Dräger X-AM 2500, Instructions For Use Manual

Page: 90 / 248

90 Dräger X-am 2500
Bedrijf
4.6.5 Accu / batterij-hoofdalarm
Onderbroken alarmmelding:

Knipperend speciaal symbool aan de rechterkant van het display:

Het accu / batterij-hoofdalarm kan niet worden bevestigd.

Het apparaat wordt na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.

Voordat het apparaat uitschakelt, worden gedurende korte tijd het
optische, het akoestische en het trilalarm geactiveerd.
4.6.6 Apparaatalarm
Onderbroken alarmmelding:

Weergave van het speciale symbool aan de rechterkant van
het display:

Het apparaat is niet bedrijfsklaar.

Schakel het servicepersoneel of de DrägerService in voor het
verhelpen van de storing.
4.7 Info-modus
4.7.1 Info-modus oproepen

In de meetmodus de OK-toets ca. 3 seconden ingedrukt houden.

In het geval van waarschuwingen of storingen worden de
betreffende informatie- resp. storingscodes weergegeven
(zie Technisch Handboek).
Achtereenvolgens op de OK-toets drukken voor de volgende
weergave. De piekwaarden en de blootstellingswaarden TWA en
STEL verschijnen.

Indien er gedurende 10 seconden geen toets wordt ingedrukt, dan
keert het apparaat automatisch terug naar de meetmodus.
4.7.2 Info-Off-modus

Druk wanneer het apparaat is uitgeschakeld op de [+]-toets.
Voor alle kanalen worden de gasnaam, meeteenheid en eindwaarde
van het meetbereik weergegeven.

Nogmaals indrukken van de [+]-toets beëindigt de Info-Off-modus
(of door time-out).
4.8 Quick-menu oproepen

Druk in de meetmodus drie keer op de [+]-toets.

Als met de pc-software Dräger CC-Vision functies voor het Quick-
menu zijn geactiveerd, kunnen deze functies met de [+]-toets
worden geselecteerd. Als er geen functies in het Quick-menu zijn
geactiveerd, dan blijft het apparaat in de meetmodus.

Druk op de OK-toets om de geselecteerde functie op te roepen.

Druk op de [+]-toets om de geactiveerde functie te annuleren en
naar de meetmodus over te schakelen.

Indien er gedurende 60 seconden geen toets wordt ingedrukt,
dan keert het apparaat automatisch terug naar de meetmodus.
Mogelijke functies: 1. Bumptest (configuratie voor bumptest,
zie Technisch handboek)
2. Verse lucht kalibratie
3. Piekwaarden wissen
4. Pompinformatie weergeven,
zie Technisch handboek
5. Pomp activeren of deactiveren,
zie Technisch handboek