82
2.5
INSPECTIEFREQUENTIE:
SRL’s moeten worden geïnspecteerd door de gebruiker (bevoegd persoon
1
of reddingswerker
2
) volgens
tabel 1
“Inspectieschema en -checklist Talon Edge™-valstopapparaten”
vóór elk gebruik. SRL’s dienen aanvullend ten minste jaarlijks
te worden geïnspecteerd door een deskundige
3
anders dan de gebruiker. Een deskundige moet tabel 1 gebruiken voor de betreffende
inspectie-intervallen en -procedures. De resultaten van de inspectie door de deskundige moeten worden opgeslagen in het
“Logboek
voor inspectie en onderhoud”
in deze instructies of worden gevolgd met het i-Safe™-systeem (zie sectie 4).
2.6 BLOKKEERSNELHEID:
Situaties die de valsnelheid belemmeren, moeten worden vermeden bij het gebruik van SRL’s. Werk
niet in kleine of nauwe ruimtes die bij een val belemmeren dat het lichaam voldoende snelheid bereikt om de SRL te laten
vergrendelen. Werk niet op langzaam verschuivend materiaal, zoals zand of graan, dat mogelijk verhindert genoeg snelheid op te
bouwen om de SRL te laten vergrendelen. Een vrij pad is vereist om zeker te zijn van een positieve vergrendeling van de SRL.
2.7 NORMALE
WERKZAAMHEDEN:
Bij normale werkzaamheden kan de gehele lengte van de valstoplijn zonder onregelmatigheden
uit- en intrekken zonder speling wanneer de medewerker met normale snelheid beweegt. Bij een val wordt het snelheidsgevoelige
remsysteem geactiveerd, wat de val stopt. Een externe schokdemper zal aan het begin van de val worden geactiveerd, veel van
de ontstane energie absorberen en inslagkrachten verminderen. Plotselinge of snelle bewegingen moeten worden vermeden bij
normaal werken, omdat dit een blokkering van de SRL kan veroorzaken.
2.8 VRIJE
VAL:
Bij bovenhoofdse verankering beperken de SRL’s de vrije val tot 0,6 m of minder. Veranker de SRL altijd direct
bovenhoofds om vergrote valafstanden te vermijden. Voorkom werkzaamheden waarbij uw valstoplijn de lijnen van andere
werkers zou kunnen kruisen of in de knoop raken. Voorkom werkzaamheden waarbij een object kan vallen en de valstoplijn kan
raken, wat kan leiden tot het verlies van uw evenwicht of schade aan de valstoplijn. Zorg dat de valstoplijn niet onder de armen
of tussen de benen doorloopt. Leg nooit een klem of knoop in de valstoplijn en voorkom nooit dat deze kan terugrollen of strak
staan. Voorkom een slaphangende lijn. Verleng de SRL niet door er een lijn of vergelijkbare component mee te verbinden.
2.9
RISICO’S:
Als deze uitrusting in zones met omgevingsgevaar wordt gebruikt, kan het zijn dat extra maatregelen nodig zijn om de
kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. De gevaren kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende
chemicaliën, corrosieve omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende machines, scherpe randen en
materiaal bovenhoofds dat kan vallen en de gebruiker of het valstopsysteem kan raken.
2.10 LEADING EDGE, TYPE A:
De Talon Edge zelfterugtrekkende valstoplijn is succesvol getest voor gebruik in horizontale positie en
voor vallen over stalen randen. (Zie de de
fi
nitie voor type A Edge hieronder.)
Restricties voor verankeringsafstand en werkafstand langs een rand:
Zie afbeelding 7. De minimale verankeringsafstand
4
vanaf een rand is 0,3 m. De maximale werkafstand langs een rand
5
is 1,5 m aan beide zijden van het punt waar de
verankeringslocatie loodrecht op de rand staat. Deze beperkingen worden getoond in afbeelding 7 en moeten worden nagevolgd.
Vermijd werken waar de valstoplijn in voortdurend of herhaaldelijk contact kan komen met onbeschermde of scherpe randen, of
er langs kan schuren. Laat dit contact niet plaatsvinden of bescherm randen met een zware opvulling of andere bescherming.
De Talon SRL voldoet aan de type A Edge-testvereisten van de norm VG 11.60 revisie 6.
i
De
fi
nitie Type A Edge:
Bij deze test werd gebruikgemaakt van een stalen rand met een straal van r = 0,5 mm,
zonder oneffenheden. Naar aanleiding van deze test kan de apparatuur gebruikt worden over soortgelijke randen, zoals
bijvoorbeeld bij stalen pro
fi
elen, houten balken of een beklede, afgeronde dakborstwering.
WAARSCHUWING:
De toegestane hoek van de nieuwe richting van de valstoplijn aan de rand vanwaar zich een
val zou kunnen voordoen (zie afbeeldingen 2A, B en C), gemeten tussen de twee kanten die door de nieuwe richting
van het trekkoord gevormd worden, moet ten minste 90 graden zijn. Met andere woorden: werken boven het niveau
waarop de SRL is verankerd (bijvoorbeeld: afbeelding 2C) en blootgesteld worden aan een risico op scherpe hoeken,
is gevaarlijk omdat dat een “nieuwe hoek” met een scherpere graad met zich meebrengt bij een val en de valstoplijn
kan beschadigen of doen breken. Wanneer u deze waarschuwing niet opvolgt, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Werk niet aan de overstaande zijde van een opening, tegenover het SRL-ankerpunt. Wanneer u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
2.11 LICHAAMSONDERSTEUNING:
Er moet een volledig lichaamsharnas met de SRL gebruikt worden. Het verbindingspunt van
het harnas moet boven het zwaartepunt van de gebruiker net beneden de D-ring op de rug liggen. Er mag geen lichaamsgordel
met de Talon Edge SRL gebruikt worden. Als er een val plaatsvindt met een lichaamsgordel, kan deze onbedoeld losschieten en/of
mogelijke letsels veroorzaken door onjuiste lichaamsondersteuning.
2.12 SCHEEF
VALLEN:
Scheef vallen gebeurt wanneer het verankeringspunt niet recht boven het punt ligt waar de val optreedt
(zie afbeelding 3). De kracht waarmee tegen een voorwerp wordt gestoten bij scheef vallen, kan ernstig letsel veroorzaken. Bij
scheef vallen is de totale verticale afstand groter dan als de val recht onder het verankeringspunt plaatsvindt, waardoor de totale
vrijevalafstand die is vereist om de val van de gebruiker veilig te kunnen breken, langer is. Vermijd scheef vallen door zo veel
mogelijk recht onder of direct naast het verankeringspunt te werken. Laat scheef vallen niet toe als dit tot letsels kan leiden.
Zorg dat er voldoende speling is in het valpad om te voorkomen dat er een object wordt geraakt tijdens een val.
2.13 COMPATIBILITEIT VAN ONDERDELEN:
Tenzij anders aangegeven, is Capital Safety-apparatuur ontworpen voor gebruik
met alleen door Capital Safety goedgekeurde onderdelen en subsystemen. Substituties of vervangingen door middel van
niet-goedgekeurde onderdelen of subsystemen kunnen de compatibiliteit van apparatuur in gevaar brengen en kunnen de
veiligheid en betrouwbaarheid van het volledige systeem beïnvloeden.
i
Lees en volg de instructies voor betrokken componenten en subsystemen in uw persoonlijke valstopsysteem.
1 Bevoegd
persoon:
Een persoon die door de werkgever aangewezen is om werk uit te voeren op een locatie waar de persoon blootgesteld wordt aan een valrisico.
2 Redder:
Persoon of personen anders dan de te redden persoon, die optreedt (optreden) om een geassisteerde redding uit te voeren door middel van een reddingssysteem.
3 Deskundige:
Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door de werkgever
beheerde programma voor valbescherming die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is de bestaande en potentiële valrisico’s te identi
fi
ceren, te evalueren en aan te
pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in verband met dergelijke risico’s.
4 Afstandsvoorschrift:
De minimale afstand waarop de SRL verankerd moet zijn van de rand of ander valgevaar.
5 Werkafstand langs een rand:
De maximale werkafstand langs een rand bij een verankering op een speci
fi
eke afstand.
Summary of Contents for Talon Edge web lifeline SRL Series
Page 2: ...2 F6 7 3 0 m 1 0 m 5 0 m 1 0 m 1 5 m 1 5 m 0 3 m...
Page 3: ...3 F8 A A B C C B C 9 SN 10 1 2 4 5 6 7 9 8 13 12 11 14 3 10...
Page 88: ...88...
Page 89: ...89...
Page 90: ...90...