NEDERLANDS
15
8.5
Voor voedingskabels zonder stekker, gebruik een
afscheidingsmechanisme van de netvoeding (bv. magnetothermische
schakelaar) met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm
voor elke pool.
9. SCHOONMAAK EN ONDERHOUD
Bij het normaal functioneren vereist de elektropomp geen enkel soort onderhoud, dankzij de ingesmeerde houding in oliekamer en
de geoliede schroef kogellagers. De elektropomp mag alleen gedemonteerd worden door gespecialiseerd personeel in bezit van de
hiervoor benodigde normatieve vereiste eigenschappen. Alle nodige ingrepen moeten altijd gebeuren nadat de pomp van het
voedingsnet is afgesloten. Tijdens de demontage bijzondere aandacht richten op scherpe voorwerpen die wonden zouden kunnen
veroorzaken.
Olie controle en verversing van de houding
Om deze handeling te verrichten is het nodig de zes schroeven los te maken (45) zodat het
filter deksel, het filter en het pompgedeelte (1) gedemonteerd kunnen worden.
De OR (28) en de moeren (51) vanaf halen. Met een bijpassende sleutel de draaiblokkerings
moer (18) losmaken terwijl men handmatig de draaier(4) vasthoudt. Het lipje (17) en de
zandbeschermings ring (15) eraf halen. Nu de pomp met de idraulische kant naar boven
gedraaid, de dop (64) losdraaien en verwijderen. De pomp schuin houden zodat de olie uit het
dopgaatje (64) kan komen en deze in een kom overgieten. De olie onderzoeken:de
mechanische houdings (16) toestand nagaan en eventueel deze vervangen(bij een erkend
verkooppunt) in geval van aanwezigheid van water of schurende deeltjes (bijv.zand). In geval
van vervanging ook de olie verversen met ongeveer 170 gr. van het type MARCOL 152
ESSO. Het olie niveau aan de binnenkant van de oliekamer weer herstellen door middel van
een speciale trechter binnen het dopgaatje (64). De dop (64) weer op zijn plaats dicht draaien
en de handelingen verrichten andersom dan voor de montage om de pomp weer terug te doen
na het ingesmeerd te hebben op zijn plaats de zandbeschermings ring (15) met de nodige
teflonvet insmeren.
DE GEBRUIKTE OLIE WORDT VOLGENS BIJGAANDE NORMEN VERWERKT.
10. ONDERZOEK EN SCHADE OPLOSSING
ONGEMAKKEN
ONDERZOEK (mogelijke oorzaken)
OPLOSSINGEN
1.
De motor start niet en doet
lawaai.
A.
Nagaan dat de motor zich onder spanning bevindt.
B.
De beschermings zekeringen nagaan.
C.
De drijverknop maakt het starten onmogelijk.
B.
Indien verbrandt, deze vervangen.
C.
-Nagaan of de drijver zich vrij kan bewegen.
-Nagaan
of
de
drijver
goed
functioneert(contact met de verkoper opnemen).
2.
Geen oppomping.
A.
Verstopte opzuiging van rooster of buizen.
B.
De draaier is versleten of kapot.
C.
Indien op de draaibuis geïnstalleerd, blijft de
houdingsklep in dichte stand geblokkeerd.
D.
Het water niveau is te laag. Bij het starten moet het
water niveau hoger zijn dan diegene van de filter.
E.
Het vereiste overhand is hoger dan de kenmerken van
de pomp.
A.
Verstoppingen verwijderen.
B.
De draaier vervangen of de verstopping
verwijderen.
C.
Het functioneren van de klep nagaan en
eventueel deze vervangen.
D.
De knop kabel lengte van de drijverknop regelen
(ZIE HOOFDST.“REGELING DRIJVER
KNOP”).
3.
De pomp schakelt zich niet
uit.
A.
De drijver onderbreekt niet het pomp functioneren.
A.
- Nagaan of de drijver zich vrij beweegt.
- Het functioneren van de drijver nagaan (de
contact punten zouden beschadigd kunnen zijn-
contact met de verkoper opnemen).
4.
Onvoldoende houdings
vermogen.
A.
Nagaan of het opzuigings rooster niet gedeeltelijk of
volledig verstopt is.
B.
Nagaan of de draaier of de start buis niet gedeeltelijk
verstopt of aangekoekt zijn.
C.
Nagaan of de draaier niet verstopt is.
D.
Nagaan of de houdingsklep(indien ingebouwd) niet
gedeeltelijk verstopt is.
E.
Bij de driefase versies de draairichting nagaan(zie
Hoofdst.”CONTROLE DRAAIRICHTING”).
A.
Eventuele verstoppingen verwijderen.
B.
Eventuele verstoppingen verwijderen.
C.
De draaier vervangen.
D.
Nauwkeurig de houdings klep schoonmaken.
E.
De twee voedings draden onderling andersom
verbinden.
5.
De thermische
amperometrische
bescherming doet de pomp
stoppen.
A.
Nagaan of de op te pompen vloeistof niet te dik is
omdat anders zou het een motor verhitting kunnen
veroorzaken.
B.
Nagaan of de water temperatuur niet te hoog is(zie
vloeistof temperatuur veld).
C.
De pomp is gedeeltelijk door vuil verstopt.
D.
De pomp is mechanisch geblokkeerd.
C.
De pomp nauwkeurig schoonmaken.
D.
De wrijving nagaan tussen vaste en bewegende
delen; de t.o.v. elkaar kogellagers verhouding
nagaan (contact met de verkoper opnemen).
18
17
15
1
4
45
64
16
Afb.5