- 139
-
- 139
-
NEDERLANDS
ALGEMENE INFORMATIE
De Pomp
“duwt” het water naar de verwarmingsinstallatie.
Gesloten expansievat
“absorbeert” de variaties van het watervolume in de thermoka
-
chel die door het verwarmen worden veroorzaakt.
!Het is no-
odzakelijk dat een thermisch technicus aan de hand van de
totale hoeveelheid water in de installatie bepaalt of het nodig
is het bestaande vat te integreren met een ander vat!
Reductiemotore
activeert de vulschroef waardoor het mogelijk is om de hou
-
tpellets van de tank naar de vuurhaard te vervoeren.
Drukmeter
Onder het hoge gedeelte onder het rooster van het bovenpaneel
(B - Afb. 2),
maakt het mogelijk om de druk van het water af te
lezen.
Met thermokachel in werking is de aanbevolen druk 1,5 bar
Afvoerkraantje
Geplaatst aan de achterkant van de thermokachel in het onderste
gedeelte; openen in geval het nodig is het water weg te gieten dat
zich erin bevindt.
Ontluchtingsklepje (V)
Onder het hoge gedeelte onder het rooster van het bovenpaneel
(zie pag. 154 - Afb.
2), maakt het mogelijk eventueel aanwezig
lucht “te ontluchten” als u de thermokachel met water vult.
Rook thermokoppel
Bevindt zich op de rookafvoer en meet de temperatuur. Het
thermokoppel regelt de aansteekfase en bij te lage of te hoge
temperatuu
Veiligheidsthermostaat wormschroef
Bevindt zich nabij het pelletreservoir. Deze onderbreekt de
elektrische voeding voor de reductiemotor indien de gedetecte-
erde temperatuur te hoog is.
Watertemperatuursensor
Deze meet de temperatuur van het water in de thermokachel
en zendt die informatie naar de kaart, teneinde de pomp en de
vermogensafstelling van de thermokachel te regelen. Bij een te
hoge temperatuur, zet de sensor een blokkeringsfase in.
Veiligheidsthermostaat oververhitting water
Leest de watertemperatuur af in de thermokachel. In geval de
temperatuur te hoog is, wordt de stroomtoevoer naar de re
-
ductiemotor onderbroken. Wanneer de thermostaat in werking
is getreden, moet hij hersteld worden door op de rode nood
-
drukknop te drukken die zich op de linkerkant van de thermo-
kachel bevindt (A - fig. 1).
Overdrukklep 3 bar
laat, als de druk van het plaatje bereikt wordt, het water in de
installatie weglopen. Hierna is het dus nodig de installatie bij te
vullen.
LET OP!!!! onthoud dat u het systeem aansluit op het riool.
Elektrische weerstand
Zorgt voor het opwekken van de verbranding van de pellets.
Blijft aan totdat de vlam niet aan is. Is een onderdeel dat on-
derhevig is aan slijtage.
Rookverwijderaar
“duwt” de rook de schoorsteen in en neemt lucht op wegens een
onderdruk van de verbrandingslucht.
Drukregelaar
Bevindt zich waar de rookgassen worden afgezogen, treedt in
werking wanneer de druk in het rookgascircuit te laag is (bv.
wanneer de schoorsteen verstopt is) en onderbreekt de toevoer
van pellets. Blokkeert het laden van pellets, waardoor de ther
-
mokachel uitdooft.
Vacuümmeter
(elektronische druksensor):
Meet de drukwaarde (ten opzichte van de installatieruimte) in
de verbrandingskamer op.
Veiligheidsthermostaat reservoir
Geplaatst op het opvulsysteem van pellets uit het reservoir.
Grijpt in in het geval de temperatuur binnenin de thermokachel
te hoog is. Blokkeert het laden van pellets door het uitdoven
van de thermokachel.
•
COMPONENTEN - BESCHERMINGS - EN MEETINSTALLATIES
OPMERKING: IN HET GEVALVAN EEN BLOKKERING SIGNALEERT DE THERMOKACHEL OP HET DISPLAY
DE OORZAAK HIERVAN. DE BLOKKERING WORDT VERVOLGENS OPGESLAGEN.
B
A
Afb. 2
Afb. 1