NEDERLANDS
142
d)
Wees extra voorzichtig als u hoeken,
scherpe randen, enz. bewerkt. Voorkom
dat het accessoire stuitert of blijft hangen.
Hoeken, scherpe randen en stuiteren kunnen
er vaak toe leiden dat het ronddraaiende
accessoire blijft hangen en kunnen verlies van
controle of terugslag veroorzaken.
e)
Bevestig geen houtsnijdzaag of getand
zaagblad aan het gereedschap.
Dergelijke
zaagbladen kunnen herhaaldelijke terugslag en
verlies van controle veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor slijpende en schurende
snijdhandelingen
a)
Gebruik uitsluitend wieltypes die
zijn aanbevolen voor uw elektrische
gereedschap en de specifieke beveiliging die
is ontworpen voor het gekozen wiel.
Wielen
waarvoor het elektrische gereedschap niets
is ontwikkeld kunnen niet adequaat worden
beveiligd en zijn onveilig.
b)
De beschermkap moet stevig zijn
vastgemaakt aan en geplaatst zijn op het
elektrisch gereedschap voor maximale
veiligheid, zodat het gedeelte dat
onafgeschermd is voor de gebruiker zo
klein mogelijk is.
De beschermkap helpt de
gebruiker te beschermen tegen afgebroken
deeltjes van de schijf en voorkomt dat de
gebruiker in contact komt met de schijf en met
vonken die kleding in brand kunnen zetten.
c)
Wielen mogen uitsluitend worden gebruikt
voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: slijp niet met de zijkant van
een snijdwiel.
Schurende snijdwielen zijn
bedoeld voor perifeer slijpen; zijwaartse krachten
kunnen ervoor zorgen dat deze wielen barsten.
d)
Gebruik altijd onbeschadigde wielflenzen
van de juiste grootte en vorm voor het
wiel van uw keuze.
De juiste wielflenzen
ondersteunen het wiel en verminderen zo de
mogelijkheid dat het wiel breekt. Flenzen voor
snijdwielen kunnen verschillen van wielflenzen
voor slijpen.
e)
Gebruik geen versleten wielen van grotere
elektrische gereedschappen
.
Een wiel dat is
bedoeld voor een groter elektrisch gereedschap
is niet geschikt voor de hogere snelheid van een
kleiner gereedschap en kan barsten.
Aanvullende
veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor schurende snijdhandelingen
a)
Laat het snijdwiel niet ”vastlopen” en oefen
er geen extreme druk op uit. Probeer
geen extreme diepte of snede te maken.
Het overbelasten van het wiel vergroot de
belasting en ontvankelijkheid voor het blokkeren
of vastlopen van het wiel in de snede, en de
mogelijkheid van terugslag of wielbreuk.
b)
Plaats uw lichaam niet op een lijn met
en achter het ronddraaiende wiel.
Als het
wiel tijdens de bediening van uw lichaam
vandaan beweegt, kan de mogelijke terugslag
het draaiende wiel doen wegschieten en het
elektrische gereedschap direct in uw richting
doen komen.
c)
Als het wiel blokkeert of als een snede om
een bepaalde reden wordt onderbroken,
schakelt u het elektrische gereedschap uit
en houdt u het vast zonder te bewegen
totdat het wiel volledig tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit een snijdwiel uit
de snede te verwijderen terwijl het wiel in
beweging is, anders kan zich een terugslag
voordoen.
Zoek naar de oorzaak van het
blokkeren en neem de geschikte maatregelen
om dit op te heffen.
d)
Start de zaaghandeling niet opnieuw op
in het werkstuk. Laat het wiel op volledige
snelheid komen en steek het voorzichtig
nogmaals in de snede.
Het wiel kan blokkeren,
weglopen of terugslaan als het gereedschap
opnieuw wordt opgestart in het werkstuk.
e)
Ondersteun panelen of enig ander erg
groot werkstuk om te het risico dat het wiel
vastloopt of terugslaat te verminderen.
Grote
werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorzakken. De ondersteuningen moeten
aan beide zijden worden geplaatst onder het
werkstuk, dicht bij de zaaglijn en aan beide
randen.
f)
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u
invallend zaagt op bestaande muren of
andere verborgen gedeelten.
Het uitstekende
wiel kan gas- of waterbuizen, elektrische
bedrading of objecten snijden die een terugslag
veroorzaken.