NL 15
7. Zodra de ingestelde bereidingstijd is verstreken, weerklinkt een
geluidssignaal en wordt de oven uitgeschakeld.
‘Auto’ symbool knippert in de display.
8. Schakel de oven uit door de ovenknoppen op
de ‘0’ stand te draaien.
9. Druk op een van de toetsen (minimaal 3 seconden) om het
geluidssignaal te stoppen.
Het ‘auto’ symbool verdwijnt uit de display.
Automatische uitschakelfunctie met eindtijd
Schakelt de oven uit op een van te voren ingestelde eindtijd.
1. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
2. Stel een oventemperatuur.
3. Druk en aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘
End
’ in de display
verschijnt.
4. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een eindtijd in (maximaal 10 uur).
5. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
De dagtijd verschijnt in de display. Het ovensymbool (B) en het
‘auto’ symbool (A) gaan branden. De oven start met verwarmen.
6. Stel een ovenfunctie in.
7. Zodra de eindtijd is bereikt, weerklinkt een geluidssignaal en wordt
de oven uitgeschakeld.
‘Auto’ symbool (A) knippert in de display.
8. Schakel de oven uit door de ovenknoppen op de ‘0’ stand te
draaien.
9. Druk op een van de toetsen (minimaal 3 seconden) om het
geluidssignaal te stoppen.
Het ‘auto’ symbool verdwijnt uit de display.
Automatische in- en uitschakelfunctie
Schakelt de oven in en uit op een van te voren ingestelde bereidingstijd
en eindtijd.
1. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
2. Stel een oventemperatuur.
3. Druk en aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘
dur
’ in de display
GEBRUIK