoekproces duurt ca. 5 minuten.
Verplaats het basisstation en de buitensensor gedurende deze tijd niet, druk geen toets in.
-
Als het zoekproces is afgerond, knippert het ontvangstsymbool (7) van het DCF-signaal. Het
basisstation zoekt nu naar het DCF-signaal om de tijd automatisch in te stellen, zie de volgende
paragraaf.
d) dCF-ontvangst
Bij het DCF-signaal gaat het om een signaal dat door een zen-
der in Mainflingen (in de buurt van Frankfurt am Main) wordt
uitgezonden. Het bereik ervan bedraagt maximaal 1.500 km, bij
optimale ontvangstcondities zelfs maximaal 2.000 km.
Het DCF-signaal omvat onder andere de exacte tijd en datum
(het basisstation kan echter alleen de tijd weergeven).
Hierdoor vervalt dus ook het omslachtig handmatig instellen van
de zomer- en wintertijd.
-
Nadat het basisstation het zoekproces naar de buitensensor heeft afgerond, begint u het zoek-
proces naar het DCF-signaal, het radiotorensymbool (7) knippert.
-
Plaats het basisstation niet naast elektronische apparaten, metalen delen, kabels enz. Een
slechte ontvangst is bovendien te verwachten bij gemetalliseerde isolatieramen, staalbeton-
constructies, antistatisch speciaal behang of in kelderruimtes.
-
De detectie van het DCF-signaal en de evaluatie daarvan kan 6 minuten duren. Verplaats het
basisstation in deze tijd niet. Bedien geen toets.
Als het basisstation het DCF-signaal foutloos heeft geëvalueerd, verschijnt de huidige tijd
linksboven in de display en stopt het radiotorensymbool (7) met knipperen. Tijdens de zomer-
tijd verschijnt „DST“(= „Daylight Saving Time“ = zomertijd) links naast het radiotorensymbool
(7).
De synchronisatie van het basisstation met het DCF-signaal wordt meerdere malen per dag
uitgevoerd om 02:00, 08:00, 14:00 en 20:00 uur. Zelfs één succesvolle ontvangst per dag is
voldoende om de afwijking van de geïntegreerde klok onder een seconde te houden.
-
Als er na ongeveer 6 minuten nog steeds geen actuele tijd in de display van het basisstation
wordt weergegeven, zet het basisstation dan op een andere plek.
Druk dan kort op de „RCC“-toets (17) om de DCF-ontvangstpoging opnieuw te starten.
Optioneel kan de klok handmatig op het basisstation worden ingesteld.
-
Hierna is het basisstation klaar voor gebruik.
e) montage/Plaatsing
Voordat u de buitensensor monteert, moet u ervoor zorgen dat het basisstation het ra-
diosignaal van de buitensensor goed ontvangt.
-
De buitensensor kan via de opening (22) aan de achterkant aan een spijker, een schroef of een
haak aan de wand worden bevestigd. Ook kunt u deze op een vlakke ondergrond installeren.
De buitensensor is geschikt voor gebruik op een beschutte plaats buitenshuis. De sensor moet
zodanig worden geplaatst dat deze niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, omdat dit an-
ders tot verkeerde meetwaarden leidt. Neersla g op de buitensensor leidt eveneens tot ver-
keerde meetwaarden, omdat de behuizing afkoelt. Gebruik de buitensensor nooit in of onder
water, daardoor kan deze onherstelbaar beschadigd raken!
Wij adviseren u daarom, de plaats van opstelling zorgvuldig te kiezen, zodat de buitensensor
de juiste temperatuur en luchtvochtigheid meet.
Om de ingebouwde display optimaal af te kunnen lezen, is bijv. links of rechts naast een raam
een optimale montagepositie.
-
Het basisstation kan op een vlakke, stabiele ondergrond worden geplaatst. Bescherm het op-
pervlak van kostbare meubels met een geschikte onderlegger tegen krassen.
Kies voor het opstellen een plaats die niet in de zon of naast een verwarming ligt. Dat leidt tot
een onjuiste weergave van de temperatuur en luchtvochtigheid.
bediening
a) dCF-ontvangstpoging handmatig starten
-
Druk kort op de „RCC“-toets (17) om de DCF-ontvangstpoging opnieuw te starten.
Het DCF-ontvangstsymbool (7) op het display knippert. De ontvangstpoging duurt ongeveer 6
minuten, verplaats het basisstation gedurende deze tijd niet en druk geen toets in.
Plaats het basisstation niet naast elektronische apparaten, metalen delen, kabels enz.
Een slechte ontvangst is bovendien te verwachten bij gemetalliseerde isolatieramen,
staalbetonconstructies, antistatisch speciaal behang of in kelderruimtes.
-
Indien op de opstelplaats geen DCF-ontvangst mogelijk is, stel de tijd dan handmatig in. Scha-
kel hiervoor de DCF-ontvanger uit door de „RCC“-toets (17) minstens 3 seconden ingedrukt te
houden. Het DCF-radiotorensymbool (7) verdwijnt.
Om de DCF-ontvangst opnieuw te activeren drukt u kort op de „RCC“-toets (17). Vervolgens zal
de DCF-ontvangstpoging opnieuw worden gestart, zie hierboven.
b) Zoeken naar buitensensoren handmatig starten
-
Druk op het basisstation kort de „SENSOR“-toets (12) in, het radiotorensymbool (5) knippert.
-
Het basisstation zoekt nu naar beschikbare buitensensoren (één is opgenomen in de levering,
maximaal twee andere kunnen als accessoire worden besteld). Het zoeken duurt 5 minuten,
druk gedurende deze tijd geen toetsen in op het basisstation en verplaats het niet.
Als er meer dan één buitensensor wordt gebruikt, moet elke sensor op een ander trans-
missiekanaal worden ingesteld. Gebruik hiervoor de schuifschakelaar (23) in het batterij-
vak van de buitensensor.
Als de buitensensor niet wordt gevonden (alleen streepjes in het displaygebied van de buiten-
sensor), verminder dan de afstand tussen de buitensensor en het basisstation, selecteer een
andere plek voor de montage/plaatsing; raadpleeg het hoofdstuk „Bereik“.
-
Als de ontvanger voor de buitensensor uitgeschakeld moet worden, houd de „SENSOR“-knop
(12) dan minstens 3 seconden ingedrukt, het radiotorensymbool (5) verdwijnt. De meetgege-
vens van de buitensensoren worden nu niet langer ontvangen.
Voor het inschakelen van de ontvanger drukt u kort op de „SENSOR“-toets (12), het basissta-
tion zal nu zoeken naar beschikbare buitensensoren, zie hierboven.
c) instellen van de 12u-/24u-modus van de tijd en tijdzone
-
Om de instelmodus te starten houdt u de toets „DISPLAY SET“ (14) ca. 3 seconden ingedrukt,
totdat op de display „12“ of „24“ knippert.
-
Kies met de toets „CH +“ (10) of „MEM -“ (15) tussen de 12u- en 24u-modus.
Bij de 12u-modus verschijnt in de eerste helft van de dag „am“ links naast de tijd, in de tweede
helft van de dag „pm“.
-
Druk kort op de „DISPLAY SET“-toets (14), de uren van de tijd knipperen.
-
Stel de uren in met de toets „CH +“ (10) resp. „MEM -“ (15). Voor een snelle instelling dient u de
betreffende toets langer ingedrukt te houden.
-
Druk kort op de „DISPLAY SET“-toets (14), de minuten van de tijd knipperen.
-
Stel de minuten in met de toets „CH +“ (10) resp. „MEM -“ (15). Voor een snelle instelling dient
u de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
-
Druk kort op de „DISPLAY SET“-toets (14), de seconden van de tijd knipperen.
-
Door kort op de toets „CH +“ (10) of „MEM -“ (15) te drukken, worden de seconden op „00“
gezet.
-
Druk kort op de „DISPLAY SET“-toets (14), de instelling van de tijdzone knippert.
-
Stel de tijdzone met toets „CH +“ (10) resp. „MEM -“ (15) in het bereik van +23 tot -23 uur in.
Voor een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
-
Beëindig de instelmodus door kort te drukken op de toets „DISPLAY SET“ (14). Daarna ver-
schijnt de tijd weer.
De instelmodus kan op elke plek worden verlaten door de toets „DISPLAY SET“ (14) ge-
durende 3 seconden in te drukken. De voorafgaande instellingen worden daarbij overge-
nomen.
Hetzelfde geldt als u gedurende 1 minuut geen toetsen indrukt. Ook hier wordt de instel-
modus verlaten en worden de laatste instellingen opgeslagen.
d) Omschakelen tussen 12u- / 24u-modus
Ga hiervoor zoals onder c) beschreven te werk.
Als de instelmodus wordt gestart, verdwijnt het radiotorensymbool (7) van de DCF-ontvangst. Als
het basisstation de dagelijkse ontvangstpoging (om 02:00, 08:00, 14:00 en 20:00 uur) met suc-
ces uitvoert, verschijnt het opnieuw. De instelling van de 12u-/24u-modus blijft daarbij behouden.
e) tijdzone instellen
Ga hiervoor zoals onder c) beschreven te werk.
Als de instelmodus wordt gestart, verdwijnt het radiotorensymbool (7) van de DCF-ontvangst. Als
het basisstation de dagelijkse ontvangstpoging (om 02:00, 08:00, 14:00 en 20:00 uur) met succes
uitvoert, verschijnt het opnieuw. De instelling van de tijdzone blijft daarbij behouden.
f) Wekfunctie
Wektijd bekijken
-
Druk kort op de „ALARM SET“-toets (9) om de wektijd weer te geven, rechts naast de tijdsaan-
duiding verschijnt „AL“.
-
Om naar de tijdweergave terug te keren, wacht u enkele seconden zonder een toets in te druk-
ken.
Wekfunctie in-/uitschakelen
-
Als de wektijd wordt weergegeven, drukt u kort op de „ALARM SET“-toets (9) om de wekfunc-
tie in of uit te schakelen.
-
Wanneer de wekfunctie is geactiveerd, verschijnt boven „AL“ een klein belsymbool „
“.
Wektijd instellen
-
Wanneer de wekfunctie wordt weergegeven, houdt u de toets „ALARM SET“ (9) ongeveer 3
seconden ingedrukt, totdat de uren van de wektijd knipperen. Laat de knop daarna weer los.
-
Stel de uren van de wektijd in met de toets „CH +“ (10) resp. „MEM -“ (15). Houd de betreffende
toets langer ingedrukt voor de snelle aanpassing.
-
Druk kort op de „ALARM SET“-toets (9), de minuten van de wektijd knipperen.
-
Stel de minuten van de wektijd in met de toets „CH +“ (10) resp. „MEM -“ (15). Houd de betref-
fende toets langer ingedrukt voor de snelle aanpassing.
-
Druk kort op de „ALARM SET“-toets (9), de instelmodus wordt zodoende verlaten.
Als de wektijd wordt ingesteld, wordt de wekfunctie automatisch ingeschakeld.
sluimerfunctie activeren resp. weksignaal beëindigen
-
Op de ingestelde wektijd wordt het alarm geactiveerd en het belsymbool „
“ knippert.
-
Door op de „SNOOZE/LIGHT“-toets (13) te drukken, wordt het weksignaal gedurende 5 minu-
ten onderbroken. Intussen knippert het belsymbool „
“.
Aansluitend wordt het weksignaal opnieuw gestart.
Dit kan meerdere keren na elkaar worden gedaan.
-
Om het weksignaal (of de sluimermodus) te beëindigen, drukt u op de „ALARM SET“-toets (9).
Het alarm wordt na 2 minuten automatisch beëindigd als er geen toets wordt ingedrukt.
De volgende dag wordt het weksignaal op de ingestelde tijd opnieuw geactiveerd.
g) buitensensoren omschakelen
-
Als meer dan één buitensensor op het basisstation is aangemeld, drukt u kort op de „CH
+“-toets (10) om tussen de buitensensoren te schakelen. Het betreffende sensornummer (2)
wordt op het display weergegeven.
-
Als de omschakeling tussen de buitensensoren automatisch moet plaatsvinden, houdt u de
„CH +“-toets (10) gedurende 3 seconden ingedrukt. Elk kanaal wordt enige seconden weerge-
geven voordat automatisch naar het volgende kanaal wordt overgeschakeld.
Om de automatische omschakeling uit te schakelen, drukt u kort op de „CH +“-toets (10).
h) temperatuureenheid °C/°F omschakelen
Met de schuifschakelaar „°C °F“ (11) kunt u tussen de temperatuureenheid °C (graden Celsius) en
°F (graden Fahrenheit) schakelen.
i) maximum-/minimumwaarde weergeven
Het basisstation slaat de grenswaarden op voor de binnen- en buitentemperatuur en de lucht-
vochtigheid binnen en buiten. Druk meerdere malen kort op de toets „MEM -“ (15) om tussen de
volgende weergaven te schakelen:
-
Maximumwaarde („MAX“ in de display)
-
Minimumwaarde („MIN“ in de display)
-
Huidige meetwaarde
Als er geen toetsen worden ingedrukt, wordt de weergave van de maximum- resp. mini-
mumwaarde na 5 seconden automatisch teruggezet naar de weergave van de huidige
waarde.