20
21
• Controleer telkens vóór het gebruik de
correcte toestand van de pijl- en boogset,
in het bijzonder de zuignappen en de
boogpees. Indien er onderdelen beschadigd
zijn of als er scherpe hoeken en kanten
ontstaan zijn, mag de pijl- en boogset niet
verder gebruikt worden.
• Schiet nooit in het donker, bij schemering
of bij nevel om een gevaar voor andere
personen te vermijden.
• Gebruik de pijl- en boogset niet wanneer het
winderig is. Indien de weersomstandigheden
tijdens het gebruik veranderen, moet het
schieten onderbroken worden.
Montage
De montage dient altijd door een vol-
wassene uitgevoerd te worden.
Schietschijf monteren (afb. B)
1. Klap de schietschijf en bewaarbox (1) open
en verwijder de beide metalen staven (2) en
alle toebehoren.
2. Steek de uiteinden van de metalen staven in
de daarvoor bestemde voorzieningen aan
de binnenzijden van de opengeklapte be-
waarbox. Begin met de naar boven geklapte
zijde.
3. Zet de gemonteerde schietschijf op een vlak-
ke ondergrond met voldoende vrije ruimte.
Opmerking:
Zet de schietschijf vóór een
wand of vergewis u ervan dat er zich geen
mensen of dieren in de nabijheid resp. erachter
bevinden. Een verhoogde positie van de schiet-
schijf maakt voor u het mikken gemakkelijker.
De schietschijf is geschikt om aan een wand op
te hangen. Daarvoor geschikte boorgaten zijn
aan de achterzijde aangebracht.
Informeer bij de gespecialiseerde handel naar
te gebruiken montagematerialen (pluggen en
schroeven) voor uw metselwerk.
Boog bijeensteken (afb. C)
Steek de bovenste boogarm (3a) vast in de
onderste boogarm (3b).
Opmerking:
De bovenste boogarm (3a)
moet hoorbaar vastklikken, daarbij moet de
complete pijlmarkering van de bovenste boog-
arm (3a) zichtbaar in het daarvoor voorziene
veld van de onderste boogarm (3b) te zien zijn.
Pas dan bestaat er een veilige verbinding van
beide boogarmen.
Boog spannen (afb. D - H)
Let op! Het spannen van de boog mag
uitsluitend door volwassenen of door
kinderen met een leeftijd vanaf 8 jaar
onder toezicht van volwassenen uitge-
voerd worden.
Vermijd bij het ondersteunen van de
boog op de grond dat er druk op de
onderste tip uitgeoefend wordt.
1. Haak de boogpees (4) aan het uiteinde van
de onderste boogarm (3b) in (afb. D).
2. Grijp het losse uiteinde van de boogpees (4)
met de linkerhand vast.
3. Omvat met de rechterhand de boog langs
achteren, kort onder het naar boven gerichte
uiteinde van de bovenste boogarm (3a)
(afb. E). De kromming aan het uiteinde van
de onderste boogarm (3b) moet buiten tegen
de linkerenkel liggen.
4. Stap met de rechtervoet zodanig door de
boog, dat de binnenzijde van de boog zich
aan de achterzijde van het rechtse dijbeen
bevindt (afb. F).
5. Oefen met de rechterhand lichtjes druk op de
boog uit (afb. G).
Opmerking:
Beide boogarmen (3a), (3b)
moeten gelijkmatig gebogen worden.
6. Haak de boogpees (4) op de bovenste
boogarm (3a). Controleer de correcte zitting
van de boogpees (4) voordat u voorzichtig
de druk van de boog neemt (afb. H).
NL/BE
Boogschieten
Let op! Draag tijdens het gebruik
van de pijl- en boogset steeds een
geschikte veiligheidsuitrusting, zoals
arm- en vingerbeschermers.
Pijl opleggen (afb. I)
Opmerking:
De pijl met zuignap (5) heeft
drie stuurpennen (7) en een pijlnok met
nokinkeping (6).
1. Steek de pijl met het uiteinde, waar de
stuurpennen (7) zich bevinden, door de
cirkelvormige opening van de boog. De
stuurpennen (7) moeten naar de boogpees
(4) gericht zijn.
2. Zet de pijlnok met nokinkeping (6) op de
boogpees (4). Let erop dat de pijlnok met
nokinkeping (6) helemaal op de boogpees
(4) zit. De pijl moet in een rechte hoek
tegenover de boogpees (4) staan (afb. I).
Boogpees en pijl vasthouden
(afb. J)
1. Neem de boog in de hand.
2. Krom de drie middelste vingers tot aan het
eerste vingergewricht rond pijlnok met nokin-
keping (6) en boogpees (4) (afb. J).
3. Leg de vingertoppen van de pink en van de
duim tegen elkaar (afb. J).
Schietstand en mikken (afb. K en L)
1. Ga in een rechte hoek op een afstand van
ca. 5 - 10 m tot de schietschijf staan. Rechts-
handigen richten de linkerschouder naar het
mikpunt, linkshandigen de rechterschouder
(afb. K).
2. Houd als rechtshandige de boog in de linker-
hand, strek de linkerarm in de richting van het
mikpunt uit en kijk naar het mikpunt. Houd het
hoofd in een natuurlijke houding.
Linkshandigen strekken de rechterarm met de
boog in de richting van het mikpunt.
3. Steek de pijl (5), zoals voordien in de
paragraaf „Pijl opleggen“ beschreven, op de
boogpees (4) op.
Demontage
De montage dient altijd door een
volwassene uitgevoerd te worden.
Boog ontspannen
Let op! Het ontspannen van de boog
mag uitsluitend door volwassenen of
door kinderen met een leeftijd vanaf 8
jaar onder toezicht van volwassenen
uitgevoerd worden.
Vermijd bij het ondersteunen van de
boog op de grond dat er druk op de
onderste tip uitgeoefend wordt.
1. Grijp de boog met de rechterhand kort onder
het uiteinde van de bovenste boogarm (3a)
vast.
2. Houd het onderste uiteinde van de onderste
boogarm (3b) schuin vóór uw links
scheenbeen. Haak het uiteinde van de boog
aan uw enkel in.
3. Stap met uw rechtervoet door de boog.
4. Oefen een lichte voorwaartse druk met uw
rechterhand op de boog uit.
Opmerking:
Beide boogarmen (3a) (3b)
moeten gelijkmatig gebogen worden.
5. Trek met uw linkerhand de boogpees (4) van
de bovenste boogarm (3a).
6. Klauter nu uit de losse boogpees en trek het
andere uiteinde van de boogpees (4) van de
onderste boogarm (3b).
Boog uit elkaar nemen
Trek de bovenste boogarm (3a) uit de onderste
boogarm (3b).
Schietschijf demonteren
Ga bij de demontage van de schietschijf in
omgekeerde volgorde te werk (afb. B).
Opmerking:
Door de arcering van de
individuele onderdelen in de bewaarbox kunt
u de onderdelen gemakkelijk en veilig op hun
plaats opbergen.
NL/BE
